Na
het blog van 26 augustus 2017, “Johann Andreas Voigtländer
(1780 - 1845) die Immanenz als das zweite theistische System,” de pastor die
Spinoza als theïst zag, kwam ik tijdens het maken van het vorige blog over Andrew Seth Pringle-Pattison, een boek van
John W. Cooper tegen over Panentheism, waar
ik hier graag op wil wijzen. Het hele debat over de vraag of Spinoza die toch
vooral als pantheïst werd/wordt gezien, niet eerder als een panentheïst moet worden gezien, komt hier duidelijk
over het voetlicht. Eerst over de auteur ervan:
John W. Cooper (b. 1947) is Professor of Philosophical
Theology at Calvin Theological Seminary (1985). Cooper received an A.B. from
Calvin College (1969), his M.A. and Ph.D. from the University of Toronto (1974,
1978), and his M.T.S. at Calvin Theological Seminary (1983). He taught Philosophy
at Calvin College from 1978 to 1985, at which time he joined the seminary
faculty. Cooper is also an ordained minister in the Christian Reformed Church.
He confronts worldviews that challenge Christianity and seeks biblical answers to controversies such as women in ministry and gender-neutral Bible translations. Selected titles he has published include: Body, Soul, and Life Everlasting; A Cause for Division? Women in Office and the Unity of the Church; Our Father in Heaven: The Christian Faith and Inclusive Language for God (Baker Books, 1998); and The Theology of Freedom. The Legacy of Jacques Maritain and Reinhold Niebuhr (Mercer University Press, 1985). [Cf.]
Een recent boek van hem dat hiervoor niet meer genoemd wordt, kwam ik tegen, toen ik, zoals gezegd, het vorige blog maakte over Andrew Seth Pringle-Pattison:
He confronts worldviews that challenge Christianity and seeks biblical answers to controversies such as women in ministry and gender-neutral Bible translations. Selected titles he has published include: Body, Soul, and Life Everlasting; A Cause for Division? Women in Office and the Unity of the Church; Our Father in Heaven: The Christian Faith and Inclusive Language for God (Baker Books, 1998); and The Theology of Freedom. The Legacy of Jacques Maritain and Reinhold Niebuhr (Mercer University Press, 1985). [Cf.]
Een recent boek van hem dat hiervoor niet meer genoemd wordt, kwam ik tegen, toen ik, zoals gezegd, het vorige blog maakte over Andrew Seth Pringle-Pattison:
Chapter 3 Pantheism and Panentheism from
the Renaissance tot Romanticism, p 67-72
Giordano Bruno, Baruch Spinoza, Jonathan Edwards, Lessing and Herder, Friedrich Schleiermacher – Dit hoofdstuk is momenteel in z’n geheel te lezen bij books.google
Giordano Bruno, Baruch Spinoza, Jonathan Edwards, Lessing and Herder, Friedrich Schleiermacher – Dit hoofdstuk is momenteel in z’n geheel te lezen bij books.google
Chapter 4 Schelling and Hegel. The
Godfathers of Modern Panentheism, p. 90-118 – slechts een klein deel te lezen
bij books.google
Chapter 5 Nineteenth-Century
Proliferation, p. 120-147. Daarin kort o.a. Andrew Seth Pringle-Pattison
Ik
geef dit hier graag door, daar je in kort bestek een gedegen overzicht krijgt
van het ontstaan van pantheïsme, resp. panentheïsme voor en na Spinoza. Het feit
dat John W. Cooper een christelijk theoloog is die het christelijk denken
verdedigt – zijn slothoofdstuk 14 luidt: Why I Am Not a Panentheist – heb ik
niet als hinderlijk ervaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten