Toen ik deze gegevens had, zag ik dat de DBNG, Digitale Bibliografie Nederlandse Geschiedenis, deze pagina over hem had: ze vermelden al zijn namen, dat hij medicus was en dichter. Maar dat laatste is niet genoeg.
Zoals uit deze titelpagina blijkt, maakte hij een aantal jaren deel uit van de redactie van het Tijdschrift voor Wijsbegeerte (ook bij de 1e jaargang stond hij vermeld- en ook nog in de 16e jg. [cf. PDF]).
Julius de Boer, De schoone verbeelding - 1905
Dan kom ik nu bij de aanleiding voor dit blog. De Hollandia-drukkerij te Baarn, gaf diverse series uit van brochures/boekwerkjes over filosofen, onder de titel "Groote Denkers", waarvan vele door Julius de Boer werden geschreven. Deze konden apart worden aangeschaft of ook ingebonden per serie.
Die derde serie van "Groote denkers", waaronder dus Spinoza, verscheen in 1911 en staat gedigitaliseerd bij de DBNL.
Met daarin dus het katern over Spinoza met deze motto-pagina
Een jaar eerder verscheen van hem in het Tijdschrift voor Wijsbegeerte het artikel
Julius de Boer, "Van Substantie tot begrip," In T. voor Wijsbegeerte, Jg 3, 1910, p. 199 - 235. Cf. archive.org
Ook in dat interessante artikel schrijft hij uitgebreid over Spinoza.
Binnen de Ver. Het Spinozahuis werd over zijn Spinoza-teksten gezegd:
Het is wel nuttig te weten dat hij aanhanger was van Bolland en dus een neohegeliaan. De KB heeft een pagina over "Het leven van Gerard Bolland, 1901-1922". Daarin is te lezen dat Julius de Boer behoorde tot de Bollandisten van het eerste uur en dat hij secretaris werd van het in 1904 opgerichte Collegium logicum hegelianum dat Bollands colleges ging uitgeven. Hoe hij Spinoza door een Hegeliaanse bril leest, blijkt uit een passage als de volgende in zijn boekje over Spinoza:
Hoe ontbeert
overigens het Substantiebegrip door het geheele stelsel heen alle
persoonlijkheid, ja, alle geestelijkheid. In SPINOZA'S wijsbegeerte wordt de
Godheid of Substantie, het oneindige, onvergankelijke of eeuwige Zelfstandige,
over 't algemeen buiten het persoonlijke geplaatst. De Substantie wordt het
Absolute genoemd, doch gesteld als het objectieve,
dat het subjectieve volkomen buiten
zich sluit. De Substantie-God van SPINOZA heeft geen zelfbewustzijn: kent zich
zelven niet. Is hij echter wel volstrekt of volkomen te noemen buiten het
subjectieve, buiten het zelfbewustzijn?— Het „oneindige denken", het „bij
zichzelf" of „oorzaak van zichzelf" zijn, doet toch ook die zijde der
Spinozistische Substantie vermoeden, die men redelijkerwijs niet vermag te
ontkennen zonder hare volstrektheid te miskennen. In het geheel of heelal der
Natuur-Substantie is de voile werkelijkheid te begrijpen, die ook het
persoonlijke, het subject, het Ik, tot moment heeft. Heeft zij zelfs niet in
den Geest tot hare volkomenheid te
komen? Heeft het volstrekte object der Substantie zich niet te subjectiveeren,
hebben object en subject zich niet te vereenigen en zich op te heffen tot de
absolute Idee? [p. 45]
Zo gaat hij nog een poosje op dezelfde wijze voort. Dit leek mij voldoende als voorbeeld.
Zo gaat hij nog een poosje op dezelfde wijze voort. Dit leek mij voldoende als voorbeeld.
Het enige boek dat Google langs liet komen dat iets meedeelde over Julius de Boer, was dat van
Marjet
Brolsma, 'Het humanitaire moment':
Nederlandse intellectuelen, de Eerste Wereldoorlog en het verlangen naar een
regeneratie van de Europese cultuur (1914-1930). Uitgeverij Verloren, 2016 –
books.google; zij schreef op p. 133-134 (ik citeer zonder de verwijzingen):
dat niet alleen het neokantianisme afwijzend stond ten
opzichte van de metafysica en het vage gespeculeer dat de Nederlandse ‘hegelarij’
kenmerkten, maar dat op hun beurt ook de neohegelianen zich uitdrukkelijk
afzetten tegen het neokantianisme, dat, door de eenzijdige gerichtheid op de
wijsgerige grondslagen van de wetenschappen, in hun ogen een lippendienst bewees
aan de natuurwetenschappen die rond 1900 een 'Tweede Gouden Eeuw' beleefden.
Zij meenden dat er voor de filosofie een grotere taak was weggelegd dan de
kentheorie en dat zij weer in ere moest worden hersteld als bron van een
allesomvattende en boven alle disciplines uitgaande synthese, die eenheid
bracht in het aanvankelijk versplinterde wereldbeeld. Zo verklaarde Bierens de
Haan bijvoorbeeld dat het 'wassend wijsgeerig bewustzijn van het eigen
tijdsgewricht als reactie op 'de voorafgaande tijd van alleenheerschappij van
de exacte studies' moest worden gezien en serveerde de dichter en Bolland-adept
Julius de Boer (1873-1966) in zijn brochure De
beteekenis van de Hegelstudie voor onzen tijd (1915) alle 'neo-Kantianen en
kennis-critici' af als 'achterblijvers die geen oog hadden voor de problemen en
uitdagingen van de eigen tijd.
Onder meer het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde leren verder dat De Boer in 1905 te Leiden werd bevorderd tot arts. Dat jaar werd hij benoemd tot Officier van Gezondheid 2de klasse L, om in 1913 te worden bevorder tot OvG 1ste klasse. Hoelang hij als militair geneeskundige heeft gewerkt is mij niet duidelijk: in 1924 wordt hij genoemd als reservist, maar in 1917 verschijnt van zijn hand in het Militair-Geneeskundig Tijdschrift een artikel 'Desertie en vagabondage', wat in elk geval duidt op betrokkenheid. In 1907 is hij woonachtig te Naarden. In 1909 startend als medewerker van "Vox medicorum; orgaan tot het behartigen van de belangen der geneesheeren in Nederland en zijne koloniën en van allen, die tot de geneeskunde in betrekking staan" is zijn woonplaats ook Naarden; van 1910 tot 1921 woont hij in Haarlem en van 1921 tot 1925 in Nijmegen. Een advertentie uit 1925 situeert hem als "zenuw-arts, uitsluitend voor neurologie en psychiatrie" te Wassenaar, "Neemt rustige zenuwpatiënten en herstellenden in verpleging te HUIZE KLIM-OP (Directr. Zr. Timmers) onder zijne behandeling"; Vox Medicorum geeft tot 1934, wanneer zijn medewerking ophoudt, als zijn woonplaats Wassenaar. Als hij zich eind 1938 vestigt in Zeist, is hij afkomstig uit Soest. In 1939 promoveert hij te leiden op het proefschrift "Polaire affectieve functies. Nieuwe grondslag voor een classificatie van persoonlijkheidstypen". Een druk man.
BeantwoordenVerwijderen