Pagina's

woensdag 31 januari 2018

Komend weekend in Californië Staged Reading van David Ives’s New Jerusalem


Vrijdag 2 en zaterdag 3 februari 2018 zal in het San Luis Obispo Repertory Theatre in Californië een zgn. ‘Staged Reading’*) plaats hebben van dit al vaak opgevoerde toneelstuk van David Ives: New Jerusalem. The Interrogation of Baruch de Spinoza at Talmud Torah Congregation: Amsterdam, July 27, 1656 [cf.]

This Friday and Saturday, you can experience a re-imagining of a historical event that shook up not only the entire Jewish community of Amsterdam, but changed all of Western thought—irrevocably. Don't miss our first Ubu's Other Shoe Staged Reading of 2018: NEW JERUSALEM — met Dasha Novotny, Michael Siebrass, Michelle Glass, Stuart Wenger, Neil Giannini, Tyler Lopez en Kerry DiMaggio bij San Luis Obispo Repertory Theatre. [van hun Facebook-pagina]

Frans W. Saris’s 'Darwins Cijferslot' eindigt met 'Deus sive Natura'

Ergens dit voorjaar van 2018 zal verschijnen
Frans W. Saris, Darwins Cijferslot. Onze eigen draai aan de evolutie. Prometheus, 2018 [cf. voorjaarscatalogus 2018]

Ondanks wereldoorlogen, genociden, epidemieën en natuurrampen is de wereldbevolking verviervoudigd, onze gemiddelde levensverwachting verdubbeld en leven we comfortabeler dan ooit. Dankzij onze memen, het genetisch materiaal van onze cultuur, domineren wij de planeet Aarde en manipuleren we het leven naar believen. Maar hoelang blijft zoiets goed gaan? Deze macht maakt ook dat wij verantwoordelijk zijn voor het overleven van onszelf en het leven op aarde. In Darwins Cijferslot presenteert professor Frans Saris lichtvoetig zijn visie op de toekomst van de mensheid. Hierin lezen we zijn ongezouten mening over de urgentste problemen voor de komende generaties, zoals duurzaamheid, vrede en veiligheid. In dit boek wendt hij zich tot Nobelprijswinnaars, de kunst en de politiek van heden, verleden en toekomst.

Arnold Grunberg’s merkwaardige columnpje van vandaag


Zo begint Grunberg vandaag z’n dagelijkse columnpje, ‘’Voetnoot’ geheten, in de Volkskrant. In de krant zelf luidde de kop eenvoudig ‘Moraliseren,’ maar voor publicatie op de website is er wat aan toegevoegd.

Alsof Heumakers Spinoza’s Ethica uit 1677 recenseerde? En alsof die 5 ballen kreeg. Onzin natuurlijk. De bij het artikel geplaatste afbeelding betrof de vertaling van de Ethica door Maarten van Buuren, die in het stuk wel werd genoemd, maar waarover verder helemaal niets werd gezegd. Die vijf ballen werd zomaar uitgereikt, zonder dat er ook maar iets werd gerecenseerd.
De verwijzing naar het stuk van Heumakers is slechts de aanleiding voor de moralist bij uitstek die Grunberg is, om eens even negatief te doen over het ‘burgerlijk moraliseren’.
Nee, dan het intellectueel hoogwaardige moraliseren van Grunberg in zijn dagelijkse niemendalletje.
 
Willem Wansink gaf een foto van 't columnpje bij zijn tweet die ik hier overneem. Op die tweet kwamen veel reacties, ook van Grunberg zelf.
 

Clare Carlisle wint met "Spinoza's Acquiescentia" prijs Beste artikel in 2017 van The Journal of the History of Philosophy


De raad van redacteuren van The Journal of the History of Philosophy maakte eergisteren bekend:

The JHP Board of Directors awards an annual prize of $1,500 for the best contribution to the Articles selection in the Journal. On the Board’s behalf, we are pleased to announce that the winner of the twelfth-annual prize is  Clare Carlisle for "Spinoza's Acquiescentia" JHP 55.2 (April 2017): 209-36. [cf.]

Zie hier het abstract ervan
Spinoza's account of acquiescentia has been obscured by inconsistent translations of acquiescentia, and forms of the verb acquiescere, in the standard English edition of the Ethics. For Spinoza, acquiescentia is an inherently cognitive affect, since it involves an idea of oneself (as the cause of one's joy). As such, the affect is closely correlated to the three kinds of cognition identified by Spinoza in Ethics II. Just as there are three kinds of cognition, so too are there three kinds of acquiescentia. Two qualities—stillness and obedience—provide the criteria for distinguishing between these. This illuminates Spinoza's positive account of acquiescentia, and also clarifies how it responds critically to the equivalent Cartesian passion, la satisfaction de soimême, which is translated as acquiescentia in se ipso in the relevant Latin edition of Les passions de l'âme.

dinsdag 30 januari 2018

Eindblog over Maarten van Buuren’s Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid: bepaald geen aanwinst voor de Spinoza-literatuur – integendeel.


Vandaag verwacht ik de Ethica-vertaling van Maarten van Buuren te ontvangen, waarvan ik in het blog van 26 januari 2018 aangaf dat ik mij door de vijf sterren die het – zonder motivatie of bespreking – van de NRC kreeg, heb laten verleiden om het aan te schaffen. Maar voor ik eraan begin, wil ik eerst mijn hernieuwde bespreking van zijn boek Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid die ik op 16 januari 2018 begon, afronden. Ik begon in dat blog met het aangeven van positief te waarderen kanten van het boek, zoals ik die ook in mijn eerdere besprekingsronde had gedaan. Daarna gaf ik mijn commentaar – telkens een apart blog per kritiekpunt. Hier volsta ik nu tenslotte met een puntsgewijs samenvattend overzicht van de dingen die Van Buuren volgens mij mis heeft in zijn weergave van Spinoza.

De ernstige weeffout, ja een grote miskleun wat betreft visie op Spinoza, is dat hij niet, zoals hij beweert te doen (door analyse van sleuteltermen) Spinoza als het ware uit zijn eigen teksten uitlegt, maar vanuit de Stoa. Zijn boek zou een volkomen “nieuwe visie op Nederlands bekendste filosoof” zijn, maar brengt zijn idiosyncratische visie, waar op zich niets mis mee hoeft te zijn, maar hij geeft er op veel plaatsen blijk van Spinoza niet of duidelijk aantoonbaar foutief begrepen te hebben.

maandag 29 januari 2018

Nogmaals blijkt: Spinoza was zeker geen Stoïcus



Wat ik op mijn speurtochten tegenkwam – ik geef graag door dat deze dissertatie aan mijn haak bleef hangen:

Justin B. Jacobs, The ancient notion of self-preservation in the theories of Hobbes and Spinoza. PhD thesis, King’s College University of Cambridge, July 2010 [cf. PDF 
Ik ga het werk niet bespreken, maar noteer alleen dat Justin B. Jacobs aantoont dat Spinoza niet, zoals Susan James en Bernard Carnois (en in Nederland Maarten van Buuren) beweren een Stoïcus was, maar dat voor hem onder invloed van Descartes, de psychologische mentale impulsen veel minder belangrijk waren dan de lichamelijke, mechanische.
Ik geef behalve deze link en de cover ook 't hoofdstuk  en de paragrafen over Spinoza.

Misschien iets om kennis van te nemen naast
Jon Miller, Spinoza and the Stoics. Cambridge University Press, 2015 [cf. blog], die in deze dissertatie nog niet voorkomt [nog niet kón voorkomen].

 

Spinoza’s axioma over oorzakelijkheid en conceptualiteit [1/Ax4]



De discussie op het blog van maandag 22 januari 2018, “Maarten van Buuren begrijpt het parallellisme niet,” ging helemaal niet over hoe Van Buuren het parallellisme schetst, maar werd voornamelijk een uitwisseling van Henk Keizer en deze blogger over de lezing van de parallellisme-stelling 2/7 welke gebaseerd is op 1/Ax4
In het opvallend summiere bewijs van die zo bekende stelling
Ordo et connexio idearum idem est ac ordo et connexio rerum
[De orde en het verband der ideeën zijn dezelfde als de orde en het verband der dingen]
volstaat Spinoza met op tamelijk laconieke wijze naar het 4e axioma van deel I te wijzen:
Patet ex axiomate 4 partis I. Nam cujuscunque causati idea
a cognitione causae cujus est effectus, dependet.
[Dit blijkt uit Ax. 4 Deel I. Want de idee van elk veroorzaakt ding
hangt af van de kennis der oorzaak waarvan het een effect is.
Dit is een bijna letterlijke weergave van dat axioma dat luidt:
Effectus cognitio a cognitione causae dependet et eandem involvit.
[De kennis van een effect hangt af van de kennis van de oorzaak en sluit deze in]

zondag 28 januari 2018

Koerdische schrijver Şener Özmen schreef twee boeken met Spinoza in de titel


De hedendaagse Koerdische kunstenaar en schrijver Şener Özmen [foto uit dit interview in ‘t Turks] schreef en publiceerde eerst een roman met Spinoza in de titel in het Koerdisch, en vervolgens een andere in het Turks:
Şener Özmen, Rojniviska Spinoza. 1e Mesa: 2008; 2e Diyarbakir: 2016  - 199 pagina’s [Koerdisch]
Şener Özmen, Spinoza'nin Günlügü [Het dagboek van Spinoza]. Everest Yayinlari, 2014 - 190 pagina's [Turks]
Het dagboek van Spinoza is een zeer geografische, zeer verhalende, enigszins speelse tekst, aldus Mehmet Said Aydin wiens Turks door Google’s vertaalmodule redelijk wordt vertaald [cf.], i.t.t. het Koerdisch dat b.v. hier is te vinden, zodat ik geen poging kan doen aan te geven waar dat boek over gaat.
Aan de cover valt op dat Spinoza stigmata à la Jezus heeft meegekregen?


Frédéric Lenoir misschien zelf verklaring voor hoe hij via “Le Miracle Spinoza" Spinoza tot een superster maakt


Inmiddels heb ik meermalen aandacht gegeven aan dit spektakel: Frédéric Lenoir laat de voorbije twee maanden alle verkoopcijfers achter zich met een boek over een van de moeilijkste filosofen. Le Parisien heeft vandaag een artikel over dit fenomeen [cf.]; daaruit deze foto en enige grepen.
De socioloog en essayist Frédéric Lenoir was al gewend aan succesverkopen: zijn Petit Traité de vie intérieure deed 530 000 en Du bonheur: Un voyage philosophique 440 000 exemplaren. Sinds zijn boek over de 17e eeuwse filosoof, "Le Miracle Spinoza," in november uitkwam zijn er al meer dan 200.000 exemplaren verkocht. De ondertitel geeft een idee van deze verrassende triomf: "Een filosofie om ons leven te verlichten". De uitgever verwachtte dat dit werk het niet zou halen bij “mijn vorige boeken, waarin ik meer over mezelf sprak, maar het schoot omhoog als een raket. " Een verklaring? "Veel mensen hebben van Spinoza gehoord - kennen zijn naam zonder hem te hebben gelezen.” Aldus Lenoir [cf.], die toevoegt: "Ik heb de Ethica twintig keer gelezen voordat ik hem binnenging. Spinoza is heel moeilijk, maar zegt fundamentele dingen. Hij bekritiseert sterk religie als dogma, en moedigt naastenliefde en rechtvaardigheid aan. Hij helpt ons om onszelf te emanciperen van die droevige passies die angst, verdriet, haat, afgunst zijn."
Frédéric Lenoir kan niet langer reageren op de honderden e-mails die zijn lezers hem elke week sturen, maar heeft een Facebook-pagina gemaakt om met elkaar te kunnen praten.

Stanisław Benski (1922 - 1988) schreef over 'Spinoza und die Tulpen'


Deze cover (van hier) werd aanleiding dat ik op zoek ging naar

Stanislaw Benski, Spinoza und die Tulpen. Erzählungen. [Ta najwa niejsza czastecka, 1982]. Aus d. Poln. übertragen von Karin Wolff. Neukirchen-Vluyn: Neukirchener Verlag, 1987, ISBN: 9783788712594 - 285 Seiten

De Duitse Spinozabibliografie omschrijft het als: Literarische oder künstlerische Darstellung: Lyrik, Prosa, Filme, Kunst. 'Spinoza und die Tulpen': 163-173

Ik haal deze pagina over hem binnen uit
Antony Polonsky, Monika Adamczyk-Garbowska (Eds.), Contemporary Jewish Writing in Poland: An Anthology. U of Nebraska Press, 2001, p. 193 via books.google

zaterdag 27 januari 2018

Form always matters when a philosopher has something important to say


zoals de laatste zin luidt van Piet Steenbakkers Spinoza's Ethica from Manuscript to Print: Studies on Text, Form and Related Topics [Uitgeverij Van Gorcum, 1994 -206 pagina's, p. 180].
Daaruit komt ook het volgende citaat

Whoever is not already a convinced Spinozist
can simply ignore all the 'cogently' deductive proofs.

Deze trof ik aan in een werk van iemand aan wie ik binnenkort een blog ga wijden en die deze tekst, die hij een belangrijke rol liet vervullen in zijn betoog, had aangetroffen in Aaron V. Garrett, Meaning in Spinoza's Method, [Cambridge University Press, 2003, p. 161] die erop wijst dat Steenbakkers zich daarbij mede baseerde op een tekst van Karl Jaspers, volgens wie aan de grondbegrippen van de Ethica de intuïtie ten grondslag ligt.
Ook Guttorm Fløistad over wie ik begin van de maand een blog had en die in 1967 promoveerde op "The problem of understanding in Spinoza's Ethics," benadrukt in diverse artikelen dat aan de definities (en axioma's) Spinoza's derde kennisvorm ten grondslag lag. Eigenlijk kun je de betekenis en waarheid ervan alleen meevoelen als je het vijfde deel achter de rug hebt en mogelijk een vergelijkbare intuïtie als Spinoza hebt over hoe alles in elkaar zit.
Een verstandige aanbeveling doet ook Beth Lord, die in Spinoza’s Ethics waarschuwt voor een al te kritische houding tijdens het initiële lezen: e.e.a. zal gaandeweg duidelijker worden.
Dit alles wordt voor mij aanleiding de fraaie slotparagraaf uit Steenbakkers boek (zijn dissertatie) die zich bij books.google laat lezen hier – zonder de voetnoten – over te nemen.

Steven Nadler: Spinoza on the Divinity of Scripture

Over Spinoza's TTP - zijn centrale onderwerp van A Book Forged in Hell: Spinoza’s Scandalous Treatise and the Birth of the Secular Age, op een bijeenkomst op 9 november 2017 in Jeruzalem n.a.v. de vertaling in het Hebreeuws van dit boek door Aviad Stier. [Cf.] - 15 jan. 2018 werd de video op YouTube gebracht]

 
 

Waarom trekt deze 17de-eeuwse denker menigten aan? Wat levert kennis nemen van Spinoza hen op?

Ook het Franse Marianne stelt deze week de vraag en vroeg de Spinozakenner Maxime Rovère, van wie onlangs "Le Clan Spinoza" verscheen, het fenomeen te analyseren.

Het is alleen door abonnees te lezen

vrijdag 26 januari 2018

'Het Plakkaat van Verlatinghe' wordt “het pronkstuk van Nederland”


Vanavond gaan mensen die meedoen aan het AVROTROS-programma “Het pronkstuk van Nederland” uit de laatste drie finalisten uit een lange rij nominaties 'Het Plakkaat van Verlatinghe' kiezen als het “pronkstuk” van Nederland. Ik houd niet echt van zulke verkiezingen en doe daar dan ook niet aan mee, maar kan niet ontkennen dat dit met groot vertoon wordt georganiseerd.




Wat zal dit een voldoening geven aan Theo Laaper, de deelnemer aan de VHS-zomercursussen in welke periode meestal 26 juli viel, de dag waarop in 1581 in Den Haag overeenkomstig het besluit van 22 juli 1581 door de Staten-Generaal van de Nederlanden in Antwerpen, het Plakkaat van Verlatinghe, ook wel Acte van Verlatinghe of akte van afzwering genoemd, werd ondertekend. Het was de officiële verklaring waarmee acht van de zeventien Nederlandse provinciën Filips II als hun heerser afzette. Deze daad kan worden gezien als de Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring!
Elk jaar vroeg Theo Laaper daar aandacht voor. Maar in 2012 pakte hij het grootser aan en liet een persbericht uitgaan: op donderdag 26 juli 2012 zou om 14:00 uur bij Woodbrooke Hotel te Barchem "de eerste historische herdenking van de zelfverworven onafhankelijkheid" worden gevierd; de vlag zou worden gehesen en vaderlandse liederen zouden worden gezongen. De pers was er niet, maar een deel van de cursisten was er wel. Want Theo had zó zijn best gedaan - die liet je toch niet in de steek...

Theo Laaper las voor uit een origineel exemplaar van P.C. Hoofts Neederlandsche Histoorien

“Moord op Spinoza”



"Ieder zijn eigen Spinoza," de titel van het artikel van Arnold Heumakers vandaag in de NRC [cf. blog], en het blog over de VHS zomercursus over “Spinoza en de Europese Verlichting” krijgen hier een eigen invulling.
In het blog van 18 december 2017 “Moord op Spinoza” schreeuwen, doet het kennelijk goed,” waarin ik de komst van het volgende boek signaleerde, schreef ik al: “Inmiddels is Spinoza in Nederland zo bekend en wordt hij zoveel bestudeerd, dat “Moord op Spinoza” schreeuwen, het kennelijk goed doet.”
Gisteren had Sta-pal de informatie uit de Voorjaarscatalogus van Aspekt [PDF], waaruit ik de cover en de blurb pluk van
Paul Cliteur & David Pinto, Moord op Spinoza. De opstand tegen de verlichting en moderniteit. Aspekt, maart 2018 - ca. 196 pagina’s - prijs € 17,95
"Met “Moord op Spinoza” bedoelen wij dat het modernistische wereldbeeld dat hij introduceerde, tegenwoordig, geheel tegen alle verwachtingen in, zwaar onder druk staat. Bijna wekelijks vindt er wel een aanslag plaats die wordt opgeëist door ISIL of een andere islamitisch-terroristische groepering. Die aanslagen worden gemotiveerd door de terroristen zelf onder verwijzing naar een premodern, meer specifiek “theoterroristisch”, wereldbeeld. Zij spreken in negatieve termen over democratie en willen die vervangen door een theocratie. Zij bekritiseren individuele rechten van de mens en komen op voor de rechten van Allah. Ook het integratiebeleid in westerse samenlevingen staat aan een voortdurende kritiek bloot. Leiders als Erdogan geven onverbloemd aan dat de Duitse Turken zich helemaal niet dienen aan te passen aan de Duitse rechtsorde. Soortgelijke opmerkingen maakt ook de koning van Marokko. Marokkanen moeten Marokkanen blijven en vooral geen “westerlingen” worden.”
Sta –pal voegt daaraan toe:
“Als de westerse wereld haar moderniteit in dat klimaat wil verdedigen (dus democratie, rechtsstaat en mensenrechten verdedigen) dan zal men allereerst moeten erkennen dat die onder druk staat.”
* * *
Ik ben benieuwd naar de Spinoza van eigen invulling van Pinto & Cliteur ["Ieder zijn eigen Spinoza" geldt ook hier] die volgens hen vermoord werd en hoe dat in z'n werk ging.

Maarten van Buuren's Ethica-vertaling krijgt in de NRC VIJF STERREN

Gisteren had ik het blog '"Er zijn zelfs Spinoza-bloggers..." nou ja, eentje dan," waarin ik meldde dat de website van de NRC een groot artikel van Arnold Heumakers bracht over de grote belangstelling voor Spinoza. Daarin wordt de Ethica-vertaling van Maarten van Buuren alleen genoemd, niet besproken, Wel werden er VIJF sterren bijgeplaatst! Dat werd voor mij de aanleiding nu toch die vertaling aan te schaffen. Vandaag staat dat stuk over twee pagina's in de papieren krant. Hier slechts een kleine afbeelding ervan, waarin u die stippen ziet. Als u erop klikt, komt u bij de digitale versie.


De Spinoza-illustratie is van Martien ter Veen

Thema VHS-zomerweek Barchem: Spinoza en de Europese Verlichting

De Ver. Het Spinoza maakt heden op zijn website het thema van de zomerweek in Barchem 2018 bekend:
Spinoza en de Europese Verlichting
De zomercursus in Barchem van maandag 23 t/m vrijdag 27 juli zal dit jaar gaan over het thema: Spinoza en de Europese Verlichting. In de periode van de Verlichting (ca. 1650-1800) onderging de Europese cultuur een ingrijpende verandering. Verlichting betekende een proces van ontvoogding en emancipatie van het individu, dat werd opgeroepen met behulp van zijn rede zelfstandig na te denken over allerlei onderwerpen als wetenschap, religie, geloof en politiek, los van kerkelijk en politiek gezag. Vele filosofen speelden een belangrijke rol in dit verlichtingsdebat dat zich tot alle domeinen van de Europese cultuur uitstrekte.
De Nederlandse filosoof Baruch Spinoza (1632-1677) wordt onder meer door de historicus Jonathan Israel getypeerd als een van de eerste en meest radicale verlichtingsdenkers. Spinoza voerde een pleidooi voor een onbeperkte vrijheid van denken, los van kerkelijke bemoeienis en confessionele dwang, en werd daarom door Johannes van Vloten (1818-1883) als de blijde boodschapper der mondige mensheid getypeerd. In deze cursus gaan wij in op de vraag, wat de voornaamste kenmerken zijn van de Europese Verlichting en welke rol uiteenlopende denkers in dit culturele proces hebben gespeeld. Onze aandacht zal echter speciaal gericht zijn op de rol en betekenis van Spinoza en zijn relatie tot andere Verlichtingsdenkers.
Het gedetailleerde programma zal later bekend worden gemaakt.

 

donderdag 25 januari 2018

Mensen hebben veel meer rechten over dieren dan zij over mensen [2]

Makaken Zhong Zhong en Hua Hu, in China gekloonde aapjes, 2018-01-25 in 't nieuws [foto via pzc.nl].
Spinoza's bijdrage tot de ethische discussie: “…longe majus homines in bruta quam haec in homines jus habent." Omdat de dieren ‘van nature niet met ons overeenstemmen’. [4/37s1]” [cf ook dit blog]

He has a lot to teach us about ethics in the age of genetic engineering. [cf.]

"Er zijn zelfs Spinoza-bloggers..." nou ja, eentje dan.


Op nrc.nl verscheen vanmiddag van Arnold Heumakers een recensie, niet van een boek, maar van een hedendaags fenomeen: de grote belangstelling voor Spinoza. Ook naar dit blog wordt gewezen! Onder een reeks titels worden ook de boeken van Maarten van Buuren wel genoemd, maar - opvallend - niet inhoudelijk besproken. Wel krijgt zijn vertaling, dat moet erkennen (ik zag het pas later), vijf stippen.

Volgens Frédéric Lenoir was Spinoza ‘gefascineerd’ door Christus



RCF, Radio Chrétienne Francophone, wijdde een uitzending en websitepagina aan
“Comment le Christ a séduit Spinoza” [Hoe Christus Spinoza verleidde] par Frédéric Lenoir.
Spinoza était "fasciné" par l'enseignement de Jésus [Spinoza was "gefascineerd" door de leer van Jezus]. Ik neem daar het volgende in vertaling uit over:
Frédéric Lenoir wijdt een heel hoofdstuk van zijn boek Le miracle Spinoza (éd. Fayard) aan de link tussen Spinoza en Christus. En herinnert eraan dat Spinoza 'gefascineerd' was door de leer van Jezus. Voor de filosoof had religie alleen maar tot gevolg dat recht en liefde werden beoefend, 'wat in feite de leer van Christus is', zegt Lenoir.
Wat Spinoza tot Jezus aantrok, is een andere relatie tot de wet en het verlangen. "Christus heeft ons bevrijd van de naleving van de wet en deze voor altijd in de diepten van ons hart gegraveerd", schrijft de filosoof van de zeventiende eeuw, de in de Evangeliën een aansporing heeft gelezen om de godsdienstige wet te eerbiedigen die niet van vrees maar van verlangen uitgaat. Anders gezegd, "in de evangeliën heeft Jezus geen moraliteit van veroordeling, hij heeft een moraliteit van heroriëntatie van verlangen," legt Frédéric Lenoir uit. En "helemaal tot een ethiek [verwijzend naar de Ethica, de hoofdtekst van Spinoza] om onze affecten te verlichten, zodat we onze verlangens op een rationele manier oriënteren op dingen of mensen die die ons laten groeien, die goed zijn voor ons zijn.

maandag 22 januari 2018

Maarten van Buuren begrijpt het parallellisme niet.


Maarten van Buuren’s ‘Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid’ redux [vervolg 5]
Dit is het laatste blog, waarin ik merkwaardigheden laat zien in dit boek over Spinoza van Van Buuren, voor ik in een laatste blog alles nog eens op een rijtje zet en mijn conclusies trek. Ik kan wel bezig blijven, maar er moet een keer een einde aan komen.
Een van de merkwaardigste teksten vinden we halverwege het boek in het derde hoofdstuk waarin hij Spinoza’s kennisleer behandelt, maar hoe... Spinoza behandelt denken (en kennisvorming) en uitgebreidheid (materiële ontwikkeling) als twee volkomen, gescheiden naast elkaar plaats hebbende processen, die echter – doordat ze werkingen van één substantie betreffen – in één en dezelfde ordening en aaneenschakeling plaats hebben. Dit is wel – hoewel discutabel, maar daarop ga ik nu niet in – aangeduid met de term “parallellisme:” naast elkaar en onafhankelijk van elkaar gelijk opgaande processen. Zoals de materiële dingen zich ontwikkelen en zoals de denk- en kennisaspecten zich geheel onafhankelijk daarvan ontwikkelen, verloopt zodanig parallel en is zodanig van dezelfde orde en verband dat Spinoza vervolgens in staat is ze zo op elkaar te betrekken dat we met a.h.w. aspecten van een en hetzelfde ding te maken hebben dat nu eens van de materiële, dan weer van de denk/kenniskant kan worden bekeken. Tot zover mijn samenvatting van het parallellisme dat Spinoza in en vanaf 2/7 ontwikkelt.
Laten we nu zien wat Van Buuren hiervan maakt.
Ik citeer een wat langere passage van de pagina’s 126-27
Het intellect is, net als de verbeelding, een onderdeel van het verstand, maar terwijl de verbeelding een idee is van het lichaam en via dat lichaam van de lichamen die zich buiten ons lichaam bevinden, is rede (intellect) een idee van de verbeeldingsideeën. Rede (intellect) is met andere woorden het idee van een idee (idea ideae), oftewel reflexief denken. Het redelijk denken onderscheidt zich daarin van de waarneming dat het een bespiegeling is op de ideeën die via zintuiglijke waarneming en taal onze geest binnenkomen. De ideeën van de rede (intellect) zijn dus geen ideeën van het lichaam, maar weerspiegelingen van, of beter: bespiegelingen op deze ideeën.

zondag 21 januari 2018

Davide Monaco’s “New Account of the Objective-Formal Distinction in Spinoza’s Parallelism Theory”


Behoorlijk enthousiast ben ik over een hoofdstuk in het boek waarop ik al wees in het blog van 25 oktober 2017, “Filip Buyse: “Spinoza and the Agreement between Bodies in the Universe.” Maar je kunt niet alles tegelijk lezen – ik las dat hoofdstuk pas gisteren en kwam allerlei thema’s tegen die wij op dit blog vaak bediscussieerd hebben. Maar helemaal overtuigd van Monaco’s analyse ben ik nog niet.

Het gaat om het op internet gepubliceerde boek

Gábor Boros, Judit Szalai and Olivér István Tóth (eds), The Concept of Affectivity in Early Modern Philosophy, Budapest, 2017 [Open access PDF cf. books.google]

En het gaat me hier om het zeer informatieve en boeiende hoofdstuk daarin van
Davide Monaco: “A New Account of the Objective-Formal Distinction in Spinoza’s Parallelism Theory,” p. 89 - 103
Davide Monaco [cf. zijn pagina bij de Universiteit van Aberdeen] is bezig aan en promotieonderzoek bij Beth Lord. In het boek wordt hij aldus voorgesteld:
Davide Monaco is a PhD student at the University of Aberdeen, working under the Normativity Project Award Scheme. He obtained his Master’s degree at the University of Naples “Federico II” and published on Ernst Mach’s epistemological monism and parallelism. Afterward, he has moved to Spinoza’s philosophy and focused on these concepts in a metaphysical perspective. In his dissertation, the relationship between Spinoza’s substance monism and his parallelism is investigated from a different angle. The main aim of this research is to demonstrate the compatibility and identity of the two distinct formulations of Spinoza’s parallelism theory in the Ethics. [p. 286]

Volgens Maarten van Buuren geeft de ratio tóch zicht op de essentie van dingen.


Maarten van Buuren’s ‘Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid’ redux [vervolg 4]
Spinoza geeft in het bewijs van het 2e corollarium bij 2/44 aan dat de grondslagen van de rede worden gevormd door begrippen (volgens 2/38), die ontvouwen wat alle dingen gemeen hebben en die (volgens 2/37) het wezen van geen individueel ding tot uitdrukking brengen.
Van Buuren heeft daar geen boodschap aan. Op p. 129-130 lezen we
“Kun je daarom zeggen dat het concept van het ding voorafgaat aan het ding zelf? Je zou denken van wel, maar Spinoza ontkent dit. De essentie en de existentie van een ding zijn volgens Spinoza co-extensief, dat wil zeggen dat ze tegelijkertijd ontstaan. Als we kijken naar een ding: een boom, een plant, een vogel of salpeter, dan kunnen we niet ontkennen dat al deze dingen een essentie hebben in de zin van een bijna wiskundige formule: KNO3 voor salpeter, DNA voor vogel, mens, plant en boom. Maar dat wil nog niet zeggen dat er een architect is geweest die deze dingen a priori heeft ontworpen en ze vervolgens in productie heeft gegeven. De essentie is op hetzelfde moment ontstaan als de dingen (mens, dier, plant of salpeter). Het bestaan van het ding — zijn existentie — impliceert (involvit) een essentie, zegt Spinoza een beetje technisch met een woord dat letterlijk betekent dat de essentie van het ding in dat ding ligt ingerold (of ingevouwen), zoals de formule KNO3 ligt ingerold in salpeter en ons DNA in elk van ons en dat, omgekeerd, deze essentie wordt uitgerold of uitgevouwen in de existentie op het moment dat de mens wordt geboren, de plant ontkiemt, het salpeter zich vormt. Voor dat uitrollen gebruikt Spinoza het Latijnse woord explicare, letterlijk 'uitvouwen' of 'uitrollen'. En zou deze mens of deze hond niet geboren worden, deze boom of plant niet ontkiemen, dan betekent dat niet dat hun essenties niet bestaan; het betekent dat deze essenties latent aanwezig zijn in de bomen, planten, mensen en honden van dezelfde soort en dat deze essenties daarom iets eeuwigs hebben en het moment afwachten van bevruchting of generatie om in de existentie te worden uitgerold met een variant van de essentie die kenmerkend is voor de soort waaruit ze voortkomen. Volgens Spinoza verhoudt de essentie van de dingen zich tot hun existentie als tijdloosheid tot tijd (vergelijk de formule van salpeter, KNO3, met een daadwerkelijk hoopje salpeter).”
Bovenstaande overwegingen maken de richting duidelijk die het verstand volgt bij het beantwoorden van wetenschappelijke en andere vragen. Na een eerste blik te hebben geworpen op het voorwerp van onze interesse (een fiets, een vogel, een tempel of een hoopje salpeter) en daarin de essentie te hebben herkend die zich dankzij onze intuïtie in het voorwerp aftekent als hypothese, stellen we ons vervolgens op het standpunt van deze essentie en redeneren vanaf dit hypothetische ontwerp via logische oorzaak-en-gevolgketens naar het ding zoals het voor ons staat, waarna we onze hypothese indien nodig bijstellen (ik denk dat ik een fietser zie naderen, maar moet mijn hypothese corrigeren: het is een auto). Het verstand werkt volgens Spinoza hypothetico-deductief en, als het even kan, volgens wiskundige eisen (ordine geometrico demonstrata — op wiskundige manier bewezen luidt de ondertitel van de Ethica), dat wil zeggen volgens een axiomatische methode. Axioma's of definities zijn niet bewezen maar als grondslag aanvaarde beweringen waaruit in de wiskunde stellingen worden afgeleid. Het paradigmatische voorbeeld voor deze methode is De elementen van Euclides. Spinoza ontleende zijn wetenschappelijk-filosofische methode aan dit boek en hij schreef de Ethica volgens dit model, dus op de manier van een wiskundige verhandeling.”
Over deze passage valt in beginsel veel te zeggen, bijvoorbeeld dat opvalt hoe voor Van Buuren, anders dan voor Spinoza, essenties soort-essenties zijn. Zijn gebruik van scheikundige formules van een stof of van DNA en dat dan ‘essentie’ noemen is tot daar aan toe. Maar hij geeft een sterk Aristotelische en minder Spinozistische uitleg van het aannemen of herkennen van essenties van een ding. Waar het mij om gaat is, dat het hier en elders (b.v. p.137, zie hierna) Van Buuren is ontgaan dat je met de ratio en met redeneren niet tot bij de essenties van dingen komt, maar hooguit bij meer gemeenschappelijke concepten, met name de notiones communis. Deze term kom je bij Van Buuren overigens nergens tegen!
Zo schrijft hij op p. 137: “We hebben nu een compleet beeld van wat Spinoza zich voorstelt bij kennis. Alles draait om de rede in de zin van intellect. Rede is het vermogen dat ons in staat stelt de werkelijkheid te begrijpen, omdat we door de verwarrende zintuiglijke indrukken heen een vermoeden hebben van de essenties die zich achter de duizendvoudig gedaanten van de zintuiglijk waarneembare dingen verbergen.“

Kortom, Maarten van Buuren brengt volkomen zijn eigen ideeën en verkoopt die als van Spinoza.

zaterdag 20 januari 2018

Le Miracle Spinoza van Frédèric Lenoir al maanden bovenaan de non-fictie bestsellerslijst!

Pubishers Weekly publiceerde gisteren, 19 jan 2018, de internationale bestsellerslijsten van december 2017. In Frankrijk gold: The nonfiction list, too, retained the same top-selling title as last month: The Miracle Spinoza, a hagiography of the Dutch philosopher by Frédèric Lenoir. [cf.] Nou begrijp je zo'n foto die ik in het blog van 15 januari bracht misschien ook beter  hoewel het een mirakel blijft. [Maar ja, wonderen bestaan niet, hier moet dus een natuurlijke verklaring voor zijn].

vrijdag 19 januari 2018

Volgens Maarten van Buuren komt bij Spinoza vergroting van onze macht voort uit onszelf



Maarten van Buuren’s ‘Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid’ redux [vervolg 3]
In dit blog wil ik even kijken naar deze tekst die Van Buuren op p. 98 brengt.
“De vermeerdering van macht komt van binnenuit. De vermindering van macht daarentegen komt voor rekening van externe oorzaken. Nu kan ik een heleboel gevoelens noemen: pessimisme, depressie en een scala van zelfdestructieve neigingen, die volgens mij de actieradius van mijn existentiële kracht van binnenuit aanvreten. Maar Spinoza is het principieel oneens met deze redenering. Het ligt in de natuur van elk ding, zegt hij, om te streven naar een zo groot mogelijke macht. De gedachte dat er factoren in het individu zelf zouden kunnen zijn die deze macht en dus het zijn van het individu aan zouden tasten, acht Spinoza tegennatuurlijk en onbestaanbaar. Spinoza's redenering wordt op de proef gesteld in gevallen van zelfmoord. Dat zijn toch duidelijke gevallen, zou je zeggen, waarin mensen die het leven ondraaglijk vinden uit eigen beweging besluiten om eruit te stappen? Maar Spinoza houdt voet bij stuk en verklaart dat alle gevallen van schijnbaar innerlijke motivatie tot zelfmoord te herleiden zijn tot externe schadelijke invloeden. Van nature is elk organisme alleen in staat datgene te doen wat het in leven houdt:”

donderdag 18 januari 2018

Een voorbeeld van Maarten van Buuren’s verderfelijke invloed



Bezig met het fileren*) van het eerste Spinoza-boek van Maarten van Buuren kom ik een boek tegen dat zich helemaal baseert op Van Buuren én daaraan inzichten van de Indiase goeroe Maharishi Mahesh Yogi en zijn Transcendente Meditatie aan toevoegt. Vooruit, hoewel ik mij had voorgenomen nooit meer in te gaan op de Maand van de Spiritualiteit die in 2018 van 12 januari tot en met 11 februari loopt, verwijs ik toch naar dit werkje

Toon Van Eijk, Spinoza in het licht van bewustzijnsontwikkeling. Lulu.Com, oktober 2017 -  isbn 9780244935603  - 248 pagina's – books.google

Blurb: De beroemde filosoof Spinoza is moeilijk te doorgronden. Emeritus hoogleraar Maarten van Buuren heeft in 2016 twee boeken over Spinoza gepubliceerd, waarin hij diens filosofie op nauwgezette en verhelderende manier analyseert. Volgens Van Buuren is de kern van Spinoza’s ethiek de bevrijding van bevoogding en het streven om in overeenstemming te leven met de wereld en met zichzelf.
Een aantal sleutelbegrippen in Spinoza’s filosofie zijn de immanente, in de natuur-inwonende God, zelfbeschikking, de rede, intuïtie, macht en zelftoeeigening. In dit boek bespreek ik deze sleutelbegrippen aan de hand van de analyse van Van Buuren en de filosofie van Maharishi Mahesh Yogi, de grondlegger van de Transcendente Meditatie (TM) techniek. Filosofische begrippen blijven echter tandeloos zonder mogelijkheden om deze ideeën te verwerkelijken. Een synthese van filosofisch redeneren en praktijken voor bewustzijnsontwikkeling is nodig. 

Henk-jan Hoekjen hoopt dit jaar te promoveren op Spinoza



Over Henk-jan Hoekjen uit Epe en zijn boekje FilosoWIE? – Grote denkers voor kleine deugnieten [Gelderland Vakbladen, 2011] had ik op 07-01-2012 het blog “Spinoza en andere filosofen voor kinderen...’
Vandaag is op veluweland.nl en in het Veluws Nieuws te lezen dat deze Henk-Jan Hoekjen komende zondagmiddag 21 januari 2018 een lezing geeft in het Eper Kulturhus EGW - in eerste instantie bedoeld voor kinderen die hij over filosofie vertelt, mede naar aanleiding van dat kinderboek FilosoWIE? Verder lezen we:
“De afgelopen jaren was Hoekjen voor zijn studie filosofie bezig met een proefschrift over Spinoza. Later dit jaar hoopt hij te promoveren. Wat filosofie voor de Epenaar betekent? "Hetzelfde wat voetballen is voor een voetballer, dansen voor een ballerina en darten voor een darter: een manier om iets meer te doen dan alleen maar eten en slapen, en daarbij ook nog het idee te hebben dat het op de een of de andere manier zinvol en bevredigend is. Ik houd mij bezig met filosofie om precies dezelfde reden waarom ik bijvoorbeeld ook muziek maak: om heel af en toe een prachtig doelpunt te kunnen scoren. Te merken dat ik met al dat schijnbaar nutteloze gezwier plotseling precies de roos raak."

Maarten van Buuren herkent bij Spinoza toch een vrije wil



Maarten van Buuren’s ‘Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid’ redux [vervolg 2]
Zie hoe Spinoza, ondanks zijn veelvuldige ontkenning en uitvorige bewijsvoering van het niet bestaan van een vrije wil, volgens Van Buuren toch het bestaan van een vrije wil kent.
In hoofdstuk 8, waarin hij de diverse aspecten van vrijheid bij Spinoza behandelt, schrijft hij op. 180-81
(a) Als een steen, nadat hij in beweging is gebracht, voort blijft rollen, is dit voortrollen niet het gevolg van noodzakelijkheid, maar van dwang, zegt Spinoza. Er is dus een verschil tussen handelingen die zich noodzakelijk zo en niet anders moeten voltrekken en handelingen die zo, maar ook anders of niet hadden kunnen worden uitgevoerd, zoals het in beweging brengen van een steen. Handelingen die onder dwang worden uitgevoerd, vallen in deze laatste categorie.
De zuigeling in Spinoza's eerste voorbeeld kan niet kiezen of hij wel of niet naar melk verlangt, hij verlangt noodzakelijk naar melk. Het verlangen van de dronkenlap naar de drankfles is daarentegen niet noodzakelijk, want hij heeft de keus om de fles te laten staan. Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor de woede-uitbarstingen van de woesteling en het vluchtgedrag van de angsthaas.
Spinoza wijst er in een van zijn brieven op dat onvrijheid in de zin van noodzakelijkheid en onvrijheid in de zin van dwang niet met elkaar moeten worden verward: Daarom lijkt het mij dat ge geen onderscheid maakt tussen dwang of geweld, en noodzaak. Dat een mens wil leven, liefhebben enz. is geen dwang maar wel noodzaak. [Brief 56]
Het mag in het algemeen zo zijn dat onze handelingen onvrij zijn, maar er is verschil tussen noodzakelijk onvrije handelingen en gedwongen onvrije handelingen. De laatste groep bevat een marge waarop de vrije wil invloed kan uitoefenen. De meeste mensen gebruiken deze marge nauwelijks, omdat ze er niet in slagen hun rede te ontwikkelen, met als gevolg dat ze ook in deze wilsvrije marge onredelijk, dat wil zeggen impulsief blijven handelen.

Merk op hoe volgens Van Buuren de dronkenlap de keus heeft om de fles te laten staan! Hij had dus anders kunnen handelen, maar dat is niet een zienswijze die je bij Spinoza aantreft, maar die geheel voor rekening van Van Buuren komt, die hij vervolgens Spinoza in de schoenen schuift, zodat hij toch een vrije wil zou erkennen.

Volgens Maarten van Buuren is bij Spinoza denken afgeleid van de uitgebreidheid



Maarten van Buuren’s ‘Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid’ redux [vervolg 1]
In de komende blogs laat ik telkens aan de hand van een citaat zien, hoe Maarten van Buuren in zijn ‘Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid’ een nogal eigenzinnige interpretatie van Spinoza’s filosofie geeft.
Deze tekst zet Van Buuren ons voor op p. 87-88
“Hij [Spinoza] kenmerkt de geest als een spiegeling (reflectie) van deze [levens]drift en, wat misschien belangrijker is: als dienstbaar aan deze levensdrift. De geest (rede) maakt onderdeel uit van de organische levensdrift en heeft als functie om deze drift te sturen.
Conatus krijgt bij Spinoza de status van substantie toegewezen waaruit het leven als lichamelijk én geestelijk streven (appetitus) wordt afgeleid en waarbinnen de begeerte (cupiditas) als bewustzijn van dit streven een secundaire positie krijgt toegewezen. De enkelvoudige substantie leidt via de attributen (eigenschappen) en de modi tot (a) een lichamelijk en (b) een geestelijk streven. Descartes' dualisme is niet afwezig in het systeem van Spinoza. De cartesiaanse substanties 'denken' en 'uitgebreidheid' komen in het systeem van Spinoza terug als attributen (eigenschappen) van de enkelvoudige substantie, maar niet op een gelijkwaardige manier: de eigenschap ‘denken' is als weerspiegeling van de eigenschap 'uitgebreidheid', een van deze uitgebreidheid afgeleide en aan deze uitgebreidheid dienstbare eigenschap. Dat is de eerste verregaande consequentie die we kunnen trekken uit de relatie tussen de substantie conatus (levensdrift) die via haar twee eigenschappen 'uitgebreidheid' en 'denken' op het niveau van de modi uitmondt in de lichamelijke appetitus (streven) en de geestelijke cupiditas.”
In het vervolg behandelt hij dat de rede zich tot de conatus verhoudt als een ruiter tot zijn paard – een beeld dat je bij Plato vindt, maar nergens bij Spinoza.

dinsdag 16 januari 2018

Maarten van Buuren’s ‘Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid’ redux



Niet dat ik na mijn zware recensies in april 2016 het gevoel had dat ik het boek Spinoza – Vijf wegen naar de vrijheid *) té kritisch had besproken en daardoor de schrijver ervan, Maarten van Buuren, tekort had gedaan. Maar dat Adrie Hoogendoorn, die ik op zijn verzoek gelegenheid had gegeven twee maanden na de mijne zijn bespreking te brengen in een gastblog dat de titel meekreeg: “Maarten van Buuren’s Spinoza: "Een aanwinst voor de Spinoza-literatuur" (Hoogendoorn), deed me wel iets.
Extra vervelend vond ik dat ik op geen van de vijf vergaand kritische opmerkingen over het boek een reactie kreeg. Ook Hoogendoorn ging nergens op in. “Dat lijkt me verstandig,” schreef ik toen nog, “ want zou een bespreking van het boek maar ingewikkeld maken. Maar onuitgesproken moet hij flink wat kritiek op mijn bespreking hebben. Hopelijk kunnen we hier in de toekomst nog eens een discussie over hebben.” Van zo’n discussie is het nooit gekomen. Op het betreffende blog hebben we nog wat van gedachten gewisseld over beweringen die Hoogendoorn deed, maar over mijn kritiekpunten is nooit meer wat gezegd.
Toen ik in mijn vernieuwde blog nog wel eens een opmerking maakte over Van Buuren’s boeken over Spinoza, maakte Ed de opmerking dat ik wel gebeten leek op die auteur. Ook dat raakte mij, want dat ervoer ik zelf niet als waar. Ik had uitgekeken naar het door hemzelf aangekondigde boek en schreef in die zin blogs, waarin ik duidelijk maakte iets van Van Buuren te verwachten. Het was de zeer teleurstellende leeservaring die maakte dat ik op de ernstige missers van zijn boeken moest wijzen. Iemand moest waarschuwen voor deze boeken die nogal wat verkeerde opvattingen over Spinoza verspreiden, en als verder niemand dat deed, moest ik het maar zijn.