Beroemd
is de typering van Alfred North Whitehead (1861-1947) die hij gaf in Process and reality (de boekuitgave van de
Gifford lectures die hij gaf in 1927-28) dat de Europese filosofische traditie
bestond uit een serie voetnoten bij Plato [zie hier die tekst via books.google].
Op
17 augustus startte de Times Literary
Supplement een rubriek "Footnotes to Plato", "appraising the
works and legacies of the great thinkers and philosophers," die
onregelmatig verschijnt. Er kan tussen de afleveringen een week zitten, maar
ook meer dan een maand.
De
eerste in de rubriek was Jean-Jacques Rousseau [17 augustus 2017], daarna
volgden Arthur Schopenhauer [24 augustus 2017], Ludwig Wittgenstein [10 oktober
2017], Niccolò Machiavelli [19 oktober 2017], Hannah Arendt [7 september 2017],
Jean-Paul Sartre [24 oktober 2017], Erwin Schrödinger [24 november 2017], Karl
Jaspers [20 december 2017], Quine [9 januari 2018], Thomas Kuhn [17 januari
2018], Julia Kristeva [29 januari 2018], John Stuart Mill [13 februari 2018],
Friedrich Hayek [23 maart 2018], Kurt Gödel [20 april 2018].
Als
15e in de reeks was deze week, 27 april 2018, Spinoza aan de beurt:
"Spinoza’s philosophy of freedom" - "Steven Nadler explores the
‘evil opinions’ and radical ideas of Baruch de Spinoza." [Cf.]
Vaste
bezoekers van dit blog lezen daar niets nieuws, maar krijgen een gedegen algemeen ± ‘lemma’
over Spinoza - hetgeen nooit weg is.
Jammer
vind ik het wel dat Nadler niet ingaat op de titel van de rubriek en zich afvraagt
of die wel van toepassing is op Spinoza. Ik ben het wat Spinoza betreft bepaald niet
eens met die typering van Alfred Whitehead (die zelf nog niet aan de beurt kwam
in die rubriek van de TLS). Spinoza heeft zo’n fundamenteel andere filosofie
dan Plato dat die “een voetnoot bij Plato” noemen als een schromelijke minachting
overkomt die zeker schrobbering-waardig is.