Pagina's

dinsdag 22 oktober 2019

Morgen verdedigt Yoram Stein aan de Univ. Leiden zijn proefschrift over #Spinoza


Zoals ik in mijn blog van 5 september 2019 al meedeelde: ”Yoram Stein hoopt 23 oktober 2019 te promoveren op Spinoza.”

Morgen is het dus zover.

De titel van zijn dissertatie luidt: Spinoza's Religion: The Importance of Religion in Spinoza's Thought and Its Implications for State and Society.

Yoram nodigde mij uit, maar ik ben jammer genoeg niet in staat erbij te zijn.

Ik wens Yoram via dit blog alle succes en een fijne dag toe.

Hierna de (Nederlandse) samenvatting van zijn proefschrift dat ik van hem ontving. Ik ben het nog aan het lezen en kom veel posities tegen, waar ik mij goed in kan vinden.

Samenvatting (Dutch Summary)

Wat is Spinoza’s religie-theorie? Deze studie bouwt, voor de beantwoording van deze vraag, voort op het werk van Paul Juffermans die heeft laten zien dat religie in Spinoza’s werken drie verschillende betekenissen verkrijgt, namelijk 1. illusoire en schadelijke bijgelovige opvattingen die ervoor zorgen dat mensen elkaar gaan haten en elkaar gaan vervolgen; 2. onwetenschappelijke, maar extreem nuttige dogma’s van het geloof die een ieder moet aanpassen aan zijn of haar begripsvermogen opdat hij of zij een leven kan leiden waarin de liefde voor God en de naaste voorop staat; en 3. de filosofische religie die leidt tot de amor intellectualis Dei. Op deze wijze heeft Spinoza ons voorzien van een genuanceerde normatieve theorie die ons kan helpen om bestaande religies te evalueren.

Spinoza’s religie-theorie laat zien dat, anders dan de omschrijvingen van Spinoza als een atheïstisch, seculier en liberaal filosoof het doen voorkomen, Spinoza religie – begrepen als Bijbels geloof of als filosofische religie – beschouwde als iets dat onmisbaar was voor de samenleving. Anders ook dan de Straussiaanse opvatting, volgens welke Spinoza’s religie-theorie vol staat met tegenstrijdigheden, reden waarom zijn werken ‘tussen de regels’ gelezen zouden moeten worden, stelt deze studie dat de drie perspectieven elkaar niet uitsluiten, maar in feite naast elkaar kunnen bestaan. Spinoza’s religie-theorie kan, zoals Calos Fraenkel heeft laten zien, begrepen worden als een die behoort tot een lange traditie van filosofische religies. Deze traditie, die een aanvang neemt met Plato, combineerde een filosofische notie van het Goddelijke als het perfecte voorbeeld van redelijkheid met de opvatting dat historische religies geherinterpreteerd moesten worden als pedagogisch-didactische middelen om het gewone volk naar een redelijk bestaan te leiden.

Deze studie maakt gebruik van een arsenaal aan argumenten om te laten zien dat Spinoza niet enkel een criticus was van religie en de Bijbel, maar dat hij deze ook aanbeveelt aan individuen en samenlevingen. Spinoza’s religieuze ideeën waren, zoals het contextuele historische onderzoek van Henri Krop en anderen heeft laten zien, volgens de vrienden in Spinoza’s kring te begrijpen als een voorbeeld van een ‘redelijk christendom’. Krop en anderen stellen ook dat Spinoza, net als zijn tijdgenoten, een voorstander was van een door de staat geleide ‘openbare kerk’, waarin het geloof van de algemene bevolking wordt bewaakt en waarin bijgelovige opvattingen die de samenleving uiteen kunnen rijten bestreden worden.

      Een nauwkeurige lezing van Spinoza’s politieke teksten laat zien dat Spinoza meende dat de samenleving een religie nodig heeft, en dat ware vrijheid niet bereikt kan worden zonder religie. Spinoza’s politieke filosofie moet kortom gelezen worden tegen de achtergrond van zijn religie-theorie. 
 

2 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De dissertatie is straks hier te vinden [Under embargo until 2021-04-23]

    https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/79825

    BeantwoordenVerwijderen