Pagina's

zondag 4 maart 2018

Ook Frank Mertens schetst een andere visie op het secularisme van Spinoza en zijn kring dan Jonathan Israel


Dr. Frank Mertens tijdens de VHS Zomercursus te Barchem op dinsdag 28 juli 2009
over "Wetenschappelijke kwesties in de correspondentie van Spinoza."
 
Dr. Frank Mertens [LinkedIn] is vooral bekend vanwege zijn publicaties over Franciscus van den Enden (1602 -1674), de leermeester Latijn van Spinoza, en van de website, waarin hij de resultaten ervan publiek maakt.
Hij was eerder verbonden aan de universiteit van Gent, maar is inmiddels zelfstandig onderzoeker, zoals ook blijkt uit zijn pagina bij academia.edu
Graag geef ik hier door wat hij me van de week liet weten n.a.v. het blog van 1 maart 2018, “Een andere visie op het secularisme van Spinoza en zijn kring dan die van Jonathan Israel,” n.l. dat bij hem een vergelijkbare visie te vinden is als die van Henri Krop (en Wiep van Bunge) die ik daar weergaf. Hij verwees naar zijn artikelen
“Van den Enden and Religion.” In: S. Lavaert & W. Schröder (Eds.), The Dutch Legacy: Radical Thinkers of the 17th Century and the Enlightenment, Brill, 2016, pp. 62-89
“Radicale Verlichting en Reformatie: de kring rond Spinoza en Van den Enden.” In: Danny Praet (Red.), Protestantisme. Aspecten van de Reformatie tussen Humanisme en Verlichting. Centrum voor de Studie van Christelijke Tradities Universiteit Gent, 2014
Deze zijn te vinden op zijn pagina bij academia.edu!
Dat geef ik hier graag even door. Hieronder citeer ik een gedeelte uit het eerstgenoemde artikel. Ik ben bezig mij voor te bereiden op een blog over de betekenis van Christus voor Spinoza. Ik zal dan wijzen op een auteur die van Spinoza een christen maakt en hem als christelijk filosoof ziet (ja bijna als een vijfde evangelist). Die interpretatie staat lijnrecht tegenover die van Jonathan Israel, voor wie Spinoza een atheïst is en niet iemand die ’t onder meer te doen is om het uitzuiveren van de christelijke religie.
De informaties die Van Bunge, Krop en Mertens daarover aandragen leiden tot een veel genuanceerdere  – en mijns inziens juistere - interpretatie.

Ik neem hierna een korte tekst over uit “Van den Enden and Religion” die loopt van p. 80-83, zonder de tien voetnoten (die bij elkaar méér tekst omvatten, en uiteraard zeer de moeite waard zijn om kennis van te nemen) – het betoog is een soort samenvatting van wat uit die voetnoten blijkt. Nadat Mertens eerst uitgebreid heeft onderzocht wat er te zeggen is over Van den Endens al dan niet behoren tot het katholicisme, wat tot ca 1665 zeker het geval is, en nadat hij heeft onderzocht wat Van den Enden over religie zegt in Kort verhael van Nieuw Nederlant (1662) en Vrye Politijke Stellingen (eind lente begin zomer 1665), geeft hij de volgende schets over Van den Enden en de kring van vrijdenkers rondom hem.

This double commandment [the love for God and one's neighbour] obviously had a scriptural basis—it is mentioned in three of the four gospels—but according to Van den Enden, the Koerbaghs and Spinoza, it was equally a precept dictated by reason. One may therefore wonder why they all emphatically maintained that they voiced the key message of the 'true' Christian religion, or—in other words,—why did these freethinkers all choose to explicitly place themselves within a Christian tradition? One possibility is that they were all prepared to acknowledge the Scriptures as a valuable source of religious thought, without, however, accepting the traditional interpretations. One thing they all seemed to have agreed on is, in the words of Van den Enden, that the "ceremonies, commandments and counsels, as well as the promises, threats and miracles" in the New Testament should be interpreted as a way in which "our Saviour has merely tried to accommodate, adjust and conform himself to the disposition and circumstances of the common Jewish people". They also all seem to have agreed that Christ's message, in paticular his double commendement of love, was a universal one, contrary to the message of Moses that had been exclusively meant for the Jews.

Although as such they were all able to call themselves 'Christians, none of them seems to have been convinced of the divinity of Christ, as is most obvi-ous in the strong Antitrinitarian stance of the Koerbaghs. Oddly enough, this did not deter them from attributing some special status, conceived as a kind of perfect rational understanding, to Christ. Van den Enden in the Free Political Propositions stated that Moses was "enlightened solely through external revelation", whereas Jesus possessed an "immediate Divine Nature and wisdom". The Koerbaghs in A Light considered Jesus to be "someone gifted by God, "above any Jew of his time, yes, above all men", with "wisdom and intellect, knowledge and reason". Spinoza in his Theological Political Treatise claimed that "God revealed himself to Christ, or to Christ's mind, directly, and not through words and images as in the case of the prophets".

In a way Van den Enden and the Amsterdam freethinkers were indeed genu-ine `Christians'. Despite their rejection of traditional bible interpretations, ecclesiastical hierarchy, ceremonies, and doctrines, they accepted the 'true' and simple message of the Scriptures, and awarded Christ a special status in their rational universe. They considered their ideas to reflect a return to an original, rational religion that had been corrupted in later times, not unlike the Collegiants' attempts to revive the original Apostolic church. It is in this light that Adriaan Koerbagh could claim that humanity had "fallen from a rational religion to a religion full of superstitions" and that Van den Enden could refer to "the Indians of New Netherland" who lived "without superstition or credulity, and only according to the law of nature", suggesting that they still held on to the original rational religion. At the same time the Amsterdam freethinkers presented their views as part of a long Christian tradition and described their efforts as a continued purification of Christianity, that is, as a form of historical progress. And so Johannes Koerbagh could answer the preachers who were asking him about his views on the preaching of God's word that he did not intend to "destroy or overthrow it", but rather, "with the help of god", wanted to "affirm and purify it more and more".

___________
Bij de foto. Een uitsnede ervan gebruikt Frank Mertens op zijn pagina's bij academia.edu en LinkedIn. Maar de hele foto die ik maakte tijdens die cursus [cf. blog] is veel sprekender; daarom breng ik hem nog eens in z'n geheel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten