Pagina's

maandag 10 juli 2017

Onderzoek naar Spinoza's ziekte en mogelijke doodsoorzaak


Al geruime tijd doet medisch biologe en klinisch immunologe Nanne Bloksma, tevens Spinoza deskundige [hier op een foto uit 2010], onderzoek naar de ziekte waaraan Spinoza leed en waaraan hij mogelijk gestorven is. Te  gelegener tijd zal zij over haar onderzoeksbevindingen verslag doen in een internationaal tijdschrift, zo is de bedoeling. Tijdens de jaarvergadering van de Ver. Het Spinozahuis die op zaterdag 3 juni 2017 in Rijnsburg werd gehouden, gaf zij daarover een lezing. Ik kon daar tot mijn spijt wegens ziekte niet bij aanwezig zijn.
De samenvatting die aan de leden werd toegestuurd en die ook op de website van de VHS werd gegeven, geeft reden voor hoge verwachtingen over het uiteindelijke essay, waarnaar ik met grote belangstelling uitkijk. Op de website van de VHS is de samenvatting  alweer verdwenen, maar hier houd ik die tekst graag vast.



Spinoza, een wonderbaarlijk gezonde wijsgeer
In deze voordracht doe ik verslag van de resultaten van mijn onderzoek naar de gezondheid en doodsoorzaak van Spinoza (Amsterdam 1632-Den Haag 1677). Net als in Londen werd ±70% van de sterfte in Amsterdam veroorzaakt door infectieziekten (peststerfte niet meegerekend).
 Als kind leed Spinoza niet alleen aan kinderziekten (sterfte ±20%), maar ook regelmatig aan anderdaagse koorts (niet-tropische malaria; sterfte ±11%). De acht pestjaren in Amsterdam heeft Spinoza mogelijk ontweken door met zijn familie de stad te ontvluchten. Voor levensverzekeringen gebruikte sterftetafels uit pestvrije periodes geven aan dat Spinoza hoogstens 46% kans had Amsterdam in 1661 levend te verlaten. Historische documenten waaruit blijkt dat Spinoza ooit aan een slopende longziekte (sterfte ±23%) heeft geleden, ontbreken. Toch kwam longtuberculose veel voor en kunnen malaria en het inademen van de rook van tabak, turf en hout en vooral glasstof - alle van toepassing op Spinoza - ook dodelijke longziekten veroorzaken, naast dat ze de sterfte aan longtuberculose verhogen. In de weken voor zijn overlijden was Spinoza zeer sterk vermagerd, maar niet ernstig benauwd. Daarom was zijn naar verluidt onverwacht plotselinge dood waarschijnlijk het gevolg van die vermagering (cachexie) en/of een onbekende chronische (ontstekings)ziekte die deze vermagering veroorzaakte. Spinoza was 44 jaar toen hij stierf, een respectabele leeftijd, gegeven het feit dat hij in een gebied met veel malaria opgroeide, hetgeen destijds de gemiddelde levensverwachting met ongeveer 20 jaar verlaagde, en het feit dat personen geboren tussen 1620 en 1639 de laagste gemiddelde levensverwachting vanaf het 20e levensjaar hadden in de Lage Landen in de periode van 1450 tot 1900, vooral vanwege de pest.

                                                                                  Nanne Bloksma
 



                                                                                                                                   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten