Niet alles wat ik op mijn speurtochten naar Spinoza op internet tegenkom, geef ik hier aandacht. Maar nu kwam ik onlangs een paar interessante teksten tegen van universitaire filosofen voor wie Spinoza niet het eerste en hoofd-onderzoeksobject is, maar die zich ook waagden aan een studie over zijn filosofie. Ik typeer ze daarom als outsiders, maar die kunnen soms verrassende inzichten aanbieden. [En ik kwam nog een aantal kennelijk illegaal op internet geplaatste boeken tegen; ik moet nog even bedenken hoe ik daarover ga bloggen].
[1]
Owen
Hulatt is a Teaching Fellow at the University of York. His research specializes
in Adorno’s aesthetics and epistemology, together with Husserl’s phenomenology,
Marxist materialism, Critical Theory, and theories of recognition. He is
currently preparing a monograph on Adorno’s theory of philosophical and
aesthetic truth.
Een
werk over esthetica dat hij redigeerde, Aesthetic
and Artistic Autonomy, en dat in 2013 bij Bloomsbury uitkwam is nu
uitgebracht in het ‘open domein’ en te vinden op archive.org
Welnu,
deze Owen Hulatt heeft zich ook met de interpretatie van Spinoza’s
filosofie beziggehouden en plaatste op academia.edu
tussen zijn werk over esthetica en Adorno, recent ook een artikel dat zal
verschijnen in het European Journal of
Philosophy: “Structural Causality in Spinozas Ethics.” [Cf.]
In this paper, I argue that Spinoza’s claim at E1P15
that ‘Whatever is, is in God, and nothing can be or be conceived without God’
remains exegetically troubling. Briefly noting some unresolved difficulties
with the two dominant interpretations of Spinoza’s account of the relationship
between finite modes and God (these being the inherence and causal dependence
readings), I move to claim that there is a third, neglected reading available
which deserves consideration. I argue that, perhaps surprisingly, Althusser’s
notion of ‘structural causality’, putatively derived from Spinoza himself, can
be used to construct this reading. Althusser’s original notion of ‘structural
causality’ is explained and clarified further, its advantages outlined over
competing readings of Spinoza, and exegetical evidence for its applicability to
Spinoza is then produced.
Hij
wil dus aantonen dat de verhouding tussen God of de substantie en de
particuliere dingen (eindige modi) beter is te begrijpen vanuit de notie
‘structurele causaliteit’ die Althusser uit Spinoza zou hebben gedestilleerd –
beter dan de lezingen die samen te vatten zijn als ‘inherence’ (Bayle, Bennett)
of causale afhankelijkheid (Curley), die volgens Althusser indeling begrepen
zou moeten worden of ook bedoeld zou zijn als lineaire causaliteit.
Ik
vind het een boeiend artikel, dat me een poosje heeft bezig gehouden. Het geeft
een aardige kijk op en samenvatting van een debat zoals het geweest is (tussen
Curley, Bennet, Nadler e.a.) over hoe de verhouding tussen God en de dingen, de
natura naturans en de natura naturata in het licht van Spinoza’s teksten moet
worden verstaan.
Opmerkelijk
vind ik dat in de bibliografie het boek van Gilles Deleuze, vertaald als Expressionism in Philosophy: Spinoza
(1990), niet voorkomt en niet wordt behandeld, terwijl deze – niet
onbegrijpelijk want komend uit dezelfde hoek van Althusser – een vergelijkbare
lezing van ‘immanente veroorzaking’ biedt. Dat niemand uit de omgeving van Owen
Hulatt, of ook de peer reviewers van het tijdschrift, de auteur op die omissie
heeft gewezen! Daaraan merk je toch het outsidership.
Maar
een tot lezing aan te bevelen tekst is het in mijn ogen zeker - niet heel eenvoudig overigens.
[2]
Nog
zo’n outsider is Jakub Jirsa van wie een tekst op internet te vinden is met de
titel “The ethical significance of substance-God difference,” [PDF]. Hierin
gaat het dus niet om verschillen tussen God en de modi, maar tussen God en de Substantie.
Het ziet er niet uit als een al verschenen of nog te verschijnen artikel.
Abstract:
Following paper argues for such a reading of first two books of Spionoza’s
Ethics that would better correspond to the last two books, namely connecting
the ontological views with the ethical accounts. As a mean serves the notion of
conatus, which I understand as a bridge between Spinoza’s ontology and ethic.
If we understand conatus in its active meaning of in suo esse perseverare, than
we can better show the unity of Spinoza’s Ethics and moreover explain why is
his ontological account needed for interpreting his moral philosophy and
ethics.
Aanvankelijk
twijfelde ik nog of het ging om Jakub Jirsa, ’t faculteit lid van ’t Instituut
voor filosofie en godsdienststudies van de Karels Universiteit van Praag, daar
er niets vermeld werd over het stuk op zijn webpagina en
academia.edu,
maar dat het om dezelfde persoon gaat blijkt uit deze pagina op researchgate.net.
In
kort bestek, het stuk telt maar 14 pagina's, geeft de auteur een pakkende en knappe beschouwing over de
hoofdlijnen van de Ethica. Hij heeft
een argumentatie waarom Spinoza aan ‘God’ vasthield, die had hij nodig daar
zijn werk een Ethica is en in het 5e Deel uitloopt op de Amor Dei
intellectualis. Al schrijft hij het niet met zoveel woorden, maar stiekem –
vermoed ik – verstaat de auteur daarbij toch ‘de God’ (van Spinoza) als een
soort (niet-antropomorf) persoon in z’n achterhoofd – gezien zijn laatste zinnen en allerlaatste
voetnoot. Ik kan hem begrijpen - het kán niet, en toch...
[3]
De
laatste outsider noem ik alleen maar. Ik dacht zijn artikel te zijn
tegengekomen, maar kan het niet meer vinden (dus misschien was dat wel een fata
morgana). Ik noem het toch maar; het gaat om:
Kimlyn J. Bender,
“The ethics of immanence: The metaphysical foundations of Spinoza's moral
philosophy.” In: Sophia [Australisch] 39(2):31-55 · January 2000 [cf. CV].
Toevoeging 6 dec. 2018: het PDF is hier op booksc te vinden.
Toevoeging 6 dec. 2018: het PDF is hier op booksc te vinden.
Stan,
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor de tekst van Jakub Jirsa.
In 14 pagina's geeft de auteur een pakkende en knappe beschouwing over de hoofdlijnen van de Ethica met een mooie laatste voetnoot 29. Over het subject bij Spinoza, of, beter gezegd, over het ontbreken van een subject bij Spinoza. Misschien kan het oneindige verstand die taak op zich nemen.
Stan de opmerkingen bij het blog De Spinoza van Mirjam Somers doek zijn verdwenen?
BeantwoordenVerwijderenInderdaad, in rook opgegaan. Ik had genoeg van de almaar weer irritante persoonlijke opmerkingen van Ed.
BeantwoordenVerwijderen