Portret-lithografie
van Johannes Monnikhoff (1707-1787) van L. Steinmeier, gedateerd 1783 [cf. RKD]
Johannes Monnikhoff
was heelmeester te Amsterdam, vooral gespecialiseerd in de herniologie, die –
in het kielzog van Willem Deurhoff - ook veel studie maakte van Spinoza. Ik
schreef over hem een blog op 21-11-2012: ‘Johannes Monnikhoff (1707 – 1787) en
zijn kritische fascinatie voor Spinoza.” Daarbij
maakte ik flink gebruik van en gaf links naar studies van Lotte Jensen, degene
die tot heden het meest en diepgaand studie van hem en Spinoza maakte. Daar
veel van de in dat blog gegeven links niet meer werken, daar de betreffende documenten
ofwel verwijderd of verplaatst zijn, deze aanvulling. Dat geldt b.v. voor haar zeer
informatieve artikel
Lotte Jensen, “Johannes Monnikhoff.
Bewonderaar en bestrijder van Spinoza.” In: Geschiedenis
van de Wijsbegeerte in Nederland, Jr. 8 (1997) nr. 1/2, pp. 5-32
Door
haar met dit PDF ooit naar internet gebracht; maar daar die link
niet meer werkt, heb ik het stuk via Internet Archive opgehaald en de dubbele pagina’s als enkele pagina’s
overgenomen zodat het beter print- en leesbaar is en het PDF
ervan hier geplaatst. Het artikel eindigt aldus: “De conclusie lijkt me dan ook gerechtvaardigd dat
Monnikhoff weliswaar een grote belangstelling voor Spinoza had, maar dat
Monnikhoff diens ideeën in de eerste plaats afkeurde, mede daartoe aangespoord
door de lectuur van de door hem zo bewonderde Deurhoff."
Over
Deurhoff schreef
Henri
Krop, “Radical cartesianism in Holland: Spinoza and Deurhoff.” In: Wiep Van
Bunge & W.N.A. Klever (eds.), Disguised
and Overt Spinozism around 1700 [Papers Presented at the International
Colloquium, Held at Rotterdam, 5-8 October, 1994]. Leiden: Brill, 1996. Het hoofdstuk
is in z’n geheel te lezen bij books.google. Krop behandelt de vraag of Deurhoff een Spinozist
was, die hij ambivalent behandelt met: “ja en nee”.
Bij
zijn dissertatie in 1990 [Johannes Bredenburg (1643-1691). Een
Rotterdamse collegiant in de ban van Spinoza]
had Wiep van Bunge in de volgende stelling een scherper antwoord gegeven:
8. Willem Deurhoff was geen volgeling maar een
criticus van Spinoza. Dat het B-manuscript van Spinoza's Korte Verhandeling
afkomstig is van Deurhoffs leerling Johannes Monnikhoff, bewijst allerminst dat
Monnikhoff een spinozist was. [Cf.]
Nieuw
Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8(1930) – P.J. Blok, P.C. Molhuysen [DBNL]
Johannes
Monnikhoff, “Beschrijving van Spinozas leeven”, Chronicum Spinozanum, IV
(1926), pp. 201-219 [deels, voorzover het handelt over Franciscus van den Enden,
hier PDF]
Johannes
Monnikhoff, Ontleed-, heel- en werktuig-kundige zamenstelling: ter ontdekking
van de bizondere plaatsen, oorzaaken, kenteekenen, toevallen, en geneesingen
der scheursels, of breuken. Dirk Onder de Linden, 1750 - 146 pagina's - books.google
ook books.google
e.a.
Tekst van dit lemma van
L.E. Jensen, Johannes Monnikhoff (1707-1778). Kritische voorrede. In: Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland, Jg 8, 1997, 1/2, pp. 32-44 [Cf. en PDF elders] Daarbij was geen plaats meer voor de
HERTALING (door Lotte Jensen) van J. Monnikhoff, Voorrede [cf. PDF]
Hierna het Lemma 'Johannes Monnikhoff' door Lotte Jensen. In: The Dictionary of Seventeenth and Eighteenth-Century Dutch Philosophers. General editors Wiep van Bunge, Henri Krop, Bart Leeuwenburgh, Han van Ruler, Paul Schuurman, Michiel Wielema. London: Thoemmes Press, 2003, pp. 707-709. [PDF]
MONNIKHOFF, Johannes (1707-87)
Johannes
Monnikhoff was baptized on 10 August 1707 in Amsterdam, and buried there on 28
June 1787. Like his father Willem he was a physician. In 1730 Monnikhoff was
allowed to practise by the authorities. Shortly after that he wrote an
important medical treatise on fractures, Ontleed-
heel- en werktuig-kundige zamenstelling... der scheursels of breuken, first
published in 1750. In 1752 he was appointed stadsbreukmeester
(herniotomist) of the city of Amsterdam. He contributed much to herniology
during his life, and he made sure that medical research would continue after
his death. Nine months before he died he established a foundation, which
existed until 1853. The proceedings of this trust were collected into two
series Verhandelingen (1797-1815, 7
vols) and Nieuwe verhandelingen
(1811-51, 7 vols).
During his entire life Monnikhoff took a great
interest in philosophical and theological matters. Only one of his many
treatises was published, the Volzeekere
en bondige betooging (1760), a prize-winning essay, in which he proved the
existence of God by a posterion arguments. His philosophical legacy consists of
a large collection of handwritten documents. He is best known as the writer of
the B manuscript of SPINOZA'S Korte
Verhandeling. For this transcription Monnikhoff probably used the older A
manuscript, in which he made some notes and corrections. The B manuscript also
contains a Dutch translation of the notes Spinoza added to his Tractatus Theologico-politicus and a Voor-reeden or introduction consisting
of some reflections on Spinoza s thoughts, a short biography and a summary of
the Korte Verhandeling.
Monnikhoff's interest in Spinoza's life and works
might suggest that he was a Spinozist, but the opposite is true: both in his
introduction to the B manuscript and in other writings he criticized Spinoza.
He ridicules the ordo geometricus or mathematical method of Spinoza s Ethica,
and attacks the Spinozist idea that all things should be regarded as attributes
or modes of one unique substance. He does agree with the concept of God as an
eternal, infinite, and immutable substance that does not need an external cause
for its existence, but he strongly opposes the idea that finite, changeable
things should be regarded as part of the divine. Monnikhoffs arguments contain
few surprises: they are a blend of anti-Spinozistic arguments used by earlier
authors such as Pierre BAYLE, Isaac Jaquelot, Willem van BLYENBERGH, Nicolaas
HARTMAN, Christophorus WITTICHIUS and Bernard NIEUWENTIJT. Monnikhoff, for
instance, followed the latter in the idea that the existence of God could be
deduced from the order and the apparent finality of nature.
The main influence on Monnikhoff, however, came from
the Amsterdam merchant and philosopher Willem DEURHOFF. Many fragments of his
work can be traced directly to the writings of this non-academic and
self-taught thinker who managed to gather a group of passionate adherents
around him. Monnikhoff made a great effort to collect all the lectures and
writings of Deurhoff. He copied countless pages with notes taken by people
attending weekly meetings at Deurhoff's home, transcribed several of his works,
and wrote two biographies ofDeurhoff. Being a real Deurhovist, Monnikhoff went
to great lengths to dispute Spinoza's ideas, but, paradoxically enough, he is
now mainly remembered for having enabled one of Spinoza's works to survive.
BIBLIOGRAPHY
Ontleed-
heel- en werktuig-kundige zamenstelling; ter ontdekking van de bizondere
plaatsen, oorzaaken, kenteekenen, toevallen, en geneesingen der scheursels, of
breuken (Amsterdam, 1750; rev. edn
with additions by Aardewijn Nieuwenhuis, Amsterdam, 1792).
'Vol-zeekere en bondige betooging', in
Quatuor dissertationes, quibus effidtur, ex eo, quod aliquid est, sequi Deum
esse (Leiden, 1760), pp. 73-108; repr. in Dissertationes Latinae et Belgicae ad
theologiam naturalem spectantes: Pro praemio legati Stolpiani conscriptae
(Leiden, 1766-84), vol. 1, pp. 73-108. Collections of MSS at the Royal Library,
The Hague, and at the Rotterdam Municipal Library.
Other Relevant Works
Deurhoff, Willem, Overnatuurkundige en
schriftuurlyke zaamenstellinge van de H. Godgeleerdheid, 2 vols (Amsterdam,
1715).
Spinoza, Benedictus de, Korte
Verhandeling van God, de Mensch en deszelvs Welstand (Halle, 1852; Amsterdam,
1862; English trans. in Edwin M. Curley (ed.). The Collected Works of Spinoza,
vol. 1, Princeton, NJ, 1985).
----, Tractatus
theologico-politicus, continens dissertationes aliquot, quibus ostenditur
libertatem philosophandi non tantum salva pietate et reipublicae pace posse
concedi, sed eandem nisi cum pace reipublicae ipsaque pietate tolli non posse
(Amsterdam, 1670; English trans. in Samuel Shirley (ed.), Tractatus
Theologico-Politicus, Leiden, 1989).
----, Ethica
ordine geometrico demonstrate in Opera posthuma (Amsterdam, 1677; English
trans. in Edwin M. Curley (cd.), loc. cit.).
Further Reading
Bunge, Wiep van, Monnikhoff, Deurhoff en
Spinoza (Guest-Lectures and Seminar Papers on Spinozism, vol. 5, Rotterdam,
1988).
Jensen, Lotte, 'Johannes Monnikhoff:
Bewonderaar en bestrijder van Spinoza', Geschiedenis van de Wijsbegeerte in
Nederland, vol. 7 (1997), pp. 5-31.
----, 'Kritische
voorrede door Johannes Monnikhoff, Geschiedenis van de Wijsbegeerte in
Nederland, vol. 7 (1997), pp.32-43.
Tekst van dit lemma van
Lotte
Jensen, 'Johannes Monnikhoff'. In: The
Dictionary of Seventeenth and Eighteenth-Century Dutch Philosophers.
General editors Wiep van Bunge, Henri Krop, Bart Leeuwenburgh, Han van Ruler,
Paul Schuurman, Michiel Wielema. London: Thoemmes Press, 2003, 707-709 [PDF]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten