zondag 31 maart 2019

Klara-progr. De Liefhebber za. 6 april met muziekkeuzes van Tinneke Beeckman


Dr. Paul Juffermans spreekt dinsdag in Turnhout over #Spinoza en Ecologie


Meditatie bij #Spinoza volgens Andrea Sangiacomo – met Bach’s Chaconne



Johann Sebastian Bach, Partita voor viool solo Nº 2 in d klein, BWV 1004 uit 1720 – het laatste, 5e en langste deel: Chaconne. Gespeeld door de Amerikaanse violiste Hilary Hahn in 1997.


Vrijdag publiceerde Andrea Sangiacomo op de site van ‘t Groningen Centre for Medieval and Early Modern Thought, waaraan hij leiding geeft, zijn blog
Andrea Sangiacomo, “Spinoza’s meditations and why today’s philosophers don’t meditate anymore” [cf. rug.nl]

Hij geeft daarin een beschouwing over Spinoza’s antwoord op een vraag van Johan Bouwmeester naar zijn methode van filosoferen, waarmee hij brief 37 als volgt eindigt [ik breng de vertaling van F. Akkerman, die de term 'meditatie' niet heeft]:
Met deze weinige woorden meen ik de ware methode te hebben uiteengezet en verklaard en tevens de weg te hebben gewezen hoe wij die kunnen bereiken. Overigens moet ik u er wel op wijzen dat hiervoor een voortdurend nadenken [assiduam meditationem / uninterrupted meditation], een zeer standvastig karakter en een grote doelbewustheid [animum, propositumque constantissimum] vereist is. Om dit alles te hebben is het in de eerste plaats nodig de maner van leven naar een vast plan in te richten en zich een bepaald doel voor ogen te stellen. Maar voor het ogenblik genoeg hiervan.

zaterdag 30 maart 2019

Van de week nieuw boek gepresenteerd van Diego Tatián, #Spinoza disidente


In de Coleccion Nociones Comunes van de Argentijnse Tinta Limón Ediciones
[dat het nog niet op z’n
website heeft]
 

Owen McLeod schreef het gedicht “A Brief Synopsis of #Spinoza’s Ethics”


Het artikel gisteren van Mario Sanchez in The Lafayette, » Poet, philosophy professor Owen McLeod debuts poetry collection ‘Dream Kitchen’, « met o.a. de vermelding van zijn gedicht “A Brief Synopsis of Spinoza’s Ethics,” deed mij verder zoeken, waarbij ik het gedicht vond.










Owen McLeod teaches philosophy at Lafayette College in Easton, Pennsylvania, where he lives., makes pottery, and writes poems, which are published or forthcoming in such journals as Field, Massachusetts Review, New England Review, Ploughshares, and The Southern Review.” [Zijn website en Books.google].
Dream Kitchen is zijn debuut dichtbundel, daarin het gedicht

 A Brief Synopsis of Spinoza's Ethics

The sound of his sister's laugh fills the cove.
Her children tumble from the sky like fruit,
vanish, rise from the churn, return to the dock
to do a cannonball, jackknife, or flying squirrel.
He sits in the shade, snaps pics with his phone,
a Pittsburgh Steelers sleeve hugging his beer.

God is everywhere if anywhere, but right here
especially—or so he nearly believes, if only
in the moment before arguments rush in,
reminding him the world makes zero sense
if created and governed by a perfect being.

Let it be imperfect, then. Let it be this beer,
this family, this olive-colored lake. Let it be
the boat that brought us all here, the vanity
of our striving, the shocking sight of blood
in urine, the sickness that will finally do us in.
Let it be, till then, the now of her laughter
as from heaven her children fall one by one.

Owen McLeod, in: Dream Kitchen
[Vassar Miller Prize in Poetry, Book 26. University of North Texas Press, 2019 - 98 pagina's]
[via muse.jhu]

N.B. Aanvankelijk dacht ik dat het slechts een deel van het gedicht was: dat de laatste twee regels het begin vormden van een nieuwe strofe. Dat blijkt toch niet zo te zijn. Howard Spoelstra, die toegang had tot het hele artikel, liet mij met deze pagina zien dat het werkelijk om het hele gedicht ging:


Zie het gedicht ‘Dream Kitchen’ in Boulevard Magazine.

donderdag 28 maart 2019

Signalement boek over Massa en menigte bij Freud, Canetti & #Spinoza.


Onlangs verscheen

Leon Farhi Neto, Masse & multitude: A partir de Freud, Canetti & Spinoza. Editions L'Harmattan, 04/02/2019 - 190 pages - PDF cover en chterflap

Cf. bespreking gisteren door Christian RUBY: “Foule, masse, multitude ou peuple?”

 

Laatste dagen expositie #SPINOZA, MARRANO OF REASON


 
Morgen zal de laatste dag zijn van de expositie in de Amstelkerk en het Plein Van Siena in Amsterdam - SPINOZA, MARRANO OF REASON - met werk van hedendaagse internationale kunstenaars die zich hebben laten inspireren door Spinoza. Als ik het wel heb, gaat de expositie daarna naar Siena. Tot mijn verbazing en enigszins teleurstelling, heb ik nergens (ook niet op Els' blogs) iets over de expositie kunnen lezen. Enfin, ik vermeld dit, daar het misschien nog iemand op een idee brengt. Voor meer informatie type de titel van de tentoonstelling in het zoekvenster.

dinsdag 26 maart 2019

Friedrich Schelling als lezer van #Spinoza [2]


Ferdie Fluitsma attendeerde mij erop dat Brady Bowman, de vertaler van Eckart Förster's The Twenty-Five Years of Philosophy. A Systematic Reconstruction, naar academia.edu zijn artikel heeft geüpload dat in 2019 gaat verschijnen in Dina Emundts & Sally Sedgwick (eds.), Internationales Jahrbuch für Deutschen Idealismus [Berlin: de Gruyter]:
Brady Bowman, “Force, Existence, and the Transcendence of the Good in Schelling’s Weltalter (1815)” [academia.edu]

Abstract: Mit dem Weltalter-Projekt stellt Schelling zur philosophischen Theologie Spinozas eine Alternative vor, die nicht mehr von der Zweideutigkeit seiner früheren diesbezüglichen Ansätze beeinträchtigt wird. Der Fortschritt beruht auf der erhöhten deduktiven Stringenz seiner inzwischen revidierten Potenzenlehre. Diese rekonstruiert der vorliegende Aufsatz im ersten Schritt. Aus dem Vergleich mit Goethes Vorgehen bei der Ableitung von drei Primärfarben wird deutlich, wie es Schelling im Gegensatz zu seinen vorangegangenen Entwürfen nunmehr gelingt, eine dritte „Urmacht“ auf der Grundlage zweier polar entgegengesetzter Kräfte (Bejahung und Verneinung) vollgültig abzuleiten, anstatt sie bloß zu postulieren. In einem zweiten Schritt wird argumentiert, dass sich Schelling eben dadurch in die Lage versetzt, das wirkliche, dynamisch konstituierte Wesen Gottes von dessen nicht-kausal verfasster, axiologischer Bedingung der Möglichkeit zu unterscheiden. Damit ist die Grundlage geschaffen, auf der Schelling wichtige, aber von Spinoza entweder verleugnete oder unverarbeitete Elemente zu einer einheitlichen Konzeption verbinden kann: die Naturlebendigkeit, den Werte-Realismus, die moralische Freiheit und die (göttliche) Kreativität. Im Resultat ergibt sich eine überzeugende Umdeutung zweier Spinozanischer Kernthesen, und zwar die Umdeutung der These von der Hervorbringung Gottes durch sich selbst (causa sui) und von der Gleichsetzung von Gottes Macht mit dessen Wesen.

Ook in 2019 organiseert Vittorio Morfino weer een Seminario #Spinoza


Al vele jaren wordt er bij ’t Italiaanse Fondazione Corrente in Milaan een “Seminario Spinoza” georganiseerd onder leiding van Vittorio Morfino. Zie de PDF’s van achtereenvolgens de jaren 2015/2016, 2016/2017 en 2017/2018. Andrea Sangiacomo trad er op in 2011.
De PDF van 2019 staat nog niet op hun site, maar ontving ik van Jos Scheren.

R.B. Kitaj (1932 - 2007) schilderde een jaar voor zijn dood ook een #Spinoza


R.B. (Ronald Brooks) Kitaj (1932 - 2007) was een Amerikaans kunstschilder en graficus die lange tijd in Engeland werkte. Hij wordt gezien als een vooraanstaand vertegenwoordiger van de School of London en van de Engelse variant van de popart. Zijn moeder, een nakomeling van Joods-Russische immigranten, hertrouwde in 1941 met Walter Kitaj, een chemisch analist en vluchteling uit Wenen. Ronald nam zijn achternaam aan. Aldus nl.wikipedia.

Ik hoorde vandaag voor het eerst van Kitaj via de cover van het boek met Selected Poems van A.C. Jacobs (cf. vorig blog) en vroeg mij af of deze artist, die nogal bezig was met zijn joodse roots, niet ook Spinoza had geschilderd. En dat deed hij. Zie méér van hem op b.v. pinterest en WikiArt en over hem in artikel over expositie over R.B. Kitaj in Joods Historisch Museum.

R.B. Kitaj, Spinoza, 2006 - oil on canvas - 9 x 12 inches

De #Spinoza-“evenementen” in de maand van de Filosofie


Zaterdag a.s. begint met de Avond van de filosofie de Maand van de filosofie. De weinige Spinoza-“evenementen" bestaan uit de toneelvoorstelling Spinoza op 5 april in Arnhem en een lezing van Maarten van Buuren over zijn nieuwste Spinoza-boek, Spinoza. Zijn filosofie in 50 sleutelwoorden, op 14 april in Haarlem. Misschien wordt er nog iets aangemeld?

A.C. Jacobs (1937 - 1994), Engels dichter, verwees in gedicht naar #Spinoza


The Guardian bracht gisteren dit gedicht, Supplication van A.C. Jacobs, als gedicht van de week. Zie aldaar voor een toelichting en meer informatie over A.C. Jacobs.


Illustratie bij een Turks artikel over 9 belangrijke uitspraken van #Spinoza


maandag 25 maart 2019

Studies over de vroege #Spinoza-receptie in Duitsland


In het verlengde van mijn zoektocht naar Johann Conrad Dippel en blogs over werken over de vroege Spinozareceptie, als eerste het blog van 16 maart 2019 over Th. C. van Stockum en zijn Openbare les over de vroege Spinoza-receptie in Duitsland en vervolgens Karlfried Gründer u. Wilhelm Schmidt-Biggemann (Hrsg.), Spinoza in der Frühzeit seiner religiösen Wirkung. [Wolfenbütteler Studien zur Aufklärung, Bd. 12]. Heidelberg: Schneider, 1984 [cf. blog van 17 maart 2019], wil ik hier een kort overzicht samenstellen van de overige studies naar die vroege receptie – in Duitsland vooral. Compleet zal het niet zijn, maar ik kom in de buurt.* Ik heb nog steeds niet de indruk dat ik op een voldoende diepgaande en uitputtende studie ben gestuit over Johann Conrad Dippel’s houding tegenover Spinoza – of de eventuele ontwikkeling daarvan in de loop van zijn leven. Ik vrees dat ik zocht naar iets wat nog niet bestaat.
*) Weet dat ik hier bewust en uitdrukkelijk boeken oversla als die van Daniel Schwartz, The First Modern Jew. Spinoza and the History of an Image [Princeton University Press 2012] en Jan-Hendrik Wulf, Spinoza in der jüdischen Aufklärung. Baruch Spinoza als diskursive Grenzfigur des Jüdischen und Nichtjüdischen in den Texten der Haskala von Moses Mendelssohn bis Salomon Rubin und in frühen zionistischen Zeugnissen. [Oldenbourg, Akademie-Verlag, 2012]

Als eerste is te vermelden:
Moses Krakauer, Zur Geschichte des Spinozismus in Deutschland während der ersten Hälfte des achtzehnten Jahrhunderts. Dissertatie. Breslau: S. Schottlaender, 1881 - 51 pp.
“M. Krakauer, Zur Geschichte des Spinozismus in Deutschland während der ersten Hälfte des 18. Jahrhunderts, Breslau 1881 [behandelt den Spinozismus der beiden Freigeister Konrad Dippel (Ϯ 1734) und seines Schülers Johann Christian Edelmann (Ϯ 1767)].” aldus
Heinrich Scholz (Hrsg.), Die Hauptschriften zum Pantheismusstreit zwischen Jacobi und Mendelssohn - Einleitung, p. XLI, noot 1 –
archive.org

Leo Baeck, Spinozas erste Einwirkungen auf Deutschland. Dissertatie. Berlin: Meyer & Müller, 1895
Leo Bäck (1873-1956) promoveerde in mei 1895 bij Wilhelm Dilthey en Friedrich Paulsen met zijn dissertatie "Spinozas erste Einwirkungen auf Deutschland." [cf. ook blog]
De dissertatie is niet geüpload naar archive.org, Gutenberg of elders. Wel werd hij opgenomen in de verzamelbundel Martin Schewe & Achim Engstler (Hrsg.), Spinoza [cf. blog]. Ook is hij, zoals veel werk van voor de copyrightdata opnieuw uitgegeven (cf. o.a. bij amazon]

Max Grunwald, Spinoza in Deutschland: Gekrönte Preisschrift. Berlin: S. Calvary & co. 1897 – archive.org
David Wertheim wijst er in zijn Salvation through Spinoza: A Study of Jewish Culture in Weimar [p. 42 – books.google] op dat al deze eind 19e eeuwse studies over de Spinozareceptie in Duitsland afkomstig zijn van joodse rabbijnen. Ze hangen samen met de zoektocht van Duitse joden naar emancipatie en Duits burgerschap; zij wilden de invloed laten zien die Spinoza in hun ogen had op de Duitse cultuur en filosofie.

Dan is er een hele periode niets en komt als eerstvolgende studie

Negri’s modieuze geschrijf behoort tot de meest overschatte bijdragen aan het hedendaagse #Spinoza-onderzoek (aldus Piet Steenbakkers in 1994)


Zoals uit veel blogs blijkt (ik kan ze niet allemaal noemen), had en heb ik mijn vraagtekens bij Antonio Negri, en zeker toen ik ontdekte dat hij in zijn hoofdstuk Between infinity and community: notes on materialism in Spinoza and Leopardi [in Subversive Spinoza: (un)contemporary variations. Manchester University Press, 2004] op een zeer gekunstelde manier een relatie legde tussen Leopardi en Spinoza [cf. blog van 02-12-2009], hield ik hem definitief voor gezien. Wel verbaasde ik me erover dat zovelen positief over hem zijn en je weinig kritiek op Negri tegen komt.
Wie schetst mijn vreugde toen ik dit weekend in zijn recensie van Olivier Bloch e.a. (ed.), Spinoza au XXe siècle (1993) in Tijdschrift voor Filosofie van maart 1994 las dat Piet Steenbakkers 25-jaar geleden het volgende schreef:

“Twee stukken [dat van Misrahi en van Negri] wijken duidelijk af van de opzet van de bundel. Misrahi heeft, als groot kenner van Spinoza's wijsbegeerte, een lezenswaardig stuk geleverd. Dat kan van Negri niet worden gezegd: het moet me bij deze gelegenheid toch maar eens van het hart dat diens modieuze geschrijf tot de meest overschatte bijdragen aan het hedendaagse Spinoza-onderzoek behoort. Zijn wollige en mistige betoog vind ik het slechtste van het hele boek.”

Die zat!
Toch kon Steenbakkers jaren later in zijn functie van hoogleraar in de Spinoza-studies namens de Ver. Het Spinozahuis, niet verhinderen dat deze in 2009 Antonio Negri uitnodigde om te spreken op de jaarvergadering in 2009.
[De cover van het boek uit 2003 alleen toegevoegd om een foto van Negri binnen te halen]

zondag 24 maart 2019

Wiep van Bunge’s lemma #Spinoza voor de Bloomsbury Encyclopedia of Philosophers staat online



De Bloomsbury Encyclopedia of Philosophers, uitgebracht door Thoemmes Press, met o.a. de reeks: Modern European Thinkers, is [vooralsnog] een online encyclopedie in opbouw, jaarlijks komen er lemma's bij. The Bloomsbury Encyclopedia of Philosophers in America, bestaat al in een papieren versie, dat zal met deze ook wel de bedoeling zijn, neem ik aan.

Dit jaar verscheen het Lemma Spinoza, Benedictus de (1632–77), van de hand van Wiep van Bunge online. Cf. bloomsburyphilosophers.

Voor sommige lemma’s, zoals dat over Jelles, Jarig (1619/20–83), eveneens geschreven door Wiep van Bunge, dient men als deelnemer ingeschreven te staan [cf.], maar Spinoza hoort onder de vrijgegeven pagina's.

#Spinoza-boeken van medeoprichter van De Stijl Vilmos Huszár in de aanbieding


Antiquariaat & uitgeverij ARTISTIEK BUREAU biedt drie bijzondere Spinoza-boeken aan uit het bezit van Vilmos Huszár, de medeoprichter van De Stijl, die intensief Spinoza bestudeerde. Hij was niet alleen schilder, maar ook ontwerper van logo’s, muurreclames, glas-in-loodramen, meubels, theemutsen, klokken, stoffen en complete interieurs. Hij kon bovendien boekbinden. Zo voorzag hij van een perkamenten band: zijn Ethica-vertaling van W. Meijer, Die Ethik-vertaling van J. Stern en tenslotte door hem in één band samengebracht: Spinozas Briefwechsel. Verdeutscht und mit Einleitung und Anmerkungen versehen von J. Stern [&] Abhandlung über die Vervollkommnung des Verstandes und über den Weg, auf welchem er am besten zur wahrem Erkenntnis der Dinge geführt wird. Neu übersetzt von J. Stern. [&] Der politische Traktat. Neu übersetzt und mit einem Vorwort versehen von J. Stern.
De drie banden zijn van potlood-onderstrepingen, waarschijnlijk van zijn hand voorzien, waaraan te zien is hoe intensief hij Spinoza bestudeerd moet hebben.

Cf. dit 29-03-2009-blog over De Stijl en Vilmos Huszàr.

Richard Kennington’s The Philosophy of Baruch #Spinoza na bijna 40 jaar herdrukt


In het blog van 25-02-2015: “Richard H. Kennington (1921 – 1999) In Spinoza’s denken zou de analytische en niet de synthetische methode centraal staan” gaf ik de cover en de hoofdstukken van
Richard Kennington (ed.), The Philosophy of Baruch Spinoza [Washington, DC: The Catholic University of America Press, 1980. - 323 pp.


Welnu, na bijna 40 jaar is een jaar geleden dit werk herdrukt



 


Richard Kennington, The Philosophy of Baruch Spinoza. herdruk CUA Press, 2018 - 330 pagina's – books.google

This volume is a collection of articles that looks at the work of Baruch Spinoza through his metaphysics, his philosophy of politics and religion, and alternative approaches to Spinoza.

Dit leek me hier wel een vermelding waard.

zaterdag 23 maart 2019

Willi Goetschel over Heine en #Spinoza


 
Nadat Willi Goetschel in zijn boek Spinoza's Modernity: Mendelssohn, Lessing, and Heine [Univ of Wisconsin Press, 2004 – books.google] al veel over Heine en Spinoza geschreven had, verscheen van hem vorige maand

Willi Goetschel, Heine and Critical Theory. London: Bloomsbury Publishing, 2019 - 328 pagina's – books.google
Ook daarin komt ook Heine’s kijk op Spinoza aan de orde, maar ligt het accent op Heines manier van kritisch theoretiseren, zijn invloed op het kritisch denken van Marx, Nietzsche en Freud en de relatie van de Frankfurter Schule met hun kritische Theorie tot hem.

1 mei 2019 verschijnt Italiaanse verzamelbundel #Spinoza en de geschiedenis


dinsdag 19 maart 2019

Lessing over Johann Conrad Dippel (1673-1734): "niemand hätte #Spinoza tiefer verstanden als Dippel."



Om de kleine serie over deze radicale piëtistische vrijdenker, arts en alchemist en zijn betrekking tot Spinoza af te ronden, haal ik hier graag een tekst naar binnen uit Kristine Hannak, Geist=reiche Critik: Hermetik, Mystik und das Werden der Aufklärung in spiritualistischer Literatur der Frühen Neuzeit. Walter de Gruyter, 2013 - 569 pagina's

Kapitel VI “Die Geheimnisse der Mystici mit dem Augen der Vernuft einsehen: Johann Conrad Dippel (1673-1734)”, p. 333-500 –
books.google

Het gaat de schrijfster om de grote belangstelling voor het Corpus Hermeticum en de receptie van hermetische teksten i.h.a. tussen 1530 en 1730. Aparte hoofdstukken van zeer verschillende omvang wijdt ze aan:  
Sebastian Franck 1499 - 1542 [100 blz.]
Valentin Weigel 1533 - 1588 [134 blz.]
Jakob Böhme 1575 - 1624 [26 blz.]
Johann Conrad Dippel (1673-1734) [168 blz.]

Johann Conrad Dippel (1673-1734) bekämpfte niemanden erbitterter als #Spinoza (Max Grunwald)


Zoals ik in het vorige blog aankondigde, breng ik hier hetgeen Max Grunwald over Johann Conrad Dippel schreef in zijn
Max Grunwald, Spinoza in Deutschland: Gekrönte Preisschrift. Berlin: Verlag von S. Calvary & Co, 1897 – archive.org

Grunwald baseert zich in “§ 41. Dippel” vooral op het boek van Dippel, Fatum fatuum, waarop ik in het vorige blog wees - “Der erste Angriff gegen Spinoza von Seiten deutscher Theologen” [aldus de Duitse Spinoza Bibiografie].  
Grunwald ziet Dippel eerder als een felle bestrijder van Spinoza dan als een verborgen aanhanger, of als iemand die door Spinoza is beïnvloed (zoals Stephan Goldschmidt hem las; cf. eerste blog).

Ik vermeld nog dat ik op 25-04-2013 het blog had over: » Max Grunwald (1871 - 1953) Gekrönte Preisschrift "Spinoza in Deutschland" «

maandag 18 maart 2019

Johann Conrad Dippel (1673-1734) bekritiseerde de “Atheistery van Spinosa” en zag in #Spinoza een aanhanger van het noodlottige Fatum


 
In het vorige blog bracht ik het stuk dat Stefan Winkle in zijn Die heimlichen Spinozisten in Altona und der Spinozastreit, over Johann Dippel bracht. Ik deed dat vooral om daarmee een beeld van deze Dippel te krijgen. Maar je kunt niet zeggen dat Winkle erg duidelijk maakt welke houding Dipppel t.o.v. Spinoza had. Dat hij hem zo uitgebreid beschrijft in een boek met deze titel suggereert enigszins dat hij ook hem als een van Die heimlichen Spinozisten in Altona zag. Meer daarover zegt hij in de eindnoten:
Anmerkung 17: Sogar Dippel, der ursprünglich noch auf seiten der Orthodoxen stand und »Speners Pietisterey« beschimpfte, tat dasselbe auch noch mit Spinoza, ehe er durch Arnolds Lektüre sein Damaskus erlebte: »Der dumme Teufel«, »der blinde Gaukler«, »der verblendete Tropf«, »der Narr, der das Tollhaus billig meritirt«, »dieser wahnwitzige und gleichsam trunkene Mensch«, »der philosophische Lumpenkram«, »gaukelhafte Alfenzereyen« - so geht es Seite um Seite in einer seiner Schriften (Wilhelm Weischedel, die philosophische Hintertreppe. München 1966, S. 118).
Anmerkung 71: Ehe Dippel durch Arnold über Spinoza aufgeklärt wurde, erging auch er sich in wüsten Beschimpfungen gegen den »lästernden Erzjuden«, der ein »Atheist« sei und »gaukelhafte Alfanzereien betribe.«
Maar dat Dippel door Gottfried Arnold, de auteur van Unpartheyische Kirchen- und Ketzer-Historie, geïnteresseerd zou zijn geraakt in Spinoza, ja zelfs in de lezing van dat boek zijn Damaskus zou hebben gevonden, maakt Winkle in zijn tekst niet waar. Hij heeft ook niets over het felle boek tegen Spinoza dat ik hierna breng.

zondag 17 maart 2019

Johann Conrad Dippel (1673-1734) was deze Freygeist een heimelijke aanhanger van #Spinoza?


Het vorige blog over Van Stockum en diens Openbare les, waarin ook Dippel voorkwam, werd aanleiding om wat meer over deze Dippel te weten te komen.
Johann C. Dippel was een Duitse piëtistische theoloog, alchemist, natuurkundige en arts. In dit en een volgend blog wil ik het over hem te hebben. Was hij aangestoken door Spinoza? Opmerkelijk vind ik het dat Jonathan Israel in geen van zijn drie boeken over de Radikale Velichting ook maar iets over Johan Dippel heeft – wat een extra motief vormt om eens enige blogs aan deze Freygeist te wijden.

Ook al is Stephan Goldschmidt in zijn Johann Konrad Dippel (1673-1734): seine radikalpietistische Theologie und ihre Entstehung [2001 op p. 12, noot 4] van mening dat “Die Arbeiten, die Dippel als von Spinoza beeinflusst beschrieben haben (MAX GRUNWALD, Spinoza in Deutschland. 69f.; JACOB FREUDENTHAL/CARL GEBHARDT, Spinoza. Leben und Lehre, Teil 2, 224f.; GERHARD ALEXANDER, Spinoza und Dippel; STEFAN WINKLE, Die heimlichen Spinozisten in Altona. 19-27), sind methodisch unzureichend[.],” neem ik hier uit het laatst genoemde werk de betreffende paragrafen over Dippel over - zonder referenties, waarvoor ik naar het boek verwijs. We krijgen hiermee m.i. een redelijk duidelijk beeld van deze Dippel. Later bekijk ik ook wat Max Grunwald over Dippel schreef. Nu eerst
Stefan Winkle, Die heimlichen Spinozisten in Altona und der Spinozastreit. Hamburg: Verein für Hamburgische Geschichte, 1988. - VII, 136 : Ill. – [Beiträge zur Geschichte Hamburgs, #34] - 136 pages [PDF werd naar hier gebracht]


#Spinoza in der Frühzeit seiner religiösen Wirkung.

Bezig met een nog komend blog over Dippel, in aansluiting op het vorige blog over Th. C. van Stockum en zijn openbare les over de vroege Spinozareceptie in Duitsland, kom ik deze publicatie tegen, waarover ik eerst en passant dit blog maak:
In mei 1980 was er in Wolfenbüttel een Symposion belegd aan de Lessing-Akademie, en daarvan verscheen deze uitgave:
Karlfried Gründer u. Wilhelm Schmidt-Biggemann (Hrsg.), Spinoza in der Frühzeit seiner religiösen Wirkung. [Wolfenbütteler Studien zur Aufklärung, Bd. 12]. Heidelberg: Schneider, 1984
De inhoud is hier te vinden:
Table of Contents: 
•Die Wachtersche Kontroverse über den Spinozismus und ihre Folgen / Gershom Scholem
• Formalis Atheus? / Walter Sparn
• Veritas particeps Dei / Wilhelm Schmidt-Biggeman
• Spinoza und Dippel / Gerhard Alexander
• Behemenism and Spinozism in the religious culture of the Netherlands, 1660-1730 / Michael John Petry
• Zur frühen Spinozarezeption in den Niederlanden / Hubertus G. Hubbeling
• Reason and revelation in the Cambridge Platonists, and their reception of Spinoza / Sarah Hutton
• Richard Simon's reaction to Spinoza's "Tractatus Theologico-Politicus" / John D. Woodbridge
• Spinoza und die Kontroverse "De Tribus Impostoribus" / Hugh B. Nisbet.

zaterdag 16 maart 2019

Th. C. van Stockum en zijn studie over #Spinoza (vervolg): zijn Openbare les over de vroege Spinoza-receptie in Duitsland


Op 05-08-2012 had ik een blog over: “Theodorus Cornelis van Stockum (1887 - 1969) kenner Spinoza-receptie met pech.” Hij promoveerde cum laude op Spinoza en hield datzelfde jaar een openbare les over de ontvangst van Spinoza in Duitsland.
Gonny Pasman vertelde mij van de week dat volgend jaar bij haar Spinoza Kring Soest waarschijnlijk een cursus komt over de Spinozareceptie door de Duitse Idealisten, waarbij centraal zal staan

Th. C. van Stockum, Spinoza-Jacobi-Lessing. Ein Beitrag zur Geschichte der deutschen Literatur und Philosopie im 18. Jahrhundert. Dissertatie. Groningen: P. Noordhoff, 1916 [PDF bij archive.org]

Dit werd voor mij aanleiding weer even dat ‘droeve’ blog over hem te lezen en nog eens verder te zoeken. Daarbij kwam ik tegen deze

AANKONDIGING VAN EIGEN WERK.

Th.C. van Stockum, Spinoza-Jacobi-Lessing. Ein Beitrag zur Geschichte der deutschen Literatur und Philosophie im 18. Jahrhundert. P. Noordhoff, Groningen, 1916.

Sedert het eerste verschijnen van Jacobi's Briefe über die Lehre des Spinoza heeft de overtuigingskracht van dit geschrift herhaaldelijk een onderwerp van overdenking en polemiek uitgemaakt, zonder dat men daarbij tot andere dan zeer vage resultaten gekomen is. De vraag, in hoeverre daardoor bewezen wordt, dat Lessing in zijne laatste levensjaren Spinozist geweest is, is alleen voor oplossing vatbaar na een tweeledig onderzoek: vooreerst moeten Jacobi's argumenten nauwkeurig worden geanalyseerd en geïnterpreteerd, vervolgens behoort het zoo verkregen resultaat te worden getoetst aan wat ons van Lessing's wijsgeerige overtuigingen op grond van zijne werken bekend is. Beide onderzoekingen leiden tot een gelijksoortig resultaat: Jacobi’s boek bewijst niet, dat Lessing een Spinozist in den wetenschappelijken zin des woords is geweest en uit diens eigen werken blijkt, dat Spinoza's invloed op zijn wijsgeerig denken zich in hoofdzaak bepaalt tot het gebied der godsdienstgeschiedenis en der wijsbegeerte van den godsdienst.

Groningen. TH. C. VAN STOCKUM [In: Neophilologus, Vol 2, 1917 - cf.]

* * *

Michael Hampe in 2014 over #Spinoza und die Lebenslust


Illustration: © Nazario Graziano/Colagene, Foto: The Bridgeman Art Library
In het blog van 23-07-2014, had ik al eens verwezen naar het 4e nummer dat jaar van het Duitse Philosophie Magazine, waarin aandacht was voor "Spinoza und die Lebenslust" van de Zwitserse filosoof Michael Hampe. In de issuu waarheen ik een link gaf, was alleen het begin van dat artikel te lezen. Vandaag gaf Google via het plaatje een link naar het hele artikel, dat ik hierbij alsnog graag doorgeef.

vrijdag 15 maart 2019

Friedrich Schelling als lezer van #Spinoza


 
De Duitse filosoof Friedrich Wilhelm Joseph Schelling (1775-1854) was een van de grondleggers en een belangrijk vertegenwoordiger van het Duitse idealisme. Hij ontwierp een identiteitsfilosofie waarin subject en object, denken en zijn, geest en materie ogenschijnlijk verschillen, maar in wezen verschijningsvormen van één enkele identieke werkelijkheid zijn.
Hij lijkt veel weg te hebben van Spinoza; daar is redelijk wat studie naar gedaan. Tien jaar geleden was er in Utrecht een studiedag "Schelling und Spinoza" [cf. en blog], waarop Thomas Kisser sprak over: “Schelling als Leser Spinozas.” Ik heb nog wel eens ernaar gezocht of daar een uitgave van gemaakt is, maar vond die niet.
Laat ik hier eens een citaat brengen uit Schelling’s Erlanger Voträge in den Jahren 1821-1825 (Aus dem handschriftlichen Nachlass) [books.google]. Daarin is te lezen:

Wie hoch erhebt sich Spinoza, wenn er lehrt, daß wir von allen einzelnen und endlichen Dingen uns scheiden und zum Unendlichen erheben sollen, und wie tief sinkt wieder eben derselbe, wenn er dieses Unendliche zur Substanz, d. h. zu etwas Todtem, Stillstehendem, macht, und wenn er diese Substanz als Einheit des ausgedehnten und des denkenden Wesens erklärt, gleichsam zwei Gewichte, wodurch er sie ganz niederzieht in die Sphäre der Endlichleit!

Lees in dit PDF wat hij eerder over Spinoza schreef in zijn zgn. Freiheitsschrift:
F.W.J. Schelling, Philosophische Untersuchungen über das Wesen der menschlichen Freiheit und die damit zusammenhängenden Gegenstände, 1809
In Samuel IJSSELING, SCHELLING EN ZIJN „FREIHEITSSCHRIFT” [In: Tijdschrift voor Filosofie, Jg. 39,#3 (sept. 1977), pp. 522-527, cf. PDF] komt Spinoza niet voor.  

dinsdag 12 maart 2019

Julius Bab (1883 – 1955) schreef twee #Spinoza-gedichten


Toen ik het blog van 12 december 2017 maakte “Over Spinoza en Rembrandt… [2] De casus Julius Bab (1883 – 1955)” en daarbij via de Duitse Spinoza Bibliografie het volgende ontdekte

Julius Bab, “Spinoza: Zwei Gedichte.” In: Freie Jüdische Lehrerstimme 1 (1912/13), 45,
schreef ik erbij: “Ik heb uit deze antiquarische aanbieding niet de indruk dat ze in Ausgewählte Gedichte zijn opgenomen – dat wordt dus nog goed zoeken.”
Sindsdien ging ik er af en toe naar op zoek. En zie: ik heb ze uiteindelijk te pakken gekregen. In tegenstelling tot vele joodse tijdschriften die gedigitaliseerd zijn, is dat met Freie Jüdische Lehrerstimme niet gebeurd. Ik leerde van alles over het “Zeitschrift Freie Jüdische Lehrerstimme. Monatsschrift für die Pflege der Interessen des Judentums in Schule und Haus. Organ des „Österr.-Israelit. Religionslehrerbund" [cf.]: dat het negen jaargangen heeft bestaan [1-9. Wien: 1912-1920, cf] en dat Oberrabbiner David Feuchtwang (1864–1936) er “wissenschaftlicher Redakteur” van was. Toen stuitte ik, bij weer eens zo’n zoekactie, op een document “All major Jewish Newspapers of the 19th and 20th century” dat het Leo Baeck Instituut in Israel op internet had gebracht [PDF]. Daarin stond het tijdschrift vermeld onder: “B77 Freie juedische Lehrerstimme. Monatsschrift fuer die Pflege der Interessen des Judentums in Schule und Haus. Vienna: 1912–1920. Vols. 1–9. Complete. 1 reel.” Ik verzocht het Instituut in Israël om een kopie van de gedichten, maar kreeg te horen dat ik bij het Leo Baeck Institute in New York moest zijn. En daar was een archivaris zo vriendelijk mij onderstaande scan te sturen.

De gedichten, die in Fraktur-schrift gedrukt zijn, heb ik hier getranscribeerd, zodat nu voor het eerst deze Spinoza-gedichten van de literair historicus Julius Bab, die in Berlijn, waar hij ook geboren was, meer dan dertig jaar lang criticus van het Berlijnse Theater was, nu voor het eerst op internet geplaatst worden.
Zie voor meer over Bab in dat
eerdere blog.

Conferentie in Milaan: "Etica e Passioni dell'anima" #Spinoza con e contro Descartes


[Cf.]

maandag 11 maart 2019

J.G. Wertheim (1898 – 1977) maakte dit reliëfbeeld van #Spinoza

Reliëfbeeld van Spinoza in het grafmonument bij de Nieuwe Kerk in Den Haag
Foto van Louis van Paridon uit het Spaarnestad-archief

Daar op dinsdag 19 maart 2019 om 16:00 uur in de Uilenburgersynagoge, georganiseerd door het Menasseh ben Israel Instituut [cf.], Ester Wouthuysen zal spreken over
J.G. Wertheim, beeldhouwer en kunstpaus uit de “haute juiverie,”
breng ik hier nog eens afbeeldingen van het reliëf dat hij van Spinoza maakte. Ik doe dit mede om nog twee redenen. De eerste is dat als je in google.afbeeldingen “J.G. Wertheim” ingeeft , je vele afbeeldingen krijgt, maar niet van het Spinoza-beeld dat hij in 1956 maakte voor het grafmonument bij de Nieuwe Kerk in Den Haag dat op 27 juli 1956, precies 300 jaar na zijn ban, werd onthuld. (Cf. dit blog). De tweede reden is dat de foto die ik in het blog van 05-01-2012, “Fraaie foto van J.G. Wertheim's Spinoza-reliëf op herdenkingsmonument in Den Haag,” binnenhaalde, niet meer te zien is, daar het Nationaal Archief de plaats van de foto veranderde. Daarom probeer ik dat binnenhalen hier nog eens, waarbij de aangeboden embed-code niet blijkt te werken, zoals hier blijkt (daarom nam ik een kopie die ik in de kop plaatste):
Monumenten Nederland. Kop in reliëf van Spinoza, filosoof, theoloog, taalkundige…

#Spinoza als een spin in zijn web bij Chinese cursus over politiek, subjectiviteit en universaliteit