Pagina's

zaterdag 30 september 2017

Een foute cover op een waarschijnlijk goed boek



In het blog van 17 september 2017: “Spinoza én het Spinozisme behoorlijk uitgedaagd” meldde ik al dat van Maxime Rovere gaat verschijnen:
Jarig Jellesz et Lodewijk Meyer, Spinoza par ses Amis [Préface et Index aux Opera Posthuma de Spinoza]. Préface de Maxime Rovere -Traduction du latin, présentation et notes par Maxime Rovere. Payot & Rivages [collection: Rivages Poche Petite Bibliothèque], 2017. Verschijningsdatum: 04/10/2017 [cf. livre.fnac waar ik de cover vandaan heb]
Van de site van het – als alles volgens plan verliep [cf. blog] – deze week verschenen Le clan Spinoza van Maxime Rovere haal ik deze toelichtingen op dit nieuwe boek:
Leurs vies sont si inséparables qu’ils ont écrit leurs œuvres en écho les uns aux autres : entre Bento de Spinoza, Jarig Jellesz et Lodewijk Meyer, l’amitié a été aussi forte, l’intimité aussi grande qu’entre Montaigne et La Boétie. Meyer a donné à Spinoza l’essentiel de sa physique ; Jellesz l’a introduit à une spiritualité mêlant rationalisme, sensibilité et goût du dialogue. A partir de ces éléments, Spinoza, d’année en année, n’a cessé d’écrire des textes que Jellesz et Meyer ont patiemment relus, commentés, corrigés, traduits – jusqu’à ce qu’ils les publient tous en même temps, à la mort de leur ami, sous le titre Opera Posthuma.

Volgens Michael A Istvan Jr. is Spinoza een realist in de variant van universalist

 
Via een tweet wees hij gisteren op zijn dissertatie

Istvan, Michael A (2015). Spinoza and the Problem of Universals: A Study and Research Guide. Doctoral dissertation, Texas A & M University. Available electronically from http://hdl.handle.net/1969.1/155631

En wat voor dissertatie! [PDF] Meer dan 700 bladzijden, nou ja 701, waarvan de bibliografie 233 bladzijden beslaat! Hij typeert zijn werk dan ook als een ‘investigatory bibliographic project’. In zijn aknowledgments bedankt hij zo ongeveer de hele Spinoza scholar wereld (zo ongeveer alleen Yithak Melamed niet); z’n bibliografie omvat bijna de hele secundaire Spinoza-literatuur, zo lijkt het. En zeer opvallend: hij is de eerste bij wie Lucia Lermond, die we zo veel op dit blog besproken hebben, voorkomt – en niet alleen in de literatuurlijst, maar meermalen in de tekst en voetnoten. Michael A Istvan heeft zeer veel werk van zijn onderwerp gemaakt. Z’n onderwerp wordt m.i. heel duidelijk uit zijn samenvatting:

vrijdag 29 september 2017

Ludwig Büchner (1824 – 1899) legde Spinoza uit in de trant van zijn eigen radikaal materialistische denken


Ludwig Büchner was arts, natuurwetenschapper en filosoof, die in de zgn. Materialismusstreit die in de 19e eeuw woedde, naast Carl Vogt en Jakob Moleschott een van de vruchtbaarste en succesvolste vertegenwoordigers van het radikale natuurwetenschappelijke materialisme was. Hij was een van de belangrijkste, zeker populairste filosofen van de 19e eeuw. Maar, anders dan zijn oudere broer, de toneelschrijver en filosoof Georg Büchner (1813-1837), hoor je weinig meer over Ludwig.
In de herfst van 1844 verbleef Ludwig enige maanden in Straatsburg waar hij zich als student medicijnen aanmeldde, toen daar ook Wilhelmine Jaeglé weer woonde met wie Georg verloofd was geweest. Ten afscheid schonk Wilhelmine Jaeglé Ludwig het script van Georg Büchner over Spinoza met op de eerste bladzijde de opdracht: "à Louis. Le 4 Décembre 1844". [Cf. en cf.] Al vroeg moet hij dus – in ieder geval via zijn jong overleden broer - van Spinoza hebben gehoord.
Ludwig studeerde filosofie en geneeskunde in Gießen waar hij Vogt leerde kennen. In 1848 deed hij zijn staatsexamen en verwierf een positie als privaatdocent aan de Universiteit van Tübingen. Onder invloed van de revolutionaire ideeën van zijn overleden oudere broer Georg nam hij in 1848, als lid van de door Vogt geleide burgerwacht, deel aan de Maartrevolutie. Gedurende de jaren van de reactie richtte hij zich op het uitschakelen van het ondemocratische regime. Najaar 1848 promoveerde hij cum laude op Beiträge zur Hall'schen Lehre von einem excimotorischen Nervensystem. Hij verdedigde zijn proefschrift met de stelling: ‘De persoonlijke ziel is zonder een materieel substraat ondenkbaar’. Hieruit spreekt al duidelijk zijn materialistische wereldbeschouwing. Na zijn promotie, vanaf 1849, werkte hij als arts in Tübingen en als privaatdocent in de medische faculteit aldaar. Daar kwam hij in 1854 voor het eerst in aanraking met de leer van Jacob Moleschott, een "Hauptvertreter und Begründer des naturwissenschaftlichen Materialismus" (volgens Dreisbach-Olsen). Om nog slechts één gegeven te noemen: in 1881 stichtte hij de Deutscher Freidenkerbund om weerstand te bieden tegen de macht van de staatskerken in Duitsland [cf. wiki].

David Ives’s New Jerusalem: The Interrogation of Baruch de Spinoza blijft on stage



Al vaker heb ik opgemerkt dat het stuk van David Ives een klassieker is geworden die telkens opnieuw wordt opgevoerd.

Het New Jewish Theatre in Saint Louis gaat van 4 – 22 april 2017 weer op de planken brengen:

New Jerusalem: The Interrogation of Baruch de Spinoza at Torah Talmud Congregation: Amsterdam, July 27, 1656 by David Ives;
directed by Tim Ocel;
starring Chris Tipp, John Flack, Jim Butz, Will Bonfiglio, Jennifer Theby-Quinn, Karlie Pinder and Greg Johnston.

Cf. en cf.

donderdag 28 september 2017

Ethica-vertaling en toelichting van Karel D’huyvetters verschenen

 

Na De Brieven over God (Coriarius 2016) heeft Karel D’huyvetters twee nieuwe delen uitgebracht in zijn reeks Bibliotheca Spinozana Flandrica: n.l. zijn vertaling van de Ethica en - in een apart deel - zijn toelichting, die hij eerder bracht op zijn website: Spinoza in Vlaanderen. De boeken zijn tezamen te bestellen (zie hier op zijn website). Karel is met zijn uitgave net de nieuwe vertaling van de Ethica door Maarten van Buuren voor, die volgens uitgeverij Anbo/Anthos in oktober zal verschijnen. [Cf. blog].  Ik vind het een knappe prestatie van Karel, die ik hierbij graag feliciteer met deze vertaal-, toelicht- en uitgeefprestatie.

Karel D'huyvetters, Spinoza: Ethica, uit het Latijn vertaald en toegelicht,
deel 1 Vertaling, 256 blz., deel 2 Toelichting, 432 blz., Bibliotheca Spinozana Flandrica II & III,
Uitgeverij Coriarius, 2017, softcover 17 x 24 cm.

Goce Smilevski: van roman, via toneelstuk en een performance en installatie, naar een dans-theater performance over Spinoza

De Macedonische schrijver Goce Smilevski schreef een boek, Gesprekken met Spinoza (in het Nederlands vertaald als: Het web van Spinoza). Daarvan maakte hij een toneelstuk Spinose dat uitgevoerd werd tijdens het 46e 'Vojdan Cernodrinski' Theater Festival dat van 10 tot 16 juni 2011  in Prilep in Macedonië werd gehouden [cf. blog]. Hij ontving er de 10e Award voor de beste tekst mee.

Daarna vond op 30 sept. 2016 de première plaats van “Spinozova leca” [Spinoza's lens], een drama, performance en installatie over Spinoza’s leven en filosofie van de Sloveense Barbara Novakovic Kolenc. [Cf. en cf.] Het betrof een idee van Barbara Novakovic Kolenc, dat de schrijver en regisseur van het stuk, opdeed in een gesprek met Spinoza-auteur Goceja Smilevski. [cf. blog]
Op basis van het toneelstuk is vervolgens een dansproject gemaakt dat, onder regie van Barbara Novakovič Kolenc, op 5 en 6 oktober 2017 zal worden uitgevoerd in Ljubljana. [Cf. en cf.] Het zwart-wit kostuumontwerp is van Leona Kulaša.  
 

Kortom, Goce Smilevski en vooral Barbara Novakovic Kolenc lijken Spinoza flink uit te melken.
Cf. blog met mijn bespreking van Het web van Spinoza

woensdag 27 september 2017

Jhr. mr. dr. J. J. von Schmid's rede "Spinoza als staats- en rechtsfilosoof" geherpubliceerd

Daar ik de rede "Spinoza als staats- en rechtsfilosoof" die Jhr. mr. dr. J.J. von Schmid hield bij de herdenking van Spinoza's 300e geboortejaar op 29 december 1932 in de Agnieten-kapel te Amsterdam [cf. vorige blog], zeer interessant vind en hij mijns inziens ook in onze tijd nog zeer van waarde is (ik vind zijn beschouwing over Spinoza's politieke denken b.v. beter dan die van Kees Schuyt in zijn Spinoza en de vreugde van het inzicht (uit 2017)], heb ik deze opgediept uit de in het vorige blog vermelde wat onhandig uitgevoerde PDF-publicatie en in een apart PDF op internet geplaatst. Lezing aanbevolen. Daarom meld ik dit ook even in dit blog.
 
Samuel Hirszenberg (1865 – 1908) Spinoza wyklêty - Spinoza in de ban, 1907 [cf. blog]
 

Jhr. mr. dr. Johan Jacob von Schmid (1895-1977) was 15 jaar voorzitter van de VHS

Een, zoals hij het benoemde, anekdote over de bezwaren die de toenmalige voorzitter van de Ver. Het Spinozahuis, J.J. von Schmidt had tegen het verkrijgen van het Haagse Spinozahuis, deed mij op zoek gaan naar deze Von Schmid. Die anekdote breng ik aan het eind.
Er is over deze persoon geen Wikipedia- of andere internetpagina gemaakt, zodat ik brokstukjes informatie overal vandaan moest sprokkelen. Er is wel een pagina primaire teksten van en secundaire literatuur over J.J. von Schmid bij de DBNL, maar die geeft geen biografische informatie.
Jhr. Dr. Johan Jacob von Schmid was hoogleraar in de wijsbegeerte van het recht en de moraal aan de Universiteit van Brussel. [cf.] Zijn levensdata vond ik hier en bij  Worldcat.
Jhr. dr. J. J. von Schmid was secretaris van de “Vereeniging voor Wijsbegeerte des Rechts.” In  de vergadering van 18 april 1931 werd hij namens die vereniging benoemd tot vertegenwoordiger in het bestuur van de afdeeling Nederland van de „Kant-gezellschaft" [aldus een bericht in De Gooi- en Eemlander van 20-04-1931 [cf Delpher]. Taak van het recht is “niet het construeeren van tegenstellingen, maar het overbruggen daarvan.” [Zo zei hij in een verg. van de Veereniging voor Wijsbegeerte des rechts” in dec. 1932 [Cf. Delpher]
Hij was in sterke mate bezig met sociologie en recht en maakte deel uit van het oprichtings-comité dat op 4 april 1936 de Nederlandsche Sociologische Vereniging oprichtte. Hij werd secretaris van het dagelijks bestuur van deze vereniging. [PDF]  

Can you explain the role that Spinoza plays in The Weight of Ink?


Op 10-06-2017 had ik het blog: “Roman over de invloed van Spinoza's "ketterij" op de joodse gemeenschap in de 17e eeuw en tegenwoordig.”
Gisteren bracht het Blog APA van de American Philosophical Association het interview dat Skye Cleary, adjunct lecturer at Columbia University and Barnard College, had met de schrijfster van het boek The Weight of Ink, Rachel Kadish, onder de titel: “On Asking Dangerous Questions About Spinoza.” Het gaat, zoals duidelijk moge zijn, over wat Spinoza voor de schrijfster betekent en waarom zoveel Spinoza in een hedendaagse roman.
Daar ik niets meer kan toevoegen aan mijn gearchiveerde blogs, breng ik deze informatie in een nieuw blog.
 
(Houghton Mifflin Harcourt, 2017)

dinsdag 26 september 2017

Willis Barnstone dichtte “Spinoza in the Dutch ghetto”



Volgens en.wikipedia is Willis Barnstone (born November 13, 1927) an American poet, memoirist, translator, Hispanist, and comparatist. He has translated the Ancient Greek poets and the complete fragments of the pre-Socratic philosopher Heraclitus (Ἡράκλειτος). He is also a New Testament and Gnostic scholar.” In zijn
Willis Barnstone, Life Watch: Poems. BOA Editions, Ltd., 2003 werd zijn gedicht “Spinoza in the Dutch ghetto” opgenomen
De flap van Life Watch: “A Circle of Ninety-One Nights is an ambitious sequence of -poems that begins in childhood, moves through Barnstone's adult years, and returns to youth. The poems engage and reflect on the civil wars that the author found himself in the midst of, Mexican orphanages, the cafes and arts salons in Paris, and walking with Borges. As the circles of these poems widen, they gather many perspectives on a life watched.
Willis Barnstone has taught at universities in Greece and Argentina and authored more than 40 books—poetry collections, poetry translations, philosophical and religious texts. The New Covenant, his literary translation of the New Testament, was published in 2001 (Riverhead Books).”
Uiteraard ga ik dat gedicht hieronder opnemen. Maar de informatie onder NOTES & ACKNOWLEDGMENTS lijkt enigszins afbreuk te doen aan de kwaliteit van het gedicht.

Over C. de Deugd (Ed.), Spinoza's political and theological thought (1984)


Dit blog wordt een aanvulling op het boek over de Spinozareceptie in Nederland van Henri Krop, Spinoza. Een paradoxale icoon van Nederland (2014). In Hoofdstuk XI “De rehabilitatie van Spinoza na de Tweede Wereldoorlog,” gaat §5.1 over “De naoorlogse Spinoza-herdenkingen: 1977, 1982 en 1997. Daarin lezen we: “Wat ook de verklaring mag zijn, het is een feit dat de viering van het geboortejaar in 1982 niet alleen door de universiteiten, maar ook in de openbaarheid bijna geheel genegeerd werd. (p. 674) En na de beschrijving van de vieringen in 1977, schrijft hij een aantal bladzijden verder: “De publieke aandacht was in 1982 sterk verminderd. Alleen de dagbladen schreven over Spinoza.” (p. 685) En vervolgens geeft hij daarvan een overzicht. “NRC Handelsblad deed op donderdag 25 november verslag van de opening van het Amsterdamse symposium ter viering van Spinoza’s geboortedag.”
Opmerkelijk is dat hij, die juist zoveel accent gaf aan het ‘geleerd spinozisme,’ geen enkele aandacht geeft aan het “International symposium under the auspices of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences commemmorating the 350th anniversary of the birth of Spinoza Amsterdam 24-27 november 1982,” zoals de ondertitel luidt van het boek dat in 1984 onder redactie van Cornelis de Deugd bij de North-Holland Publishing Company [imprint van Elsevier die het in 1970 had overgenomen] verscheen. Aan symposium en dit boek geeft hij geen aandacht, ook niet in de in dat hoofdstuk volgende paragraaf 5.3 over Cornelis de Deugd (1924-2010).
Ook Wiep van Bunge heeft in zijn artikel “GELEERD” SPINOZISME IN NEDERLAND EN VLAANDEREN, 1945-2000 [in: Tijdschrift voor Filosofie, 71ste Jaarg., Nr. 1 (EERSTE KWARTAAL 2009), pp. 11-36] geen aandacht voor dit symposium en boek; hij noemt het boek wel in een voetnoot op p. 22, maar alleen via een verwijzing naar het hoofdstuk van Hubbeling in dat werk, en zegt dus niets over dat boek.

maandag 25 september 2017

Frank Sewall (1837-1915) Swedenborgiaanse geestelijke die waarderend over Spinoza schreef [5 en slot]


Na vier blogs over Frank Sewall (1837-1915) die een inleiding schreef op Spinoza (ik vermeld ze onder), wil ik hier in een slot-blog nog even terugblikken op wie en wat ik ontdekte. Ik was zeer onder de indruk van diens inleiding, waaruit duidelijk iemand aan het woord bleek die van wanten wist. Waar kon dat op gebaseerd zijn? Wie was die auteur? En waarom kwam ik die naam in de secundaire Spinozaliteratuur nergens tegen?

Het bleek te gaan om een zeer erudiete auteur, een aanhanger van Swedenborg  en Swedenborgiaanse geestelijke, die behoorlijk wat schreef en niet alleen Swedenborg-gerelateerde teksten.

Ik ben best onder de indruk als je ziet welke studies hij afleverde in de periode waarin hij ook nog eens die gedegen toelichting op Spinoza gaf: een inleiding op de The method, meditations and philosophy of Descartes (1901); een tweede, herziene editie van Emanuel Swedenborg, The soul, or Rational psychology (1900); de redactie van en inleiding op Immanuel Kant´s Dreams of a Spirit-seer (1900), waarvoor hij zeer veel uit de kast haalde.

Veel had hij tot hij de inleiding op Improvement of the Understanding, Ethics, and Correspondence of Benedict De Spinoza [Translated by R.H.M. ELWES (1901)] bracht, nog niet over Spinoza gepubliceerd. Dus op grond waarvan de uitgever M. Walter Dunne of zijn redacteur, Oliver H. G. Leigh, aan Frank Sewall dachten om een nieuwe inleiding voor de uitgave te laten schrijven, kan ik niet inschatten, maar dat je Sewall om zo’n boodschap kon sturen, was wel duidelijk.

Spinoza afgebeeld in gebrandschilderd raam in het Unitarian Meeting House te Exeter


Op 31-08-2013 had ik een blog over Spinoza, afgebeeld in een gebrandschilderd raam in Exeter. Het is me niet gelukt er meer informatie over te vinden dan ik in dat blog geef. Onlangs probeerde ik het weer, maar kwam geen stap verder: en zo vaak kom je die afbeelding niet tegen. Maar zie, gisteren had Andrew James Brown, religious naturalist & Unitarian minister in Cambridge, een prachtig blog over het boek van
Agnes Arber, The Manifold & the One [London, John Murray, 1957, xiii + 146 pp- reprint Theosophical Pub. House, Wheaton, Illinois, U.S.A., 1967]
Spinoza in a window in Exeter Unitarian Meeting House

Waarover hij schrijft dat toen hij het een tiental jaren geleden ontdekte: “I quickly discovered that Spinoza's kindly and creative spirit suffused the whole book.”
 
In dat blog had hij ter illustratie deze afbeelding met dit onderschrift: Spinoza in a window in Exeter Unitarian Meeting House. Dat het om een ontmoetingshuis van de Unitariërs in Exeter ging, had ik al wel vermoed maar nog niet eerder ergens gelezen.

Over deze Andrew James Brown had ik al eens een blog op 25-07-2009: “Interessante website Caute van een Spinozistische dominee.”

Daarna was ik hem wat uit het oog verloren, maar gisteren meldde hij zich weer, via dit plaatje dat google.images vandaag direct aanbood. Ik vermoed dat hij me aanleiding geeft ook nog eens wat meer op zoek te gaan naar Agnes Arber om te zien hoe zij Spinoza in haar denken oppakte.

zondag 24 september 2017

Spinoza in de mist

Vanmorgen stuurde Martin Lamboo een tweet met deze fraaie foto van Nicolas Dings' Spinoza-beeld in de mist.

Frank Sewall (1837-1915) vergeleek Spinoza met Swedenborg


In het blog van 20-11-2015 “Ethan A. Hitchcock's vergelijking van Spinoza en Swedenborg” schreef ik: “Daar ik geen aanleiding zie om nog eens een apart blog aan Emanuel Swedenborg te wijden, plaats ik hier zijn afbeelding i.p.v. nog eens Hitchcock.” Nu geeft Frank Sewall aanleiding om toch nog eens over Emanuel Swedenborg te schrijven. Ethan A. Hitchcock gaf een vergelijkend overzicht dat duidelijk maakte dat Swedenborg Spinoza goed bestudeerd moet hebben. Sewall schrijft in de tekst die ik zo dadelijk citeer: “We find nowhere any mention of Spinoza by Swedenborg, and can easily understand why he might not have felt attracted to his teaching.”
Emanuel Swedenborg (1688-1772) was een Zweeds wetenschapper en theoloog. Hij deed ontdekkingen in de natuurwetenschappen, waaronder de astronomie, geologie en mineralogie. Zijn intensief zoeken naar antwoorden op ultieme vragen, deed hem op 55-jarige leeftijd ontwaken en een uniek inzicht in de werking van ‘de geestelijke wereld’ krijgen. Hij besteedde de rest van zijn leven aan het schrijven over deze ervaringen en hoe mensen kunnen komen tot een dieper besef van het goddelijke. Hij had invloed op velen. De voortdurende aantrekkelijkheid van zijn denken ligt zonder twijfel in zijn inzichten in het leven na de dood, zijn concepten over de goddelijke liefde, en zijn focus op persoonlijke en sociale ontwikkeling. [Cf.]

Frank Sewall (1837-1915) schreef een inleiding op Spinoza [3]


Ja, Rev. Frank Sewall schreef een in mijn ogen schitterende inleiding op de 1901-editie van Spinoza-vertalingen van R.H.M. Elwes. In de vorige blogs (1 en 2) heb ik verteld hoe ik op deze inleiding stuitte. Maar wie was die Frank Sewall? De zoektocht naar hem heeft mij flink bezig gehouden – er viel veel over en n.a.v. hem te ontdekken.
Frank Sewall heeft geen pagina op Wikipedia, terwijl dat heel goed wel zou hebben gekund. Maar de wegen van deze internet-encyclopedie zijn ondoorgrondelijk. Enfin, hij heeft al een kleine pagina; daarin lezen we dat hij pastor was in een Swedenborgiaanse kerk in Glenview; het accent ligt bij die site op hymnes die hij schreef. Van hem verscheen in 1867 The Christian Hymnal (cf.). Zo weten we al iets. Het Swedenborgianisme is een godsdienstige stroming op basis van de werken van de Zweedse theoloog Emanuel Swedenborg. We gaan ontdekken dat Sewall zich zeer actief met de Swedenborgkunde heeft bezig gehouden.
Hier vervolgens het Lemma Sewall, Frank in Nathan Haskell Dole, Forrest Morgan, & Caroline Ticknor (Eds), The Bibliophile Dictionary: A Biographical Record of the Great Authors. The Minerva Group, Inc., 2003 – books.google
Hierin ligt het accent op zijn literaire werk. Elders lezen we:

vrijdag 22 september 2017

Frank Sewall schreef een inleiding op Spinoza [2]


Voor de uitgave van de Improvement of the Understanding, Ethics, and Correspondence of Benedict De Spinoza  die M. Walter Dunne Publisher in 1901 uitbracht in zijn reeks Universal classics library (waarover het vorige blog informatie bracht) schreef Frank Sewall de INTRODUCTION. Ik was onder de indruk van die inleiding en ging op zoek naar wie die Frank Sewall was. Eerst echter breng ik in dit blog die inleiding, waarvan ik zeer onder de indruk ben, met de uitnodiging aan de bezoekers van dit blog daarvan kennis te nemen. In een volgend blog kom ik dan met nadere informatie over deze Sewall, die hier in kort bestek zo’n knappe samenvatting van Spinoza’s filosofie geeft. Reden te meer om je af te vragen: wie is die auteur van deze tekst? Enfin, mijns inziens is er alle reden dit stuk uit de mottenballenkist te halen waar de geschiedenis het in gestopt heeft.

Frank Sewall schreef een inleiding op Spinoza


M. Walter Dunne Publisher besloot in 1901 een Universal classics library te gaan uitbrengen. Daarin zou ook Spinoza worden opgenomen en wel door een nieuwe editie uit te brengen van het tweede deel van de in 1883 en 1884 bij George Bell and Sons in Londen uitgekomen The Chief Works of Benedict de Spinoza, translated from the Latin, with an Introduction by R.H.M. Elwes.

Van het eerste deel, B. Spinoza – Tractatus-Theologico-Politicus& Tractatus Politicus: Translated from the Latin, with an Introduction by R.H.M. Elwes, was door Routledge in 1890 een luxe editie uitgekomen (cf. blog).


[foto van boeken in de Universal classics library van hier]
 

 

Het was dus tijd voor een nieuwe fraaie editie, waarvoor M. Walter Dunne Publisher of zijn redacteur, Oliver H. G. Leigh, besloten om Frank Sewall er een nieuwe inleiding voor te laten schrijven. Dat werd

Improvement of the Understanding, Ethics, and Correspondence of Benedict De Spinoza. Translated by R.H.M. ELWES with An Introduction by Frank Sewall. Washington & London: M. Walter-Dunne, Publisher, 1901 – archive.org

In 1933 werd het door weer een andere uitgever, Tudor uit New York, uitgegeven als

Philosophy of Benedict De Spinoza. Translated from the Latin by R. H. M. Elwes. with an Introduction by Frank Sewall, M. A. “New York: Tudor, 1933
Meer edities verschenen, o.a. door Willey, in 1995  

Dit Spinoza-blog oefent enige invloed uit…


Van de vertaler van Spinoza’s hoofdwerken, Robert Harvey Monro Elwes, wiens vertaling op internet zeer vaak wordt genoemd en gebruikt, zag je tot 28 maart 2015 alleen maar het geboortejaar genoemd, nergens werd zijn sterfjaar vermeld.
Tot ik op 28-03-2015 het blog kon brengen dat ik zijn sterfjaar had ontdekt.
En zie: het is aangekomen en nu zie je hier en daar zijn levensdata voorbijkomen – bijvoorbeeld op worldcat en wikisource.
Het is een bescheiden begin, maar een begin.  
Toen ik dit ontdekte en hierdoor weer even met de Elwes-vertalingen bezig ging, deed ik een leuke (voor mij) nieuwe ontdekking, waarover ik binnenkort kom te bloggen.

Hiernaast de band van de luxe Routledge-editie van 1890 van
B. Spinoza – Tractatus-Theologico-Politicus & Tractatus Politicus: Translated from the Latin, with an Introduction by R.H.M. Elwes - London, Routledge, 1890 - 1e druk - 388 pp. - Lederen band, ribben op de rug, gemarmerde platten, goud op snee, aldus omschrijft catawiki deze aanbieding. Dat “1e druk” is niet juist, de eerste druk van het eerste deel kwam uit in 1883.


Hier nog een cover van een van de vele tientallen edities van de Elwes-vertalingen
 

« Non, Spinoza ne fut ni un héros, ni un saint, ni même un sage »


Signalement
Pierre Zaoui bespreekt Le Clan Spinoza van Maxime Rovere in Philosophie Magazine van 21 september 2017 [cf.] Lead tekst:

"Les mondes de Spinoza/Dans un récit enlevé, Maxime Rovère met en scène la vie et la pensée de l’auteur de l’“Éthique”, égratignant au passage nombre d’éléments de sa légende. Hérétique ? Pas pour Pierre Zaoui, qui salue ici la performance. Il y voit le portrait tout en nuances d’un philosophe de et dans son temps. Aussi inspiré, et mystérieux, qu’un tableau du Siècle d’or hollandais."

donderdag 21 september 2017

Emile-Auguste Chartier vooral bekend als Alain (1868 - 1951) schreef Spinoza (1900)


Alair was een enigszins aparte Franse filosoof wiens naam je nog steeds af en toe. tegenkomt, wanneer aforismen van hem geciteerd worden. En bepaalde boeken van hem worden nog steeds herdrukt. Hij heette Emile Auguste Chartier, maar ging onder het pseudoniem Alain vanaf 1906 dagelijks stukjes schrijven onder de titel "Propos" in de Depeche de Rouen. Er zijn wel 5000 van die stukjes geteld, waaruit later weer boekjes werden samengesteld.-En het is onder die bij een breed publiek bekende naam dat zijn werk wordt uitgegeven.
Ik had-al eens een-blog n.a.v. zijn aforistische tekst « Penser le mal, c'est penser mal ». [Het  kwaad denken is slecht denken]. Die tekst komt uit zijn eerste publicatie.
Zijn eerste publicatie was een boekje dat in 1900 verscheen: Spinoza. Hij had al eerder,  in 1891, een tekst geproduceerd: La théorie de la connaissance des Stoïciens, maar die werd pas in 1964 -gepubliceerd.
Dat boekje over Spinoza werd in 1946 opnieuw gepubliceerd door Gallimard en is sindsdien vaker herdrukt. Het is deze tekst (althans de Gallimard-editie van 1949) die als PDF op internet is te vinden en daar wil ik in dit blog op wijzen. Tot mijn verbazing wordt in deze digitale uitgave alleen maar meegedeeld dat het de uitgave uit 1946, resp. 1949  brengt, maar nergens dat de tekst oorspronkelijk in 1900 werd gepubliceerd.

woensdag 20 september 2017

Ter herinnering: a.s. zondag laatste excursie "in de voetsporen van Spinoza"


Het wordt in ieder geval de laatste excursie van dit jaar, maar mogelijk definitief de laatste die Jossi Efrat organiseert. Hij heeft al vaker gezegd dat hij ermee wil stoppen. Een keer zal dus de laatste wezen en wellicht is dat die van zondag 24 september 2017. Als u zo’n excursie meegemaakt wilt hebben, kunt u zich beter opgeven – voor het te laat is. Hoe dat kan en hoe het programma eruit ziet, ziet u op dit blog.

De wintersnoge in Amsterdam

Duidelijk waaraan de VHS de komende tijd gaat werken


Gisteren schreef ik in de inleiding op het gastblog van Adrie Hoogendoorn, dat mij uit het verslagje van Filip Buijse en uit zijn stuk nog niet duidelijk werd wat de volgende stappen zijn van de VHS om de toekomst van de vereniging veilig te stellen. En zie, gisteren verscheen op de website van de VHS deze tekst, die ik hier graag doorgeef:

Vijf projectvoorstellen n.a.v. de ledenvergadering 16 sept.
Op de bijzondere ledenvergadering van 16 september hebben de leden aangegeven meer bij de beleidsvorming te willen worden betrokken. Het bestuur gaat de komende 9 maanden vijf projectvoorstellen uitwerken:
1. Een onderzoek onder de leden die geen e-mail hebben naar hun wensen,
2. Een waardig afscheid van Theo v.d. Werf en van Mirjam van Reijen,
3. Doel van de leeszaal bepalen, bemensing en benadering Nederlands publiek,
4. Ledenwerving onder Nederlandse en Vlaamse filosofiestudenten,
5. Uitgangspunten bepalen voor nieuwe statuten en reglementen.
De voorstellen komen op de agenda van gewone ledenvergadering van 26 mei 2018 in Rijnsburg.

Inderdaad, Remco Campert’s gedicht voor Jan Wolkers hoort in het Corpus Poeticum Spinozanum



Vandaag ontving ik een-mail van Jasper von Grumbkow [van de Spinoza Kring Limbrug] waarin hij mij wees op het gedicht dat Remco Campert n.a.v. de dood van Jan Wolkers maakte en dat, mét een schets van Jan Wolkers door Paul Citroen in de Volkskrant van 24 oktober 2007 verscheen.
Ik citeer uit Jaspers e-mail:
In de periode dat het zo slecht met jou ging, kwam ik een “spinozistisch” gedicht van Remco Campert tegen dat Campert op aanvraag van de Volkskrant schreef ter gelegenheid van de crematie van Jan Wolkers, aldaar voordroeg, en dat ik niet in jouw archief zag staan onder: Corpus Poeticum Spinozanum
Dat klopt. Zowel dat het niet in de rubriek van Spinoza.blogse met Spinoza-gedichten voorkomt, als dat dit gedicht van Campert iets Spinozistisch heeft. Nu kan ik jammer genoeg niets meer veranderen aan die rubriek, maar ik kan wel t.z.t. een aanvulling erop maken in dit nieuwe blog. Ik begin dus alvast het mooie gedicht hier op te nemen. Met dank aan Jasper.

dinsdag 19 september 2017

De Vereniging Het Spinozahuis in beroering


“Er valt veel over te zeggen maar niet in de openbaarheid,” schreef een Josien in reactie op het blog van 15 september 2017 over "Morgen Bijzondere Algemene Leden Vergadering van de Vereniging Het Spinozahuis.” Zondag bracht ik het “Kort verslag van Filip Buyse van de Bijzondere ALV van de VHS van gisteren.” Het gaf een bescheiden sfeerimpressie, maar zoals Bas Beekhuizen terecht constateert: “het geeft geen verslag waarin over het bestuursstandpunt of de voorstellen van Kees Schuyt besloten is.” N.a.v. ‘mijn ‘oproepje’ zond Adrie Hoogendoorn mij onderstaand stukje toe. Ook daarin gaat hij niet in op wat het bestuursstandpunt was en wat er nu besloten is en wat de volgende stappen zijn. Maar het voordeel van het stuk van Hoogedoorn is dat het een schets geeft van de crisis in de Vereniging Het Spinozahuis over een langere periode. En het grote voordeel is dat er via dit stukje van Adrie eindelijk iets in de openbaarheid komt van de crisis waarin de VHS zich bevond en bevindt. Het is niet goed dat alles alleen maar binnenskamers blijft en "vooral niet in de openbaarheid." Dat is niet meer van deze tijd.  Een volwassen vereniging in deze tijd kan tegen stootjes die via de openbaarheid worden gegeven.

Adrie refereert in zijn bijdrage aan een discussie over de VHS die op het Spinozablog plaats had: dat was op het blog van 09-01-2012 waarin ik geschreven had dat de Ethica-vertaling van Piet Steenbakkers dat najaar zou verschijnen. Daarop gingen enige reacties over de VHS. Hier volgt nu de bijdrage van Adrie Hoogendoorn:

 

zondag 17 september 2017

Kort verslag van Filip Buyse van de Bijzondere ALV van de VHS van gisteren

Vrijdag 15 september 2017 had ik het blog; "Morgen Bijzondere Algemene Leden Vergadering van de Vereniging Het Spinozahuis." Mijn hoop dat iemand dan wellicht een kort verslagje geeft in een reactie, wordt geheel teniet gedaan door de vrees dat dat niet het geval zijn - echt Spinozistisch geen hoop zonder vrees en geen vrees zonder hoop. En inderdaad: de enige reactie was van een Josien die schreef: "Ik was er bij. Er valt veel over te zeggen maar niet in de openbaarheid." Maar zie, Filip Buyse gaf op zijn facebook-pagina een korte sfeertekening, waarvan een screenshot door Wim Klever in een tweet werd doorgegeven. Ik neem dat verslagje hier over. Hebben we alvast iets.


Spinoza én het Spinozisme behoorlijk uitgedaagd


Zaterdag 21 oktober 2017 wordt er door de École Normale Supérieure te Parijs een conferentie georganiseerd met als thema “Spinoza autrement. Nouvelles perspectives en histoire de la philosophy”
Ze willen de relatie tussen de filosoof en zijn ‘gesprekspartners ' ontrafelen - aan de tegenstanders van de grote filosoof hun rol in de ontwikkeling van het denken teruggeven. Ze willen de teksten van Spinoza anders lezen dan als “de relikwieën van een rationalistische heilige.” Daarbij wordt een wel heel uitdagende illustratie geplaatst, n.l. dit schilderij uit 1619 van Nicolaes Eliasz. Pickenoy, de Osteologieles van Dr. Sebastiaen Egbertsz. *) [deze herkomst wordt op het programma niet vermeld]. Maar wat een uitdaging van de filosoof die in Ethica 4/67 schreef: “Homo liber de nulla re minus quam de morte cogitat et ejus sapientia non mortis sed vitae meditatio est.” [Een vrij mens denkt aan niets minder dat aan de dood en zijn wijsheid is niet de dood maar het leven te overwegen.]

Nicolaes Eliasz. Pickenoy The Osteology Lesson of Dr. Sebastiaen Egbertsz 1619 135 x 186 cm oil on canvas Amsterdam Historisch Museum, Amsterdam [van wikimedia commons - bron]

Spinozistisch aforisme van Clarice Lispector over determinisme als vrijheid


Jasper Schaaf, over wiens boek Het speelveld van de vrijheid. Marx, Spinoza, overwegingen over vrijheid en macht (2014) ik op 18-01-2015 het blog "Requiem voor "Het speelveld van de vrijheid" met de ondertitel "Droef verslag van een onvermijdelijke miskoop" een nogal vernietigende kritiek schreef, heeft op zijn blog van donderdag 3 augustus 2017, "Spinoza ontmoeten bij Clarice Lispector" iets goed gemaakt.  Daarin geeft hij het volgende schitterende citaat uit haar vorig jaar vertaalde De ontdekking van de wereld (je kunt eraan zien dat ze diep in Spinoza gedoken was)


‘Het is determinisme, jawel, maar als je je eigen determinisme volgt ben je vrij. Gevangen zou je zijn als je een bestemming najoeg die niet de jouwe is. Er schuilt veel vrijheid in het hebben van een bestemming. Dat is onze vrije wil.’

Ik neem ook de foto die hij doorgaf van Clarice Lispector hier over.


Ik krijg door dit citaat weer zin haar genoemde boek weer eens op te pakken.
Ik schreef vele blogs over Clarice Lispector die via
deze link desgewenst te vinden zijn.


Toevoeging 14 febr. 2019
Nathan Goldman, "On the Heterodox Jewishness of Clarice Lispector. A Writer of the Diaspora, In Search of God." In The Scofield, Issue 2.1 - Clarice Lispector & The Act of Writing - Summer 2016 [September 27, 2016] - overgenomen op hithub met deze foto:
 

zaterdag 16 september 2017

Émilie Du Châtelet (1706-1749) verwerkte de TTP in haar “Examen de la Genèse”

De verlichte Franse essayist, filosoof en wis- en natuurkundige Gabrielle Émilie Le Tonnelier de Breteuil, Marquise Du Châtelet werd bekend om haar op het werk van Newton gebaseerde Institutions de physique (1740), haar vertaling van Newton’s Principia Mathematica (postuum gepubliceerd in 1756 in Frankrijk nog steeds dé standaardeditie) en door haar romantische relatie met Voltaire die ging wonen in haar Château de Cirey vlakbij Chaumont in Lotharingen waar diverse geleerden graag naar toe trokken om er met het intellectuele koppel te studeren en converseren. Voltaire verklaarde dat hij Newton en de natuurkunde begreep door haar uitleg. Ze vertaalde ook Mandeville’s The Fable of the Bees: Or Private Vices, Public Benefits als La Fable des abeilles (1735) waar Voltaire graag gebruik van maakte bij zijn Traité de métaphysique.
 

Ze begon aan een Grammaire raisonné die ze niet afmaakte. Haar ideeën over het Deïsme en de metafysica paste ze toe in een studie over de Bijbel, waaraan ze waarschijnlijk in 1736 begon en die mogelijk pas in het jaar waarin ze stierf, 1749, gereed kwam en waarvan het handschrift lang onuitgegeven bleef: Examen de la Genèse.
Mary Ellen Waithe schreef daarover in hoofdstuk 8, "Gabrielle Émilie le Tonnelier de Breteuil du Châtelet-Lomont," [in haar: M.E. Waithe (Ed.), History of Women Philosophers. Volume III, Modern Women Philosophers, 1600 - 1900. Dordrecht/Boston/London: Kluwer Academic Publishers [Springer Science & Business Media], 1991, p. 127-152] op p. 131 (cf. books.google; voor de noten zie 't origineel):

Spinoza's Overnatuurkundige Gedachten


Daar het, als het gaat over Spinoza’s Cogitata Metaphysica, nooit over Spinoza's Overnatuurkundige Gedachten gaat, geef ik daar hier een keer aandacht aan door de twee titelpagina’s hier binnen te halen en eens goed te bekijken. Het gaat om

Renatus des Cartes Beginzelen der Wysbegeerte, I en II Deel, Na de Meetkonstige wijze beweezen door Benedictus de Spinoza Amsterdammer. Mitsgaders des zelfs overnatuurkundige gedachten, in welke de zwaarste geschillen, die zoo in ’t algemeen, als in 't byzonder deel der overnatuurkunde ontmoeten, kortelijk werden verklaart. Alles uit 't Latijn vertaalt door P.B.
t' Amsterdam By Jan Rieuwertsz. Boekverkooper in de Dirk van Assensteegh, in 't Martelaers - Boek. Anno 1664.

 

Morgen Bijzondere Algemene Leden Vergadering van de Vereniging Het Spinozahuis


Tot heden heb ik met grote terughoudendheid mij op dit blog niet bemoeid met de problemen die deze zomer bij de Vereniging Het Spinozahuis waren ontstaan – dit om bestuur en rapporteur Kees Schuyt niet voor de voeten te lopen.
Het wordt morgen een bijzondere en waarschijnlijk spannende Algemene Ledenvergadering (ALV) in het Gemeenschapshuis in Rijnsburg. Dan zal namelijk het verslag van de ALV van 3 juni 2017 worden besproken, die vergadering die onverwachts geconfronteerd werd met het plotselinge en directe aftreden van de secretaris, Theo van der Werf en Miriam van Reijen, waarvan de leden een dag voor die vergadering per brief mededeling hadden ontvangen mét opgave van de redenen die zij hadden om zo per direct af te treden en niet meer bij die vergadering aanwezig te zijn. Daarover was uiteraard verwarring en commotie en de vergadering besloot tot nader onderzoek over wat er nu eigenlijk aan de hand was –was er sprake van een conflict binnen het bestuur? Verder zou uitgezocht moeten worden hoe de zaken die in handen waren van de secretaris op goede wijze aan de Vereniging zouden worden overdragen. En tenslotte zou uitgezocht moeten worden hoe er later een passend en waardig afscheid kon worden georganiseerd: van der Werf was immers vanaf 1980 bestuurslid en penningmeester; vanaf 1989 secretaris tevens penningmeester en vanaf 2015 tot juni 2017 als secretaris aan de Vereniging verbonden geweest: 37 jaar!
De oud-voorzitter van de VHS (en auteur van het hier pas besproken boek Spinoza en de vreugde van het inzicht), Kees Schuyt werd gevraagd om dat onderzoek te doen, daarover te rapporteren en aanbevelingen te doen. Dat rapport van Kees Schuyt zal morgen worden gepresenteerd (opmerkelijk mag het genoemd worden dat het niet vooraf aan de leden is toegezonden, zodat ze het in alle rust hadden kunnen lezen). Vervolgens komt het bestuursstandpunt over rapport en aanbevelingen aan de orde. Het zijn meestal niet de makkelijkste vergaderingen die zulke agendapunten hebben. Ik vraag me dan ook af of de voorzitter – die in het rapport aan de orde komt – zelf die bespreking voorzit of dat hij zo wijs is om de gespreksleiding in handen van een relatieve buitenstander te geven om ook zelf vrijuit te kunnen spreken en z’n eigen handelen toe te lichten.
Gehoopt wordt hier in een uur uit te zijn om na een pauze vervolgens in anderhalf uur de toekomst van de vereniging te kunnen bespreken.
Ik wens bestuur en ALV waar ik jammer genoeg niet bij aanwezig kan zijn, een succesvolle vergadering. En ik hoop dat alle aanwezigen zoveel van Spinoza hebben opgestoken dat ze zich kunnen laten leiden door Spinoza's dictamina rationis en zijn aanbeveling ter harte nemen: “Sedulo curavi humanas actiones non ridere non lugere neque detestari sed intelligere” [Ik heb er altijd met zorg naar gestreefd de menselijke handelingen niet te bespotten, niet te betreuren noch te verachten, maar te begrijpen. Politiek traktaat, Hfst. I, § 4.].