Op
18 januari 2018 had ik het blog: “Henk-jan Hoekjen hoopt
dit jaar te promoveren op Spinoza.” En zie: dat is hem gelukt! [En niemand die mij
daar even voor dit blog van op de hoogte stelde, zodat ik het weer zelf moest
ontdekken via deze tweet
van Dennis Dekker die verwees naar deze foto van hem op Instagram].
Vorige
week donderdag 1 november 2018 heeft er een voor het Nederlands Spinozisme belangrijke
gebeurtenis plaats gevonden: Henk-Jan Hoekjen (Filosofie Utrecht) verdedigde
aan de Universiteit van Utrecht zijn proefschrift: 'Pars melior nostri. The
Structure of Spinoza’s Intellect. “Daarin geeft hij een beschouwing over de metafysische structuur van Spinoza's Ethica
op basis van een grondige analyse van de notie 'intellect'.” [cf.]
Om
twee redenen noem ik dit een belangrijke gebeurtenis: 1e zo vaak
promoveert er in Nederland niet iemand op Spinoza; 2e en dan ook nog
eens op dit onderwerp: het intellect bij Spinoza!
Verder
citeer ik uit het persbericht: “Het begrip ‘intellect’ speelt een sleutelrol in
Spinoza’s filosofie. In zijn hoofdwerk de Ethica laat Spinoza er geen
onduidelijkheid over bestaan: het is het intellect dat kan gelden als pars
melior nostri – dat wil zeggen: als ons betere deel – dat de mens in staat
stelt om deugdelijk te handelen en op die manier deel te hebben aan Gods
absolute en eeuwige zelfkennis. Toch kan er in de Ethica opmerkelijk genoeg
geen gedetailleerde omschrijving gevonden worden van het intellect.
ontbreken definitie in 'ethica'
Waar
elementaire begrippen als ‘God’, ‘substantie’, ‘attribuut’, ‘modus’, ‘idee’ en
‘deugd’ expliciete definities krijgen op basis waarvan Spinoza in staat is zijn
zedenkunde op geometrische wijze uiteen te zetten, kan er in de Ethica (of in
Spinoza’s andere werken) geen duidelijke definitie aangetroffen worden van het
begrip dat overduidelijk een instrumentele waarde heeft in het bereiken van de
hoogste deugd: het intellect.
structuur van Spinoza's intellect
blootleggen
In
deze studie is getracht deze leemte te vullen. Dit proefschrift beoogt op basis
van een serie sleutelpassages uit (vooral) de Ethica de structuur van Spinoza’s
intellect bloot te leggen. De hoofdstelling die in dit werk verdedigd wordt, is
dat de structuur van het intellect zijn uitdrukking vindt in de structuur van
Spinoza’s metafysica. Dat wil zeggen: behalve de reeds genoemde instrumentele
functie bij het ‘inloggen’ in God’s oneindige liefde voor zichzelf, moet aan
Spinoza’s intellect ook een constructieve functie worden toegekend. Spinoza's
complexe metafysica kan begrepen worden als een uitdrukking van de structuur
van het menselijke intellect.” [cf.]
De
uitgebreide Nederlandse samenvatting is te lezen op de pagina’s 513 – 521 – te lang
om hier over te nemen.De komende tijd zal ik er graag kennis van nemen. Intussen feliciteer ik via dit blog Henk-jan Hoekjen voor zijn bijdrage aan de Spinoza-interpretatie, waarvoor ik hem tevens graag bedank, vooral gezien het feit dat we het op dit blog zo vaak over het intellect bij Spinoza hebben gehad. Ik ben razend benieuwd (de samenvatting doet veel verwachten)
Aanvulling
Op zijn academia.edu-pagina heeft Henk-Jan Hoekjen zijn dissertatie per hoofdstuk gebracht.
Ontdekt op 11-01-2020: het proefschrift werd door de Univ. Utrecht gepubliceerd in de reeks
Quaestiones Infinitae. Publications of the Department of Philosophy and Religious Studies.
Universiteit Utrecht, Volume CXVI
Geen opmerkingen:
Een reactie posten