Ton de Tok – en ook de lezers - moet ik mijn verontschuldigen aanbieden. In het blog van 19 april 2018, “Ton de Kok’s “God voor
niet-gelovigen. De God van Spinoza” – aardig om te zien…” signaleerde ik twee
fouten, waarvan de tweede zou zijn:
• Op p. 105 schrijft hij: “De dichter Johann Gottfried
Herder schreef in 1784 met Kerstmis, in een brief aan Goethe en Charlotte, een
gelegenheidsgedichtje waarin dat mooi tot uitdrukking komt: … wie
kämen der heiligen Christ und Spinoza zusammen? Welche vertrauliche Hand knüpfte die
beiden in Eins?” Het was echter Charlotte von Stein die dit
gedichtje toezond aan Goethe en Herder.
En
daarmee zat ik fout! Dat ik ontdekte ik gisteren toen ik het Corpus Poeticum Spinozanum bijwerkte en
naar dit blog overbracht.
Het
was wel degelijk Herder die het gedichtje schreef. In het blog van 29-09-2008 “Charlotte von Stein (1742-1827) ziet
dichtend Spinoza als Christus” had ik die foute toeschrijving van Wim Klever
overgenomen. Maar in de kop van dat blog had ik vervolgens deze correctie opgenomen:
“NB op 7 januari 2009 heb ik de informatie over de toeschrijving van
onderstaand gedicht aan Charlotte von Stein moeten corrigeren: het blijkt om
een gedichtje van Herder aan haar en Goethe te gaan.” Dat blog van 7 jan. 2009 had als titel: “Spinoza-gedichtje van
Johann Gottfried Herder (1744 - 1803)” Die correctie was echter weer uit mijn
geheugen verdwenen. Had ik de moeite genomen nog eens naar dat tien jaar oude
blog te gaan, dan had ik die blunder niet begaan. De Kok had het juist, ik zat
fout. Mijn excuses.
Ik
ben meteen nog eens verder gaan zoeken en trof op de Duitse Spinoza Bibliografie uitgebreide informatie erover
aan.
Bernhard
Suphan (1845-1911) was het die in zijn “Goethe und Spinoza: 1783-86” [In: Festschrift zu der 2. [zweiten] Säcularfeier des Friedrichs-Werder'schen Gymnasiums zu
Berlin-
[Berlin]: [Weidmann], 1881: 159-193.] als
eerste publiceerde; het verscheen
op p. 173.
Vervolgens
verscheen het artikel als aparte brochure van 35 pagina’s [zonder
plaats, zonder jaartal, maar volgens books.google en WoldCat was dat in 1887], waarin het gedichtje op p. 15
stond afgedrukt.
Vervolgens werd het
opgenomen in: Herders Sämmtliche [sämtliche] Werke [Vol. 29: Poetische Werke] /
hrsg. von Bernhard Suphan [Vol. 29: Carl Redlich]. - Berlin : Weidmann, 1889. -
XLIV, 766 pp.: 697 [Anmerkung/Annotation: 763] // Repr. [der Ausg./Ed. Berlin
1889]. - Hildesheim [e.a.] : Olms, 1967 [1978, 1994] // In: Johann Gottfried
Herder Briefe Gesamtausgabe [5] (1986)
Hoe nauwkeurig werd dit
alles bijgehouden….
Dan tenslotte ook nog
even het gelegenheidsgedichtje zelf – het enige gedicht van Herder waarin
Spinoza’s naam voorkomt:
"Deinem und unserm
Freund sollt heut den heilgen Spinoza
als ein Freundesgeschenk bringen der heilige Christ.
Doch wie kämen der heilige Christ und Spinoza zusammen?
Welche vertrauliche Hand knüpfte die Beiden in Eins?
Schülerin des Spinoza und Schwester des heiligen Christes
Dein geweiheter Tag knüpfet am schönsten das Band.
Reich ihm seinen Weisen, den Du gefällig ihm machtest
und Spinoza sei euch immer der heilige Christ."
als ein Freundesgeschenk bringen der heilige Christ.
Doch wie kämen der heilige Christ und Spinoza zusammen?
Welche vertrauliche Hand knüpfte die Beiden in Eins?
Schülerin des Spinoza und Schwester des heiligen Christes
Dein geweiheter Tag knüpfet am schönsten das Band.
Reich ihm seinen Weisen, den Du gefällig ihm machtest
und Spinoza sei euch immer der heilige Christ."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten