Pagina's

donderdag 5 juli 2018

Henry M. Rosenthal’s verduidelijking van Spinoza’s scientia intuitiva a.d.h.v. El Greco's View of Toledo - #Spinoza


Dit wordt, zoals aangekondigd, een vervolg op het vorige blog “Henry M. Rosenthal (1906 - 1977) schreef over de Ethica “an original and emancipated religio-philosophic meditation.” In dat blog haalde ik de eerste alinea aan uit het review van Emily Grosholz van het boek van Henry M. Rosenthal, The Consolations of Philosophy: Hobbes's Secret, Spinoza's Way [in: The Journal of Speculative Philosophy, New Series, Vol. 4, No. 3 (1990). Hier geef ik het informatieve deel van haar samenvatting van wat Rosenthal over Spinoza schreef.

The second essay, "Spinoza's Way," tries to show that Spinoza in the Ethics is not doing epistemology, but rather metaphysics or ethics. Rosenthal begins by reviewing the passage in Scholium 2 to II, 40 that outlines three kinds of knowledge, as the best mode of entry into the Ethics not only for what it reveals but also for where it stops short. The first kind of knowledge is perception of individual things that yields "knowledge from vague experience." From Spinoza's exposition, Rosenthal argues, we can see that he has considered and rejected the problem posed at the beginning of Descartes' Meditations, how we can be sure that we know what we know. In Spinoza's system, to be is to know, where the object of knowledge is the body; and to know is, not to be certain, but to be happy. The problem of knowledge is ethical rather than technical or methodological: how can we be blessed in the midst of vague experience?

The second kind of knowledge is conceptual knowledge of universals: common notions and adequate ideas. Rosenthal calls this procedural or clinical knowledge, the kind of knowledge that science is. But Spinoza knows that Descartes' goal, the increase of such knowledge, cannot be his own, because progress in clarification and articulation is not necessarily "progress toward more complex and expansive goals." A third kind of knowledge is called for, intuitive knowledge, to approach the method of freedom, the means for "increased efficiency in being." To explain this kind of knowledge, Rosenthal uses the illuminating example of El Greco's View of Toledo in a brilliant excursus on the nature of art. The artist, Rosenthal argues, does not create but performs the object of his vision. El Greco's Toledo, which we know neither by acquaintance nor by description, exemplifies performative knowledge or "intuitive science," the kind of world making (again) that Spinoza (and Rosenthal) has in mind for the third kind of knowledge.

El Greco (1541-1614), View of Toledo, date unknown [between ca. 1596 - ca. 1600], oil on canvas, ca. 121 x ca. 108 cm - The Metropolitan Museum of Art, New York.
 

But even this last kind of knowledge is not what Spinoza needs for his Ethics, for it is hypothetical. Human development needs art, as it needs embodied perception and science, but its performance of knowledge must be actual, with all the constraints, pain, and penalties of real life. Human freedom requires determination. This assertion, Rosenthal explains, seems paradoxical only if we misunderstand what Spinoza meant by "determination." Careful reading of the text reveals three meanings: individuation, advance, and causality. To become more determinate is to become more godlike, for as God advances, natura naturans, he infinitely individuates, and his being is an infinite causal order. "To be is to cause, and thus to hold membership in an infinite order of determination." And thus for Spinoza freedom and determination, an understanding that encompasses and goes beyond the three kinds of knowledge, are identical.
The more we submit to and enact determination, which is to understand causality's infinite spread, the closer we are to blessedness, even in the extremity of physical pain.
Therefore is [=it] seems appropriate to think and speak of it [knowledge] as the intellectual love of God; and to cultivate such sense as one can of its being part of the infinite love with which God loves himself. For what happens in such moments of "vague experience," whether the vagueness be occasioned by the wedding-emotion or the death-bed emotion, is that the body-and-mind of durational man becomes aware of the nature of Substance: that is to say, of infinite individuation in an infinite causal order; and to situate oneself in the knowledge of that order is, by the same token, to situate oneself as co-determinant of it. (p. 190).
Thus Rosenthal finds in Spinoza as well as Hobbes a deep and powerful, and somber, model of how we make the world we live in. His analysis also reveals the essential modernity of both thinkers; that is, we have no reason to reject their understanding of humanity in the midst of its fearful and painful cosmos because of any recent revelation of history. And by the same token we have no reason to reject the courage and equanimity of their visions.
Emily Grosholz
The Pennsylvania State University

8 opmerkingen:

  1. Als u het boek van Rosenthal niet in uw boekenkast heeft staan, wil ik het met plezier naar u toesturen. (gratis)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat aardig, heer Bouter, dat u dit aanbiedt.
      Ik was inmiddels zo nieuwsgierig geworden naar Rosenthals aanpak dat ik het boek via Amazon bij een boekhandelaar in Chicago heb aangeschaft. Ik hoop het over een paar weken in huis te hebben.
      Maar anders had ik zeker graag van uw vriendelijke aanbod gebruik gemaakt.
      Hoe bijzonder toch weer.
      Leuk te merken dat u dit blog nog volgt.
      Groet,
      Stan Verdult

      Verwijderen
  2. Stan,
    Zo’n blog maakt me blij! (En zeker de verbinding naar kunst zoals hier via El Greco.)

    Ook de opmerkelijke verschuiving van Spinoza naar Hegel!
    Vage ervaringen doen zich inderdaad veelvuldig voor in het dagelijkse leven – de hier vernoemde “wedding-emotion or the death-bed emotion” zijn makkelijk door ieder voor zich aan te vullen– waardoor we ons telkens opnieuw moeten situeren in de orde van oorzakelijkheid. Met als gevolg een "increased efficiency in being" en belangrijk, een “kind of world making”.

    Het citaat eindigt: “… infinite individuation in an infinite causal order; and to situate oneself in the knowledge of that order is, by the same token, to situate oneself as co-determinant of it.”
    De laatste regel krijgt voor mij een on-spinozistische - en eerder een Hegeliaanse – draai met de invoeging van een co-determinant als subject dat ‘zichzelf situeert/constitueert’ in en via die kennis.

    “Rosenthal finds in Spinoza a deep and powerful model of how we make the world we live in.”
    Dit ‘hoe we zelf de wereld maken’ is toch minder in overeenstemming met Spinoza. Niet?

    Stan, weet jij of het boek een hegeliaanse lezing van Spinoza volgt?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ed,
    "Of het boek een hegeliaanse lezing van Spinoza volgt," weet ik niet. Zoals je hierboven kunt lezen, heb ik het boek nog niet in bezet, maar wel besteld. Het is niet iets wat in de twee reviews die ik las aan de orde komt.
    Om er al zo snel etiketten op te plakken als jij hier doet, lijkt mij niet direct wenselijk of nuttig, maar je schijnt er wel al een mogelijk interessant licht op.
    Ik zie niet hoe ‘hoe we zelf de wereld maken’ WAARIN WIJ LEVEN, onspinozistisch zou zijn.
    De invloed van de imaginatio, de invloed in de politiek van hoop en vrees van en voor de multitudo, e.d. leidt tot 'zelf de wereld maken waarin we leven.' Zo onspinozistisch lijkt mij dat helemaal niet. Maar ik zou eerst meer willen lezen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. “”Ik zie niet hoe ‘hoe we zelf de wereld maken’ WAARIN WIJ LEVEN, onspinozistisch zou zijn.

      We leggen blijkbaar verschillende accenten in “how we make the world we live in”.
      Jij verschuift mijn aandachtspunt - dat ligt bij ‘het maken’ van “how we make the world” – via kapitalen naar jouw accent - ‘de wereld maken’ “WE LIVE IN”.
      Dan krijg je twee verschillende lezingen van dezelfde zin.

      Ik vraag me af of ‘het zelf maken van de wereld’ in overeenstemming is met Spinoza’s determinisme dat geen subject (co-determinant) veronderstelt in de causale lijn van oorzaak en gevolg. Adequaat Handelend (tegenovergestelde van ‘Lijdingen’) volgt de Geest beslissingen zonder tussenkomst van een actief ingrijpend subject. Spinoza staat toch voor een subjectloos denken?
      Dat er vanuit Handelen een wereld ontstaat ‘WAARIN WIJ LEVEN’ is juist.
      Alleen hebben ‘wij’ die niet ‘gemaakt’ als je scherp spinozistisch denkt. De mens doet wat hij doet omdat hij niet anders kan doen dan wat hij doet. En alleen de adequaat Handelende heeft intuïtieve kennis van zijn doen. Maar zijn doen blijft hetzelfde.

      Stan, dit geeft ons verschil in lezen.

      Verwijderen
    2. Een kleine aanvulling.
      “De invloed van de imaginatio, de invloed in de politiek van hoop en vrees van en voor de multitudo, e.d. leidt tot 'zelf de wereld maken waarin we leven.'”

      Dit lijkt mij teveel een descartaans denken waarbij een zelfbewust subject (het ‘Ik denk’) zich plaatst tegenover een reeds concreet bestaande wereld (het zijn van het ‘Ik ben’). Deze descartiaanse mens neemt zelfstandig beslissingen - of meent dat te doen - en vindt zijn handelen vrij.
      Mens en wereld zijn voor hem gescheiden en de mens treedt als zelfstandig wezen op in het creëren van ‘de wereld waarin hij leeft’.

      Bij Spinoza ontstaat 'Geest en wereld’ tegelijkertijd. Beiden zijn resultanten van ‘de causale oorzaak-gevolg aaneenschakeling’ en zijn nooit gescheiden van elkaar.
      (Dit betekent niet dat de ‘wereld’ geen miljoenen jaren oud zou zijn, of dat we dit a la Bishop Berkeley moeten begrijpen. Laat daar geen misverstand over ontstaan Stan.)

      Ik wil hier het ‘automatisch subjectloze’ bij Spinoza benadrukken waarbij Rosenthals nadruk “to situate oneself as co-determinant of it (in the knowledge of that order) ” mij te descartiaans/hegeliaans klinkt.
      Er is bij Spinoza geen ‘co-determinant’. Alles is EEN.

      Verwijderen
  4. Ed,
    Goeie reacties. Met die van 09:56 ben ik het geheel eens. Alleen ben jij een beetje te streng in de leer, alsof Spinoza alleen een metafysica (Ethica) heeft geschreven - alleen een theoria geeft. Maar hij heeft ook heel praktische dingen geschreven (b.v. in hoofdstuk 4 van de TTP dat wij in het daadwerkelijke leven niet anders kunnen dan de dingen als contingent te bezien, want we moeten handelen (ook al zien we theoretisch in dat alles een oorzaak heeft en dus gedetermineerd is: wij kunnen niet anders doen alsof de toekomst niet gedetermineerd is, en "a.h.w. zelf" beslissingen nemen. Spinoza ziet echt wel in dat wij niet zonder imaginatio kunnen. Dat stak achter mijn “De invloed van de imaginatio, de invloed in de politiek van hoop en vrees van en voor de multitudo, e.d. leidt tot 'zelf de wereld maken waarin we leven.'” In wat je daarover beweert in je reactie van 10:31 kan ik mij dan ook absoluut niet vinden.
    Ook de spinoziaanse mens neemt zelfstandig beslissingen - of meent dat te doen - en vindt zijn handelen vrij en beschouwt de dingen als contingent. Dat zegt Spinoza dus zelf, alleen laat hij ons inzien dat het zo in het echt niet zit, en hoe meer we dat inzien des te gelukkiger zullen we ons weten.
    Alleen het ‘automatisch subjectloze’ bij Spinoza benadrukken, zoals jij wilt doen, gaat voorbij aan de praktische Spinoza, zoals je die in de TTP en TP aantreft, maar ook in de Ethica kunt vinden.
    Ja, in de meest strikte zin is er bij Spinoza geen werkelijke ‘co-determinant’ (niets kan zonder God zijn of handelen of zelf oorzaak zijn van wat dan ook). Maar het kan (pseudo) wel lijken dat er van ‘co-determinantie’ sprake is.
    Hoe Rosenthal dit ziet, weet ik uiteraard niet, maar het gaat mij om Spinoza, de hele Spinoza en niet alleen de contemplatieve metafysische.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. “Ook de spinoziaanse mens neemt zelfstandig beslissingen - of meent dat te doen - en vindt zijn handelen vrij en beschouwt de dingen als contingent.”
      Ik begrijp dat je via de TTP dit kunt stellen, toch hou ik van de scherpe onderscheiding. Want anders kan ik evengoed Kant volgen met zijn ethisch subject, of Sartre met zijn gedwongen vrijheid. Badiou bijvoorbeeld verwijdert zich op zo’n pseudo sartriaanse manier van Spinoza en voert een subject op als co-determinant in zijn filosofie. (Bij Badiou heet dat ‘het WaarheidsSubject’.)
      Laten ‘zien dat het in het echt niet zo is’ lijkt me teveel van twee walletjes willen eten. ‘De hele Spinoza’ blijft dan geen filosoof, hij wordt dan praktiserend socioloog, natuurkundige, psycholoog, fysicus …
      Spinoza’s metafysica blijft toch het doorwegende fundament van een eventueel ‘praktische Spinoza’. Zonder metafysica is hij niet interessant en slechts een gewoon wetenschapper.
      Maar ik begrijp je aanvulling.

      Verwijderen