maandag 12 augustus 2019

#Spinoza en #Metoo. Hedendaags affectonderzoek steunt sterk op #Spinoza [4]


Het vorige blog over Wolfgang Bartuschat’s Spinozas Philosophie: Über den Zusammenhang von Metaphysik und Ethik bracht mij serendipisch op nog een aantal publicaties, waardoor ik met alweer het vierde blog kan komen over hoe het huidige affectonderzoek op Spinoza’s affecttheorie steunt. Dat kwam doordat het hierna te noemen hoofdstuk dat boek van Bartuschat in de bibliografie had. Het betrof het hoofdstuk van
Marie Wuth, Affektive Netze. Politische Participation mit Spinoza. In: Rainer Mühlhoff, Anja Breljak & Jan Slaby (hrsg.), Affekt Macht Netz: Auf dem Weg zu einer Sozialtheorie der Digitalen Gesellschaft. transcript Verlag, 2019, Seiten 269 - 290 – books.google
Op 8 pagina’s na is dat hoofdstuk bij books.google te lezen. Later ontdekte ik dat het boek op de website van de uitgever als ‘open acces’ wordt gegeven Het boek is er in z’n geheel, maar ook per hoofdstuk als PDF te downloaden! Als je onderstaande titel aanklikt krijg je direct het PDF van dat hoofdstuk.


 
In de inleiding en de conclusie van het hoofdstuk heeft Marie Wuth het uitgebreid over de #Metoo-beweging, die ze toelicht aan de hand van Spinoza’s affect-leer. Uitvoerig legt ze het moderne onderscheid uit tussen 'de politiek' en ‘het politieke’, een onderscheid dat Spinoza letterlijk niet zo maakt, maar dat bij hem duidelijk wel meespeelt (in zijn onderscheid tussen potentia van de menigte en potestas van de machthebbers). In deze periode, waarin mensen geraakt worden door de zelfmoord van Jeffrey Epstein, tegen wie de #Metoo-beweging opkwam, kan het extra nuttig zijn dit hoofdstuk te lezen.
Marie Wuth is a PhD student in Philosophy at the University of Aberdeen, UK under the supervision of Dr Beth Lord and Dr Andrea Teti. [Cf.]. Eerder had ze gestudeerd aan de Vrije Universiteit van Berlijn, waar ze in contact moet hebben gestaan met het sinds 2015 aan de Freie Universität Berlin bestaande Collaborative Research Centre 1171: Affective Societies: Dynamics of Social Coexistence in Mobile Worlds [cf. website, cf.  twitteraccount]

Dat Research Centre Affective Societies heeft diverse recente publicaties verzorgd, zoals het bovengenoemde Affekt Macht Netz. En het in een vorig blog genoemde Rainer Mühlhoff, Immersive Macht: Affekttheorie nach Spinoza und Foucault (Campus, 2018). Verder ook


Jan Slaby & Christian von Scheve (eds.), Affective Societies: Key Concepts. New York & London: Routledge, January 2019 - 384 pages - a unique collection of essential concepts for theorizing and empirically investigating societies as Affective Societies [cf.].
Hierna citeer ik een deel uit de Inleiding, waarvan het PDF te vinden is op researchgate en op academia.edu.
[,,,]
Following an influential trajectory of work in cultural affect theory, we begin from a present-day appropriation of the dynamic substance monism of early enlightenment philosopher Benedict de Spinoza, especially its concomitant metaphysical approach to affect. The first chapter in Part I, entitled “affect”, accordingly undertakes a focused  reconstruction of Spinoza’s approach, viewed mostly through the lens of Deleuze’s interpretation and in line with recent feminist readings of Spinoza’s works (e.g., Gatens, 2009). While many contemporary approaches to affect merely pay lip-service to Spinozism, we aspire to undertake a more thorough reconstruction. This perspective centers on an account of affect as efficacious relations between evolving entities in formative settings. It can be read as both a basic understanding of power and an encompassing ontogenetic approach, as it focuses on processes of formation and transformation, not on finished products. The  transition to contemporary approaches in affect studies becomes clearer by way of a detailed explanation of some of the basic principles and conceptual tendencies in Spinoza’s approach, notably his notion of potentia (a kind of micropower inherent in all entities), and his distinction between the terms affectio and affectus. In light of this reconstruction, we believe that several contested ideas from recent affect studies literature become more tractable and lose their apparent strangeness. For instance, the contention that affect pertains to bodies or entities of all kinds, not merely to what commonly counts as “sentient creatures,” is a direct result of Spinoza’s dynamic substance monism and his initial definition of affectus. Likewise, the emphasis on incessant processuality and transformative dynamics that many proponents of affect studies countenance will seem less excessive on these ontological grounds. Accordingly, the chapter is structured such that it leads from discussions of Spinoza’s core tenets on affect to several current perspectives in affect studies and to the various conceptual and methodological options prevalent in this field.
 
 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten