Franz
Bruno Erhardt was een Duits filosoof, professor aan de universiteit van
Rostock. Als zoon van een Luthers-Evangelisch priester leek hij voorbestemd tot
een theologische loopbaan, maar van 1884-88 studeerde hij filosofie en
geschiedenis aan de universiteiten van Jena, Heidelberg en Berlijn. Hij
promoveerde tot dr. in de filosofie in Jena bij Otto Liebmann op een
dissertatie over de Kritik der Kantischen
Antinomienlehre. Zijn Habiltation aldaar in 1891 betrof een studie over Satz vom Grunde als Prinzip des Schließens.
Vervolgens legde hij het Lehramtsexamen af, gaf les aan de gymnasia van Weimar
en Jena; in de laatste plaats was hij van 1891-1898 privaatdocent en onbezoldigd
buitengewoon hoogleraar. Vanaf 1898 tot zijn emeritaat was hij gewoon
hoogleraar aan de universiteit van Rostock. Tweemaal werd hij decaan van de
filosofische faculteit en in 1911/12 rector van de universiteit.
Inhaltlich befasste er sich mit dem Neukantianismus sowie Spinoza, mit dem er eine Wiederbelebung der Metaphysik gegen die Marburger Schule versuchte. 1929 wurde er aus gesundheitlichen Gründen beurlaubt. [Cf. de.Wikipedia]. Naast andere werken, waarvoor ik naar Wikipedia verwijs, schreef hij twee werken over Spinoza:
Inhaltlich befasste er sich mit dem Neukantianismus sowie Spinoza, mit dem er eine Wiederbelebung der Metaphysik gegen die Marburger Schule versuchte. 1929 wurde er aus gesundheitlichen Gründen beurlaubt. [Cf. de.Wikipedia]. Naast andere werken, waarvoor ik naar Wikipedia verwijs, schreef hij twee werken over Spinoza:
▪ Franz Erhardt, Die Philosophie des Spinoza im Lichte der
Kritik. Leipzig: Reisland, 1908. - VII, I, 502 pp. [het werd meermalen naar
archive.org gebracht: 1, 2 en 3]
Uitvoerig besproken werd het boek door:
Dr.
Willem Meijer, Bestrijding van Professor Erhardt's kritiek over de philosophie
van Spinoza. In: Tijdschrift voor
wijsbegeerte, Vol 3, 1909: I, 371 - 398; II, 401 – 431 - in een volgend blog geef ik meer aandacht aan deze recensie.
Ook
van Stanislaus von Dunin-Borkowski verscheen datzelfde jaar een uitgebreide recensie
in: Philosophisches Jahrbuch 22
(1909), 204-212 [dit tijdschrift is grotendeels gedigitaliseerd –cf. PDF]. Daar het een fraai tijdsbeeld geeft en m.i. ook veel
duidelijk maakt over Dunin-Borkowski breng ik deze bespreking in het volgende blog.
Massimo
Ferrari schrijft in 2013 over dit boek van Franz Erhardt:
Nicht zu vergessen ist zudem, dass Erhardt 1908 auch
ein dickes Buch zu Spinoza publizierte, in dem er in historisch-systematischer
Perspektive die Philosophie Spinozas analysierte und zum Schluss kam, daß die
Begründung eines echten Systems der Philosophie aufgrund des Spinozischen Ansatzes
unmöglich war." Unter den Klassikern der Philosophie war doch vor allem
Kant der ideelle Gesprächspartner für Erhardt. Dies lässt sich durch den
Einfluss und die bedeutenden „Anregungen" erklären, die Erhardt von seinem
Lehrer Liebmann erhalten hatte." Bereits Mitte der 80er Jahre war der 1882
in Jena als Nachfolger Karl Fortlages berufene Liebmann zu einer Schlüsselfigur
des aufblühenden deutschen Neukantianismus geworden!' Nach seinem
bahnbrechenden Werk zu Kant und die Epigonen (1865) hatte Liebmann eine
selbständige Form von Philosophie kantischer Prägung herausgearbeitet, die
besonders in seinem Buch aus dem Jahre 1884 Die
Klimax der Theorien dokumentiert ist. Dort unterscheidet Liebmann drei
Typen von Theorien, nämlich erstens die rein empirischen Theorien, zweitens die
auf Hypothesen beruhenden Theorien und schließlich die metaphysischen Theorien,
die auf unbedingte und transzendente Geltung Anspruch erhe-ben. Für Liebmann
sind nur die hypothetischen Theorien für eigentlich wissenschaftliche und
empirisch kontrollierbare Theorien zu halten, indem sie die Erfahrung aufgrund
„theoretische [r] lnterpolationsmaximen" ermöglichen. 1)
Dat Erhardts boek
bruikbaar is, blijkt uit een voetnoot van Philip Clayton in zijn 2000-boek
waarin hij, schrijvend over Heinrich Horch (Horchius) zegt: […] I have been
especially helped by the excerpts and excellent summary in Franz Erhardt, Die Philosophie des Spinoza im Lichte der
Kritik (Leipzig: 0. It. Reisland, 1908), 480ff. 2)
▪ Franz Erhard, Die
Weltanschauung Spinozas. Stuttgart: Strecker und Schröder, 1928. - VII, 159
pp.
Karl
Liebrich gaf hiervan een Rezension in de Kölnische
Zeitung 5.5. (1929). Ook verscheen de volgende korte bespreking door ene
Snz. in Annalen der Philosophie und
philosophischen Kritik, 8. Bd. (1929), pp 4-5
Er
bestaat een dissertatie over zijn filosofie:
Margarete Goldmund, Die Philosophie Franz Erhardts. Diss. Ernst-Moritz-Arndt-Universität. Leipzig: Reisland, 1937. - 68 pp. Daarin, zo laat de Duitse Spinoza Bibliografie zien, wordt uitgebreid op ‘zijn’ Spinoza ingegaan. De bovengenoemde Massimo Ferrari, schreef eerder op de pp 85-86 in het aangehaalde hoofdstuk:
Margarete Goldmund, Die Philosophie Franz Erhardts. Diss. Ernst-Moritz-Arndt-Universität. Leipzig: Reisland, 1937. - 68 pp. Daarin, zo laat de Duitse Spinoza Bibliografie zien, wordt uitgebreid op ‘zijn’ Spinoza ingegaan. De bovengenoemde Massimo Ferrari, schreef eerder op de pp 85-86 in het aangehaalde hoofdstuk:
Die ausführlichste Darstellung von Erhardts Leben und
Werk ist noch heute in der Inaugural-Dissertation von Margarete Goldmund
auffindbar.4 Margarete Goldmund (geboren 1880) lebte in Rostock und
studierte dort in der Zeit von 1910 bis 1915 Germanistik, Philosophie und Theologie
— sie war Schülerin von Erhardt, besuchte aber vermutlich auch die Vorlesungen
von Schlick. Im Jahre 1915 wurde sie zur Oberlehrerin und nach dem ersten
Weltkrieg übersiedelte sie zusammen mit ihrem Mann nach Greifswald, wo sie
recht spät die Dissertation über ihren Rostocker Lehrer abschloss. Referent
dieser Arbeit war Günther Jacoby, ein heutzutage in Vergessenheit geratener
Denker, der aber am Anfang des 20. Jahrhunderts eine gewisse Rolle in der
heftigen Auseinandersetzung der deutschen Philosophie mit dem amerikanischen
Pragmatismus spielte.5 Im Vorwort zu ihrer Dissertation bedankte
sich Margarete Goldmund bei Jacoby, zugleich betonte sie jedoch insbesondere
die philosophische Bedeutung von Erhardt mit folgenden Worten: „Er hat unsere
Generation, die während ihrer Studienzeit unter der neukantianischen Mißachtung
der Metaphysik stand, von diesem Druck befreit und uns den Glauben an den Wert
der Metaphysik wiedergegeben".6 Diese Einschätzung ist schon
von gewissem Interesse und ermöglicht eine genauere Bestimmung der Stellung
Erhardts in der Philosophie seiner Zeit.
4 Vgl. Margarete Goldmund, Franz Erhardt. Leben und Werk, Inaugural-Dissertation, Greifswald:
Buchdruckerei Hans Adler 1937. 5 p.m.. 6 op. citat., p. 3
[1] in“Materialen zu Moritz Schlicks intelektueller
Biographie: Franz Erhardt und die Habilitation in Rostock," in: Elisabeth
Nemeth & Friedrich Stadler (Hrsg.), Die
europäische Wissenschaftsphilosophie und das Wiener Erbe. Springer-Verlag,
2013 - 189 pagina's – books.google
[2] Philip Clayton, The Problem of God in Modern Thought. Wm. B. Eerdmans Publishing, 2000, p. 406, noot 35 - cf. books.google
Geen opmerkingen:
Een reactie posten