Pagina's

vrijdag 1 februari 2019

Siegfried Grzymisch (1875 - 1944) promoveerde magna cum laude op #Spinoza


Geboren in het Poolse Pleschen in een joods gezin op 4 augustus 1875, kreeg Siegfried Grzymisch na zijn gymnasium aan het Królewskiego Katolickiego Gimnazjum [Koninklijk Katholiek Gymnasium] in Chełmno, zijn opleiding aan het Theologisch Seminarium in Breslau, waar hij bij Jacob Freudenthal in 1898 promoveerde tot doctor in de filosofie op de dissertatie Spinozas Lehre von der Ewigkeit und Unsterblichkeit. [Inaugural-Dissertation zur Erlangung der philosophischen Doctorwürde].
In 1903 werd hij gedurende een jaar de kehillah's rabbijn in Schneidemühl. Hij werd rabbijn in Piła, Magdeburg, Gdańsk en Karlsruhe. Van 1911 tot 1940 werd hij districtsrabbijn en lid van de raad van bestuur van het joodse weeshuis van Baden, in Bruchsal.
Bruchsaler Synagoge nach der Zerstörung in 1938
Tijdens de Reichspogromnacht werd de synagoge in Bruchsal in de vroege uren van 10 november 1938 in brand gestoken. Dr. Siegfried Grzymisch die toen districtsrabbijn in Bruchsal was, werd samen met andere joodse burgers in „Schutzhaft“ genomen [cf.].  Van 11 november 1938 tot 2 december 1938 werd hij in het concentratiekamp Dachau gevangen gezet. Op 22 oktober 1940 werd hij gedeporteerd, eerst naar het interneringskamp Gurs in Frankrijk en later naar het verzamelkamp Drancy, net buiten Parijs, vanwaar hij en z’n vrouw Karola tenslotte op 7 maart 1944 naar het vernietigingskamp Auschwitz werden overgebracht, waar ze vermoord werden.

Nadat ik het bovenstaande van diverse zijden (zie bronnen onder) bij elkaar gesprokkeld had, ontdekte ik deze encyclopedische informatie [met het gymnasium blijkt het toch anders te zitten?]:



 

Siegfried Grzymisch, Spinozas Lehre von der Ewigkeit und Unsterblichkeit. Inauguraldissertation. Breslau: T. Schatzky [Druck],  1898 – 59 pagina's  – archive.org cf. ook ub.uni-koeln



In Jüdisches Literaturblatt verscheen in 1902 een recensie:
Benzion Seligkowitz, “Rezension zu Siegfried Grzymisch, Spinozas Lehren von der Ewigkeit und Unsterblichkeit.” In: Jüdisches Literaturblatt 26 No 5 - 1902, p. 40 [Cf. in sammlungen.ub.uni-frankfurt]. Ik haal hem hier naar binnen (als je erop klikt krijg je de tekst groter).
 
_________________
Bronnen:
kehilalinks.jewishgen.org/Pila/rabbis.html

Lijst van de meest opvallende afgestudeerden van de Królewskiego Katolickiego Gimnazjum [cf.]

de.wikipedia.org/wiki/Siegfried_Grzymisch

BIOGRAPHISCHES HANDBUCH DER RABBINER. Teil 2 Die Rabbiner im Deutschen Reich 1871-1945. Herausgegeben von Michael Brocke und Julius Carlebach; Bearb. v. Katrin Nele Jansen, Jörg H. Fehrs & Valentina Wiedner,  Walter de Gruyter, 2009 [PDF - cf. books.google]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten