De
Duitse filosoof Friedrich Wilhelm Joseph Schelling (1775-1854) was een van de
grondleggers en een belangrijk vertegenwoordiger van het Duitse idealisme. Hij
ontwierp een identiteitsfilosofie waarin subject en object, denken en zijn,
geest en materie ogenschijnlijk verschillen, maar in wezen verschijningsvormen van
één enkele identieke werkelijkheid zijn.
Hij
lijkt veel weg te hebben van Spinoza; daar is redelijk wat studie naar gedaan. Tien
jaar geleden was er in Utrecht een studiedag "Schelling und Spinoza" [cf. en blog], waarop Thomas Kisser sprak over: “Schelling als
Leser Spinozas.” Ik heb nog wel eens ernaar gezocht of daar een uitgave van
gemaakt is, maar vond die niet.
Laat
ik hier eens een citaat brengen uit Schelling’s Erlanger Voträge in den Jahren 1821-1825 (Aus dem handschriftlichen
Nachlass) [books.google]. Daarin is te lezen:
Wie
hoch erhebt sich Spinoza, wenn er lehrt, daß wir von allen einzelnen und endlichen
Dingen uns scheiden und zum Unendlichen erheben sollen, und wie tief sinkt
wieder eben derselbe, wenn er dieses Unendliche zur Substanz, d. h. zu etwas
Todtem, Stillstehendem, macht, und wenn er diese Substanz als Einheit des
ausgedehnten und des denkenden Wesens erklärt, gleichsam zwei Gewichte, wodurch
er sie ganz niederzieht in die Sphäre der Endlichleit!
Lees in dit PDF wat hij eerder over Spinoza schreef in zijn zgn. Freiheitsschrift:
F.W.J. Schelling, Philosophische Untersuchungen über das Wesen der menschlichen Freiheit und die damit zusammenhängenden Gegenstände, 1809
In Samuel IJSSELING, SCHELLING EN ZIJN „FREIHEITSSCHRIFT” [In: Tijdschrift voor Filosofie, Jg. 39,#3 (sept. 1977), pp. 522-527, cf. PDF] komt Spinoza niet voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten