zondag 31 maart 2019
Meditatie bij #Spinoza volgens Andrea Sangiacomo – met Bach’s Chaconne
Johann Sebastian Bach, Partita voor viool solo Nº 2 in d klein, BWV 1004 uit 1720 – het laatste, 5e en langste deel: Chaconne. Gespeeld door de Amerikaanse violiste Hilary Hahn in 1997.
Vrijdag
publiceerde Andrea Sangiacomo op de site van ‘t Groningen Centre for Medieval
and Early Modern Thought, waaraan hij leiding geeft, zijn blog
Andrea
Sangiacomo, “Spinoza’s meditations and why today’s philosophers don’t meditate
anymore” [cf. rug.nl]
Hij
geeft daarin een beschouwing over Spinoza’s antwoord op een vraag van Johan
Bouwmeester naar zijn methode van filosoferen, waarmee hij brief 37 als volgt
eindigt [ik breng de vertaling van F. Akkerman, die de term 'meditatie' niet heeft]:
Met deze weinige woorden meen ik de ware methode te
hebben uiteengezet en verklaard en tevens de weg te hebben gewezen hoe wij die
kunnen bereiken. Overigens moet ik u er wel op wijzen dat hiervoor een
voortdurend nadenken [assiduam meditationem / uninterrupted meditation], een
zeer standvastig karakter en een grote doelbewustheid [animum, propositumque
constantissimum] vereist is. Om dit alles te hebben is het in de eerste plaats
nodig de maner van leven naar een vast plan in te richten en zich een bepaald doel
voor ogen te stellen. Maar voor het ogenblik genoeg hiervan.
zaterdag 30 maart 2019
Van de week nieuw boek gepresenteerd van Diego Tatián, #Spinoza disidente
In de Coleccion Nociones Comunes van de Argentijnse Tinta
Limón Ediciones
[dat het nog niet op z’n website heeft]
[dat het nog niet op z’n website heeft]
Owen McLeod schreef het gedicht “A Brief Synopsis of #Spinoza’s Ethics”
Het
artikel gisteren van Mario Sanchez in The Lafayette, » Poet, philosophy professor Owen McLeod debuts poetry
collection ‘Dream Kitchen’, «
met o.a. de vermelding van zijn gedicht “A Brief Synopsis of Spinoza’s Ethics,” deed mij verder zoeken, waarbij
ik het gedicht vond.
Owen McLeod teaches philosophy at Lafayette College in Easton, Pennsylvania, where he lives., makes pottery, and writes poems, which are published or forthcoming in such journals as Field, Massachusetts Review, New England Review, Ploughshares, and The Southern Review.” [Zijn website en Books.google].
Dream Kitchen is zijn debuut dichtbundel, daarin het gedicht
The
sound of his sister's laugh fills the cove.
Her children tumble from the sky like fruit,
vanish, rise from the churn, return to the dock
to do a cannonball, jackknife, or flying squirrel.
He sits in the shade, snaps pics with his phone,
a Pittsburgh Steelers sleeve hugging his beer.
Her children tumble from the sky like fruit,
vanish, rise from the churn, return to the dock
to do a cannonball, jackknife, or flying squirrel.
He sits in the shade, snaps pics with his phone,
a Pittsburgh Steelers sleeve hugging his beer.
God
is everywhere if anywhere, but right here
especially—or so he nearly believes, if only
in the moment before arguments rush in,
reminding him the world makes zero sense
if created and governed by a perfect being.
especially—or so he nearly believes, if only
in the moment before arguments rush in,
reminding him the world makes zero sense
if created and governed by a perfect being.
Let
it be imperfect, then. Let it be this beer,
this family, this olive-colored lake. Let it be
the boat that brought us all here, the vanity
of our striving, the shocking sight of blood
in urine, the sickness that will finally do us in.
Let it be, till then, the now of her laughter
as from heaven her children fall one by one.
this family, this olive-colored lake. Let it be
the boat that brought us all here, the vanity
of our striving, the shocking sight of blood
in urine, the sickness that will finally do us in.
Let it be, till then, the now of her laughter
as from heaven her children fall one by one.
Owen
McLeod, in: Dream Kitchen
[Vassar Miller Prize in Poetry, Book 26. University of North Texas Press, 2019 - 98 pagina's]
[via
muse.jhu] [Vassar Miller Prize in Poetry, Book 26. University of North Texas Press, 2019 - 98 pagina's]
N.B. Aanvankelijk dacht ik dat het slechts een deel van het gedicht was: dat de laatste twee regels het begin vormden van een nieuwe strofe. Dat blijkt toch niet zo te zijn. Howard Spoelstra, die toegang had tot het hele artikel, liet mij met deze pagina zien dat het werkelijk om het hele gedicht ging:
Zie
het gedicht ‘Dream Kitchen’ in Boulevard
Magazine.
donderdag 28 maart 2019
Signalement boek over Massa en menigte bij Freud, Canetti & #Spinoza.
Onlangs verscheen
Leon Farhi Neto, Masse & multitude: A partir de Freud, Canetti & Spinoza. Editions L'Harmattan, 04/02/2019 - 190 pages - PDF cover en chterflap
Cf. bespreking gisteren door Christian RUBY: “Foule, masse, multitude ou peuple?”
Laatste dagen expositie #SPINOZA, MARRANO OF REASON
Morgen
zal de laatste dag zijn van de expositie in de Amstelkerk en het Plein Van Siena in
Amsterdam - SPINOZA, MARRANO OF REASON - met werk van hedendaagse
internationale kunstenaars die zich hebben laten inspireren door Spinoza. Als
ik het wel heb, gaat de expositie daarna naar Siena. Tot mijn verbazing en
enigszins teleurstelling, heb ik nergens (ook niet op Els' blogs) iets over de
expositie kunnen lezen. Enfin, ik vermeld dit, daar het misschien nog iemand op
een idee brengt. Voor meer informatie type de titel van de tentoonstelling in het zoekvenster.
woensdag 27 maart 2019
Philosophie Magazine van april 2019 heeft weer artikelen over #Spinoza
dinsdag 26 maart 2019
Friedrich Schelling als lezer van #Spinoza [2]
Ferdie Fluitsma
attendeerde mij erop dat Brady Bowman, de vertaler van Eckart Förster's The Twenty-Five Years of Philosophy. A
Systematic Reconstruction, naar academia.edu zijn artikel heeft geüpload dat
in 2019 gaat verschijnen in Dina Emundts & Sally Sedgwick (eds.), Internationales Jahrbuch für Deutschen
Idealismus [Berlin: de Gruyter]:
Brady
Bowman, “Force, Existence, and the Transcendence of the Good in Schelling’s
Weltalter (1815)” [academia.edu]
Abstract: Mit dem Weltalter-Projekt
stellt Schelling zur philosophischen Theologie Spinozas eine Alternative vor,
die nicht mehr von der Zweideutigkeit seiner früheren diesbezüglichen Ansätze
beeinträchtigt wird. Der Fortschritt beruht auf der erhöhten deduktiven
Stringenz seiner inzwischen revidierten Potenzenlehre. Diese rekonstruiert der
vorliegende Aufsatz im ersten Schritt. Aus dem Vergleich mit Goethes Vorgehen
bei der Ableitung von drei Primärfarben wird deutlich, wie es Schelling im
Gegensatz zu seinen vorangegangenen Entwürfen nunmehr gelingt, eine dritte
„Urmacht“ auf der Grundlage zweier polar entgegengesetzter Kräfte (Bejahung und
Verneinung) vollgültig abzuleiten, anstatt sie bloß zu postulieren. In einem
zweiten Schritt wird argumentiert, dass sich Schelling eben dadurch in die Lage
versetzt, das wirkliche, dynamisch konstituierte Wesen Gottes von dessen
nicht-kausal verfasster, axiologischer Bedingung der Möglichkeit zu
unterscheiden. Damit ist die Grundlage geschaffen, auf der Schelling wichtige, aber
von Spinoza entweder verleugnete oder unverarbeitete Elemente zu einer
einheitlichen Konzeption verbinden kann: die Naturlebendigkeit, den Werte-Realismus,
die moralische Freiheit und die (göttliche) Kreativität. Im Resultat ergibt
sich eine überzeugende Umdeutung zweier Spinozanischer Kernthesen, und zwar die
Umdeutung der These von der Hervorbringung Gottes durch sich selbst (causa
sui) und von der Gleichsetzung von Gottes Macht mit dessen Wesen.
Ook in 2019 organiseert Vittorio Morfino weer een Seminario #Spinoza
Al vele jaren wordt er bij ’t Italiaanse Fondazione Corrente
in Milaan een “Seminario Spinoza” georganiseerd onder leiding van Vittorio
Morfino. Zie de PDF’s van achtereenvolgens de jaren 2015/2016, 2016/2017 en 2017/2018. Andrea Sangiacomo trad er op in 2011.
De PDF
van 2019 staat nog niet op hun site, maar ontving ik van Jos Scheren. R.B. Kitaj (1932 - 2007) schilderde een jaar voor zijn dood ook een #Spinoza
R.B. (Ronald Brooks) Kitaj (1932 - 2007) was een Amerikaans
kunstschilder en graficus die lange tijd in Engeland werkte. Hij wordt gezien
als een vooraanstaand vertegenwoordiger van de School of London en van de
Engelse variant van de popart. Zijn moeder, een nakomeling van Joods-Russische
immigranten, hertrouwde in 1941 met Walter Kitaj, een chemisch analist en
vluchteling uit Wenen. Ronald nam zijn achternaam aan. Aldus nl.wikipedia.
Ik hoorde vandaag voor het eerst van Kitaj via de cover van het
boek met Selected Poems van A.C. Jacobs (cf. vorig blog) en vroeg mij af of deze artist, die nogal bezig
was met zijn joodse roots, niet ook Spinoza had geschilderd. En dat deed hij. Zie méér van hem op b.v. pinterest en WikiArt en over hem in artikel over expositie over R.B. Kitaj in Joods Historisch Museum.
R.B. Kitaj, Spinoza, 2006 - oil on canvas - 9 x 12 inches |
De #Spinoza-“evenementen” in de maand van de Filosofie
Zaterdag a.s. begint met de Avond van de filosofie de Maand van de
filosofie. De weinige Spinoza-“evenementen" bestaan uit de toneelvoorstelling Spinoza op 5 april in Arnhem en een lezing van Maarten van Buuren over zijn nieuwste Spinoza-boek, Spinoza. Zijn filosofie in 50 sleutelwoorden,
op 14 april in Haarlem. Misschien wordt er nog iets aangemeld?
A.C. Jacobs (1937 - 1994), Engels dichter, verwees in gedicht naar #Spinoza
The Guardian bracht gisteren dit gedicht,
Supplication van A.C. Jacobs, als gedicht van de week. Zie aldaar voor een toelichting en meer informatie over A.C.
Jacobs.
maandag 25 maart 2019
Studies over de vroege #Spinoza-receptie in Duitsland
In
het verlengde van mijn zoektocht naar Johann Conrad Dippel en blogs over werken
over de vroege Spinozareceptie, als eerste het blog van 16 maart 2019 over Th. C. van Stockum en zijn
Openbare les over de vroege Spinoza-receptie in Duitsland en vervolgens Karlfried Gründer u.
Wilhelm Schmidt-Biggemann (Hrsg.), Spinoza
in der Frühzeit seiner religiösen Wirkung. [Wolfenbütteler Studien zur
Aufklärung, Bd. 12]. Heidelberg: Schneider, 1984 [cf. blog van 17 maart 2019], wil ik hier een kort overzicht
samenstellen van de overige studies naar die vroege receptie – in Duitsland
vooral. Compleet zal het niet zijn, maar ik kom in de buurt.* Ik heb nog steeds niet de indruk dat ik op een voldoende diepgaande en
uitputtende studie ben gestuit over Johann
Conrad Dippel’s houding tegenover Spinoza – of de eventuele ontwikkeling daarvan in de loop van zijn leven. Ik
vrees dat ik zocht naar iets wat nog niet bestaat.
*) Weet dat ik hier bewust en uitdrukkelijk boeken oversla als die van Daniel Schwartz, The
First Modern Jew. Spinoza and the History of an Image [Princeton University
Press 2012] en Jan-Hendrik Wulf,
Spinoza in der jüdischen Aufklärung. Baruch Spinoza als diskursive Grenzfigur des Jüdischen und Nichtjüdischen in den Texten der Haskala von Moses Mendelssohn bis Salomon Rubin und in frühen zionistischen Zeugnissen. [Oldenbourg, Akademie-Verlag, 2012]
Als eerste is te vermelden:
• Moses Krakauer, Zur
Geschichte des Spinozismus in Deutschland während der ersten Hälfte des
achtzehnten Jahrhunderts. Dissertatie. Breslau: S. Schottlaender, 1881 - 51
pp.
“M. Krakauer, Zur Geschichte des Spinozismus in
Deutschland während der ersten Hälfte des 18. Jahrhunderts, Breslau 1881
[behandelt den Spinozismus der beiden Freigeister Konrad Dippel (Ϯ 1734) und seines Schülers Johann Christian Edelmann (Ϯ 1767)].” aldus
Heinrich Scholz (Hrsg.), Die Hauptschriften zum Pantheismusstreit zwischen Jacobi und Mendelssohn - Einleitung, p. XLI, noot 1 – archive.org
Heinrich Scholz (Hrsg.), Die Hauptschriften zum Pantheismusstreit zwischen Jacobi und Mendelssohn - Einleitung, p. XLI, noot 1 – archive.org
• Leo Baeck, Spinozas
erste Einwirkungen auf Deutschland. Dissertatie. Berlin: Meyer &
Müller, 1895
Leo Bäck (1873-1956)
promoveerde in mei 1895 bij Wilhelm
Dilthey en Friedrich Paulsen met zijn dissertatie "Spinozas erste
Einwirkungen auf Deutschland." [cf. ook blog]
De dissertatie is niet geüpload naar archive.org, Gutenberg of elders. Wel werd hij opgenomen in de verzamelbundel Martin Schewe & Achim Engstler (Hrsg.), Spinoza [cf. blog]. Ook is hij, zoals veel werk van voor de copyrightdata opnieuw uitgegeven (cf. o.a. bij amazon]
De dissertatie is niet geüpload naar archive.org, Gutenberg of elders. Wel werd hij opgenomen in de verzamelbundel Martin Schewe & Achim Engstler (Hrsg.), Spinoza [cf. blog]. Ook is hij, zoals veel werk van voor de copyrightdata opnieuw uitgegeven (cf. o.a. bij amazon]
• Max Grunwald, Spinoza
in Deutschland: Gekrönte Preisschrift. Berlin: S. Calvary & co. 1897 – archive.org
David
Wertheim wijst er in zijn Salvation
through Spinoza: A Study of Jewish Culture in Weimar [p. 42 – books.google] op dat al deze eind 19e eeuwse studies
over de Spinozareceptie in Duitsland afkomstig zijn van joodse rabbijnen. Ze
hangen samen met de zoektocht van Duitse joden naar emancipatie en Duits
burgerschap; zij wilden de invloed laten zien die Spinoza in hun ogen had op de
Duitse cultuur en filosofie.
Dan
is er een hele periode niets en komt als eerstvolgende studie
Negri’s modieuze geschrijf behoort tot de meest overschatte bijdragen aan het hedendaagse #Spinoza-onderzoek (aldus Piet Steenbakkers in 1994)
Zoals uit veel blogs blijkt (ik kan ze niet allemaal noemen), had en
heb ik mijn vraagtekens bij Antonio Negri, en zeker toen ik ontdekte dat hij in
zijn hoofdstuk Between infinity and community: notes on materialism
in Spinoza and Leopardi [in Subversive Spinoza:
(un)contemporary variations. Manchester University Press, 2004] op een
zeer gekunstelde manier een relatie legde tussen Leopardi en Spinoza [cf. blog van 02-12-2009], hield ik hem definitief voor gezien.
Wel verbaasde ik me erover dat zovelen positief over hem zijn en je weinig kritiek
op Negri tegen komt.
Wie
schetst mijn vreugde toen ik dit weekend in zijn recensie van Olivier Bloch
e.a. (ed.), Spinoza au XXe
siècle (1993) in Tijdschrift voor
Filosofie van maart 1994 las dat Piet Steenbakkers 25-jaar geleden het
volgende schreef:
“Twee
stukken [dat van Misrahi en van Negri] wijken duidelijk af van de opzet van de
bundel. Misrahi heeft, als groot kenner van Spinoza's wijsbegeerte, een
lezenswaardig stuk geleverd. Dat kan van
Negri niet worden gezegd: het moet me bij deze gelegenheid toch maar eens van
het hart dat diens modieuze geschrijf tot de meest overschatte bijdragen aan
het hedendaagse Spinoza-onderzoek behoort. Zijn wollige en mistige betoog vind
ik het slechtste van het hele boek.”
Die
zat!
Toch
kon Steenbakkers jaren later in zijn functie van hoogleraar in de
Spinoza-studies namens de Ver. Het Spinozahuis, niet verhinderen dat deze in 2009
Antonio Negri uitnodigde om te spreken op de jaarvergadering in 2009.
[De cover van het boek uit 2003 alleen toegevoegd om een foto van Negri binnen te halen]
zondag 24 maart 2019
Wiep van Bunge’s lemma #Spinoza voor de Bloomsbury Encyclopedia of Philosophers staat online
De
Bloomsbury Encyclopedia of Philosophers, uitgebracht door Thoemmes Press, met
o.a. de reeks: Modern European Thinkers, is [vooralsnog] een online encyclopedie
in opbouw, jaarlijks komen er lemma's bij. The Bloomsbury Encyclopedia of
Philosophers in America, bestaat al in een papieren versie, dat zal met deze
ook wel de bedoeling zijn, neem ik aan.
Dit jaar
verscheen het Lemma Spinoza, Benedictus de (1632–77), van de hand van Wiep van
Bunge online. Cf. bloomsburyphilosophers.
Voor sommige
lemma’s, zoals dat over Jelles, Jarig (1619/20–83), eveneens geschreven door Wiep
van Bunge, dient men als deelnemer ingeschreven te staan [cf.], maar Spinoza hoort onder de vrijgegeven pagina's.
#Spinoza-boeken van medeoprichter van De Stijl Vilmos Huszár in de aanbieding
Antiquariaat
& uitgeverij ARTISTIEK BUREAU biedt drie bijzondere Spinoza-boeken aan uit
het bezit van Vilmos Huszár, de medeoprichter van De Stijl, die intensief
Spinoza bestudeerde. Hij was niet alleen schilder, maar ook ontwerper van
logo’s, muurreclames, glas-in-loodramen, meubels, theemutsen, klokken, stoffen
en complete interieurs. Hij kon bovendien boekbinden. Zo voorzag hij van een
perkamenten band: zijn Ethica-vertaling van W. Meijer, Die Ethik-vertaling van J.
Stern en tenslotte door hem in één band samengebracht: Spinozas Briefwechsel.
Verdeutscht und mit Einleitung und Anmerkungen versehen von J. Stern [&]
Abhandlung über die Vervollkommnung des Verstandes und über den Weg, auf
welchem er am besten zur wahrem Erkenntnis der Dinge geführt wird. Neu
übersetzt von J. Stern. [&] Der politische Traktat. Neu übersetzt und mit
einem Vorwort versehen von J. Stern.
De
drie banden zijn van potlood-onderstrepingen, waarschijnlijk van zijn hand voorzien, waaraan te
zien is hoe intensief hij Spinoza bestudeerd moet hebben. Cf. dit 29-03-2009-blog over De Stijl en Vilmos Huszàr.
Richard Kennington’s The Philosophy of Baruch #Spinoza na bijna 40 jaar herdrukt
In
het blog van 25-02-2015: “Richard H. Kennington (1921 – 1999)
In Spinoza’s denken zou de analytische en niet de synthetische methode centraal
staan” gaf ik de cover en de hoofdstukken van
Richard
Kennington (ed.), The Philosophy of Baruch Spinoza [Washington, DC: The
Catholic University of America Press, 1980. - 323 pp.
Welnu,
na bijna 40 jaar is een jaar geleden dit werk herdrukt
Richard Kennington, The Philosophy of Baruch Spinoza. herdruk CUA Press, 2018 - 330 pagina's – books.google
This
volume is a collection of articles that looks at the work of Baruch Spinoza
through his metaphysics, his philosophy of politics and religion, and
alternative approaches to Spinoza.
Dit
leek me hier wel een vermelding waard.
zaterdag 23 maart 2019
Willi Goetschel over Heine en #Spinoza
Nadat
Willi Goetschel in zijn boek Spinoza's
Modernity: Mendelssohn, Lessing, and Heine [Univ of
Wisconsin Press, 2004 – books.google]
al veel over Heine en Spinoza geschreven had, verscheen van hem vorige maand
Willi
Goetschel, Heine and Critical Theory. London:
Bloomsbury Publishing, 2019 - 328 pagina's – books.google
Ook
daarin komt ook Heine’s kijk op Spinoza aan de orde, maar ligt het accent op Heines
manier van kritisch theoretiseren, zijn invloed op het kritisch denken van
Marx, Nietzsche en Freud en de relatie van de Frankfurter Schule met hun kritische
Theorie tot hem. vrijdag 22 maart 2019
dinsdag 19 maart 2019
Lessing over Johann Conrad Dippel (1673-1734): "niemand hätte #Spinoza tiefer verstanden als Dippel."
Om
de kleine serie over deze radicale piëtistische vrijdenker, arts en alchemist
en zijn betrekking tot Spinoza af te ronden, haal ik hier graag een tekst naar
binnen uit Kristine
Hannak, Geist=reiche Critik: Hermetik,
Mystik und das Werden der Aufklärung in spiritualistischer Literatur der Frühen
Neuzeit. Walter de Gruyter, 2013 - 569 pagina's
Kapitel VI “Die Geheimnisse der Mystici mit dem Augen der Vernuft einsehen: Johann Conrad Dippel (1673-1734)”, p. 333-500 – books.google
Kapitel VI “Die Geheimnisse der Mystici mit dem Augen der Vernuft einsehen: Johann Conrad Dippel (1673-1734)”, p. 333-500 – books.google
Het
gaat de schrijfster om de grote belangstelling voor het Corpus Hermeticum en de receptie van hermetische teksten i.h.a.
tussen 1530 en 1730. Aparte hoofdstukken van zeer verschillende omvang wijdt ze aan:
Sebastian
Franck 1499 - 1542 [100 blz.]Valentin Weigel 1533 - 1588 [134 blz.]
Jakob Böhme 1575 - 1624 [26 blz.]
Johann Conrad Dippel (1673-1734) [168 blz.]
Johann Conrad Dippel (1673-1734) bekämpfte niemanden erbitterter als #Spinoza (Max Grunwald)
Zoals ik in het vorige blog aankondigde, breng ik hier hetgeen Max Grunwald
over Johann Conrad Dippel schreef in zijn
Max Grunwald, Spinoza in Deutschland: Gekrönte Preisschrift. Berlin: Verlag von
S. Calvary & Co, 1897 – archive.org
Grunwald
baseert zich in “§ 41. Dippel” vooral op het boek van
Dippel, Fatum fatuum, waarop ik in
het vorige blog wees - “Der erste Angriff gegen Spinoza von Seiten deutscher Theologen” [aldus de Duitse Spinoza Bibiografie].
Grunwald ziet Dippel eerder als een felle bestrijder van Spinoza dan als een verborgen aanhanger, of als iemand die door Spinoza is beïnvloed (zoals Stephan Goldschmidt hem las; cf. eerste blog).
Ik vermeld nog dat ik op 25-04-2013 het blog had over: » Max Grunwald (1871 - 1953) Gekrönte Preisschrift "Spinoza in Deutschland" «
Grunwald ziet Dippel eerder als een felle bestrijder van Spinoza dan als een verborgen aanhanger, of als iemand die door Spinoza is beïnvloed (zoals Stephan Goldschmidt hem las; cf. eerste blog).
Ik vermeld nog dat ik op 25-04-2013 het blog had over: » Max Grunwald (1871 - 1953) Gekrönte Preisschrift "Spinoza in Deutschland" «
maandag 18 maart 2019
Johann Conrad Dippel (1673-1734) bekritiseerde de “Atheistery van Spinosa” en zag in #Spinoza een aanhanger van het noodlottige Fatum
In
het vorige blog bracht ik het stuk dat Stefan Winkle in zijn Die heimlichen Spinozisten in Altona und der
Spinozastreit, over Johann Dippel bracht. Ik deed dat vooral om daarmee een
beeld van deze Dippel te krijgen. Maar je kunt niet zeggen dat Winkle erg duidelijk
maakt welke houding Dipppel t.o.v. Spinoza had. Dat hij hem zo uitgebreid
beschrijft in een boek met deze titel suggereert enigszins dat hij ook hem als een
van Die heimlichen Spinozisten in Altona zag. Meer daarover zegt hij in de
eindnoten:
Anmerkung 17:
Sogar Dippel, der ursprünglich noch auf seiten der Orthodoxen stand und
»Speners Pietisterey« beschimpfte, tat dasselbe auch noch mit Spinoza, ehe er
durch Arnolds Lektüre sein Damaskus erlebte: »Der dumme Teufel«, »der blinde
Gaukler«, »der verblendete Tropf«, »der Narr, der das Tollhaus billig
meritirt«, »dieser wahnwitzige und gleichsam trunkene Mensch«, »der
philosophische Lumpenkram«, »gaukelhafte Alfenzereyen« - so geht es Seite um
Seite in einer seiner Schriften (Wilhelm Weischedel, die philosophische
Hintertreppe. München 1966, S. 118).
Anmerkung 71:
Ehe Dippel durch Arnold über Spinoza aufgeklärt wurde, erging auch er sich in
wüsten Beschimpfungen gegen den »lästernden Erzjuden«, der ein »Atheist« sei
und »gaukelhafte Alfanzereien betribe.«
Maar
dat Dippel door Gottfried Arnold, de auteur van Unpartheyische Kirchen- und Ketzer-Historie, geïnteresseerd zou
zijn geraakt in Spinoza, ja zelfs in de lezing van dat boek zijn Damaskus zou
hebben gevonden, maakt Winkle in zijn tekst niet waar. Hij heeft ook niets over het felle boek tegen Spinoza dat ik hierna breng.
zondag 17 maart 2019
Johann Conrad Dippel (1673-1734) was deze Freygeist een heimelijke aanhanger van #Spinoza?
Het
vorige blog over Van Stockum en diens Openbare les,
waarin ook Dippel voorkwam, werd aanleiding om wat meer over deze Dippel te
weten te komen.
Johann
C. Dippel was een Duitse piëtistische theoloog, alchemist, natuurkundige en
arts. In dit en een volgend blog wil ik het over hem te hebben. Was hij
aangestoken door Spinoza? Opmerkelijk vind ik het dat Jonathan Israel in
geen van zijn drie boeken over de Radikale Velichting ook maar iets over Johan
Dippel heeft – wat een extra motief vormt om eens enige blogs aan deze Freygeist te wijden.
Ook
al is Stephan Goldschmidt in zijn Johann
Konrad Dippel (1673-1734): seine radikalpietistische Theologie und ihre
Entstehung [2001 op p. 12, noot 4] van mening dat “Die Arbeiten, die Dippel
als von Spinoza beeinflusst beschrieben haben (MAX GRUNWALD, Spinoza in
Deutschland. 69f.; JACOB FREUDENTHAL/CARL GEBHARDT, Spinoza. Leben und Lehre,
Teil 2, 224f.; GERHARD ALEXANDER, Spinoza und Dippel; STEFAN WINKLE, Die
heimlichen Spinozisten in Altona. 19-27), sind methodisch unzureichend[.],” neem
ik hier uit het laatst genoemde werk de betreffende paragrafen over Dippel over
- zonder referenties, waarvoor ik naar het boek verwijs. We krijgen hiermee m.i.
een redelijk duidelijk beeld van deze Dippel. Later bekijk ik ook wat Max
Grunwald over Dippel schreef. Nu eerst
Stefan
Winkle, Die heimlichen Spinozisten in
Altona und der Spinozastreit. Hamburg: Verein für Hamburgische Geschichte,
1988. - VII, 136 : Ill. – [Beiträge zur Geschichte Hamburgs, #34] - 136 pages [PDF
werd naar hier gebracht]#Spinoza in der Frühzeit seiner religiösen Wirkung.
Bezig met een nog komend blog over Dippel, in aansluiting op het vorige blog over Th. C. van Stockum en zijn openbare les over de vroege Spinozareceptie in Duitsland, kom ik deze publicatie tegen, waarover ik eerst en passant dit blog maak:
Karlfried
Gründer u. Wilhelm Schmidt-Biggemann (Hrsg.), Spinoza in der Frühzeit seiner religiösen Wirkung. [Wolfenbütteler
Studien zur Aufklärung, Bd. 12]. Heidelberg: Schneider, 1984
De inhoud is hier te vinden:
In mei 1980 was er in Wolfenbüttel een Symposion belegd aan de Lessing-Akademie, en daarvan verscheen deze uitgave:
De inhoud is hier te vinden:
Table
of Contents:
•Die
Wachtersche Kontroverse über den Spinozismus und ihre Folgen / Gershom Scholem
•
Formalis Atheus? / Walter Sparn
•
Veritas particeps Dei / Wilhelm Schmidt-Biggeman
•
Spinoza und Dippel / Gerhard Alexander
•
Behemenism and Spinozism in the religious culture of the Netherlands, 1660-1730
/ Michael John Petry
•
Zur frühen Spinozarezeption in den Niederlanden / Hubertus G. Hubbeling
•
Reason and revelation in the Cambridge Platonists, and their reception of Spinoza
/ Sarah Hutton
•
Richard Simon's reaction to Spinoza's "Tractatus
Theologico-Politicus" / John D. Woodbridge
•
Spinoza und die Kontroverse "De Tribus Impostoribus" / Hugh B.
Nisbet.
zaterdag 16 maart 2019
Th. C. van Stockum en zijn studie over #Spinoza (vervolg): zijn Openbare les over de vroege Spinoza-receptie in Duitsland
Op
05-08-2012 had ik een blog over: “Theodorus Cornelis
van Stockum (1887 - 1969) kenner Spinoza-receptie met pech.” Hij promoveerde
cum laude op Spinoza en hield datzelfde jaar een openbare les over de ontvangst
van Spinoza in Duitsland.
Gonny
Pasman vertelde mij van de week dat volgend jaar bij haar Spinoza Kring Soest
waarschijnlijk een cursus komt over de Spinozareceptie door de Duitse
Idealisten, waarbij centraal zal staan
Th.
C. van Stockum, Spinoza-Jacobi-Lessing.
Ein Beitrag zur Geschichte der deutschen Literatur und Philosopie im 18.
Jahrhundert. Dissertatie. Groningen: P. Noordhoff, 1916 [PDF bij archive.org]
Dit
werd voor mij aanleiding weer even dat ‘droeve’ blog over hem te lezen en nog
eens verder te zoeken. Daarbij kwam ik tegen deze
AANKONDIGING
VAN EIGEN WERK.
Th.C. van Stockum, Spinoza-Jacobi-Lessing. Ein Beitrag
zur Geschichte der deutschen Literatur und Philosophie im 18. Jahrhundert. P.
Noordhoff, Groningen, 1916.
Sedert het eerste verschijnen van Jacobi's Briefe über
die Lehre des Spinoza heeft de overtuigingskracht van dit geschrift
herhaaldelijk een onderwerp van overdenking en polemiek uitgemaakt, zonder dat
men daarbij tot andere dan zeer vage resultaten gekomen is. De vraag, in
hoeverre daardoor bewezen wordt, dat Lessing in zijne laatste levensjaren
Spinozist geweest is, is alleen voor oplossing vatbaar na een tweeledig
onderzoek: vooreerst moeten Jacobi's argumenten nauwkeurig worden geanalyseerd
en geïnterpreteerd, vervolgens behoort het zoo verkregen resultaat te worden
getoetst aan wat ons van Lessing's wijsgeerige overtuigingen op grond van zijne
werken bekend is. Beide onderzoekingen leiden tot een gelijksoortig resultaat:
Jacobi’s boek bewijst niet, dat Lessing een Spinozist in den wetenschappelijken
zin des woords is geweest en uit diens eigen werken blijkt, dat Spinoza's
invloed op zijn wijsgeerig denken zich in hoofdzaak bepaalt tot het gebied der
godsdienstgeschiedenis en der wijsbegeerte van den godsdienst.
Groningen. TH. C. VAN STOCKUM [In: Neophilologus, Vol 2, 1917 - cf.]
* * *
Michael Hampe in 2014 over #Spinoza und die Lebenslust
Illustration: © Nazario Graziano/Colagene, Foto: The Bridgeman Art Library |
In
het blog van 23-07-2014, had ik al eens verwezen naar het 4e nummer
dat jaar van het Duitse Philosophie Magazine, waarin aandacht was voor
"Spinoza und die Lebenslust" van de Zwitserse filosoof Michael Hampe.
In de issuu waarheen ik een link gaf, was alleen het begin van dat artikel te
lezen. Vandaag gaf Google via het plaatje een link naar
het hele artikel, dat ik hierbij alsnog graag doorgeef.
vrijdag 15 maart 2019
Friedrich Schelling als lezer van #Spinoza
De
Duitse filosoof Friedrich Wilhelm Joseph Schelling (1775-1854) was een van de
grondleggers en een belangrijk vertegenwoordiger van het Duitse idealisme. Hij
ontwierp een identiteitsfilosofie waarin subject en object, denken en zijn,
geest en materie ogenschijnlijk verschillen, maar in wezen verschijningsvormen van
één enkele identieke werkelijkheid zijn.
Hij
lijkt veel weg te hebben van Spinoza; daar is redelijk wat studie naar gedaan. Tien
jaar geleden was er in Utrecht een studiedag "Schelling und Spinoza" [cf. en blog], waarop Thomas Kisser sprak over: “Schelling als
Leser Spinozas.” Ik heb nog wel eens ernaar gezocht of daar een uitgave van
gemaakt is, maar vond die niet.
Laat
ik hier eens een citaat brengen uit Schelling’s Erlanger Voträge in den Jahren 1821-1825 (Aus dem handschriftlichen
Nachlass) [books.google]. Daarin is te lezen:
Wie
hoch erhebt sich Spinoza, wenn er lehrt, daß wir von allen einzelnen und endlichen
Dingen uns scheiden und zum Unendlichen erheben sollen, und wie tief sinkt
wieder eben derselbe, wenn er dieses Unendliche zur Substanz, d. h. zu etwas
Todtem, Stillstehendem, macht, und wenn er diese Substanz als Einheit des
ausgedehnten und des denkenden Wesens erklärt, gleichsam zwei Gewichte, wodurch
er sie ganz niederzieht in die Sphäre der Endlichleit!
Lees in dit PDF wat hij eerder over Spinoza schreef in zijn zgn. Freiheitsschrift:
F.W.J. Schelling, Philosophische Untersuchungen über das Wesen der menschlichen Freiheit und die damit zusammenhängenden Gegenstände, 1809
In Samuel IJSSELING, SCHELLING EN ZIJN „FREIHEITSSCHRIFT” [In: Tijdschrift voor Filosofie, Jg. 39,#3 (sept. 1977), pp. 522-527, cf. PDF] komt Spinoza niet voor.
dinsdag 12 maart 2019
Julius Bab (1883 – 1955) schreef twee #Spinoza-gedichten
Toen
ik het blog van 12 december 2017 maakte “Over Spinoza en
Rembrandt… [2] De casus Julius Bab (1883 – 1955)” en daarbij via de Duitse
Spinoza Bibliografie het volgende ontdekte
Julius
Bab, “Spinoza: Zwei Gedichte.” In: Freie
Jüdische Lehrerstimme 1 (1912/13), 45,
schreef ik erbij: “Ik heb uit deze antiquarische aanbieding
niet de indruk dat ze in Ausgewählte
Gedichte zijn opgenomen – dat wordt dus nog goed zoeken.”
Sindsdien
ging ik er af en toe naar op zoek. En zie: ik heb ze uiteindelijk te pakken
gekregen. In tegenstelling tot vele joodse tijdschriften die gedigitaliseerd
zijn, is dat met Freie Jüdische
Lehrerstimme niet gebeurd. Ik leerde van alles over het “Zeitschrift Freie Jüdische Lehrerstimme.
Monatsschrift für die Pflege der Interessen des Judentums in Schule und Haus.
Organ des „Österr.-Israelit. Religionslehrerbund" [cf.]: dat het negen jaargangen heeft bestaan [1-9. Wien:
1912-1920, cf] en dat Oberrabbiner David Feuchtwang (1864–1936) er “wissenschaftlicher
Redakteur” van was. Toen stuitte ik, bij weer eens zo’n zoekactie, op een
document “All major Jewish Newspapers of the 19th and 20th century” dat het Leo
Baeck Instituut in Israel op internet had gebracht [PDF]. Daarin stond het tijdschrift vermeld onder: “B77 Freie
juedische Lehrerstimme. Monatsschrift fuer die Pflege der Interessen des
Judentums in Schule und Haus. Vienna: 1912–1920. Vols. 1–9. Complete. 1 reel.”
Ik verzocht het Instituut in Israël om een kopie van de gedichten, maar kreeg
te horen dat ik bij het Leo Baeck Institute in New York moest zijn. En daar was
een archivaris zo vriendelijk mij onderstaande scan te sturen.
De
gedichten, die in Fraktur-schrift gedrukt zijn, heb ik hier getranscribeerd,
zodat nu voor het eerst deze Spinoza-gedichten van de literair historicus
Julius Bab, die in Berlijn, waar hij ook geboren was, meer dan dertig jaar lang
criticus van het Berlijnse Theater was, nu voor het eerst op internet geplaatst
worden.
Zie voor meer over Bab in dat eerdere blog.
Zie voor meer over Bab in dat eerdere blog.
maandag 11 maart 2019
J.G. Wertheim (1898 – 1977) maakte dit reliëfbeeld van #Spinoza
Reliëfbeeld van Spinoza in het grafmonument bij de Nieuwe Kerk in Den Haag
Foto van Louis van Paridon uit het Spaarnestad-archief
Daar
op dinsdag 19 maart 2019 om 16:00 uur in de Uilenburgersynagoge, georganiseerd
door het Menasseh ben Israel Instituut [cf.], Ester Wouthuysen zal spreken over
J.G.
Wertheim, beeldhouwer en kunstpaus uit de “haute juiverie,”
breng
ik hier nog eens afbeeldingen van het reliëf dat hij van Spinoza maakte. Ik doe
dit mede om nog twee redenen. De eerste is dat als je in google.afbeeldingen
“J.G. Wertheim” ingeeft , je vele afbeeldingen krijgt, maar niet van het
Spinoza-beeld dat hij in 1956 maakte voor het grafmonument bij de Nieuwe Kerk
in Den Haag dat op 27 juli 1956, precies 300 jaar na zijn ban, werd onthuld.
(Cf. dit blog). De tweede reden is dat de foto die ik in het blog van 05-01-2012, “Fraaie foto van J.G. Wertheim's
Spinoza-reliëf op herdenkingsmonument in Den Haag,” binnenhaalde, niet meer te
zien is, daar het Nationaal Archief de plaats van de foto veranderde. Daarom probeer ik dat binnenhalen hier nog eens, waarbij de aangeboden embed-code niet blijkt te werken, zoals hier blijkt (daarom nam ik een kopie die ik in de kop plaatste):
zondag 10 maart 2019
Conatus verwijst in de muziek niet altijd naar #Spinoza
De Russische pianist en componist Inga
Chinilina [cf. website] schreef recent Conatus voor het Loadbang Ensemble. Op 8 mrt. 2019 werd het op YouTube geplaatst.
Abonneren op:
Posts (Atom)