In
dit blog wil ik wijzen op enige interessante artikelen van Jon Rubin. En vooral
zijn uitleg van Ethica 5/23 [Mens
humana non potest cum corpore absolute destrui; sed ejus aliquid remanet, quod
aeternum est.]. We hebben via dit blog vele male aandacht voor de moeilijke
tweede helft van het Vijfde deel van de Ethica. Jon Rubin geeft daar in enige
recente stukken die hij op zijn academia-pagina
plaatste zeer interessante benadering waarbij hij Spinoza’s notiones communis
toelicht vanuit de aloude lijn van het holenmerisme. Ik ga het niet
samenvatten, maar raad echt aan om zijn teksten die ik aan het einde noem te
lezen. Het maakte mij nieuwsgierig naar zijn achtergrond en ik doe hier verslag van mijn
speurtocht naar hem.
Rubin
geeft niet veel informatie over zichzelf op zijn academia-pagina,
niet meer dan: “a wondering scholar of no repute.” Ik moest flink speuren, en
kwam daarbij wel een en ander over hem te weten.
Uit
het boek van Janice Richardson, Law and
the Philosophy of Privacy [Routledge, 2015 – books.google],
komen we al iets meer te weten:
[1
& 2] Uit de acknowledgements: “I would like to thank my partner Jon Rubin
for all his help, support and patience. This is not only for taking away the
sad encounter that is refer-encing but also for all our interesting discussions
and his thoughts and ideas about the book. Whilst not directly involved in the
book, I would also like to acknowledge the joyful encounter that is the
Melbourne Spinoza Reading Group: Peter Barden, Justin Clemens, Bryan Cooke,
Joseph Hughes, Joeri Mol, Chris van Rompaey, Lara Stevens and Timothy Laurie
and, of course, Jon Rubin. I would also like to acknowledge my old friend, Torn
Huggon, playing on Skype.” Dit zijn al twee gegevens – en een derde:
[3]
treffen we aan in de bibliografie van datzelfde boek: Gilles Deleuze,
"Spinoza: Immortality and Eternity". Translated by Jon Rubin. In: Pli 14 Spinoza: Desire and Power, 1-20. Maar
zo staat het artikel van Deleuze in Gli niet
vermeld - daar staat het als “The three kinds of knowledge”. Hier kunnen we uit
afleiden dat voor Gli blijkbaar het
gedeelte vertaald is uit de dubbel-CD Gilles
Deleuze – Spinoza: Immortalité Et Éternité die Gallimard in 2001 uitbracht1)
en waarin de 3e t/m 5e track getiteld zijn: “Le Premier
Genre De Connaissance, Le Second Genre De Connaissance, Le Troisième Genre De
Connaissance”. Dat is dus vertaald door Jon Rubin en het tweede artikel in die
Spinoza-special van Gli [cf. het blog van eergisteren] is eveneens van zijn hand:
Hij
had blijkbaar bemoeienis met dit tijdschrift Gli, zo is te begrijpen als we in de folder van de in dec. 2017
gehouden conferentie in Melbourne over "Technology, Knowledge, Truth"
in zijn ‘bio’ lezen: “Jon Rubin taught the graduate program, 'The Philosophy
and Ethics of Mental Health', for eight years in the Medical School of the
University of Warwick, before moving to Australia. He now lectures for the MSCP
[Melbourne School of Continental Philosophy] most recently on 'Spinoza and
Politics'. His research is currently split between Spinoza and Deleuze.” [Cf.]
Aan
de Melbourne School of Continental Philosophy gaf hij enige colleges: In de
Winter School 2015 Jon Rubin over "Spinoza and Spinozisms" - In de
Summer School 2016 Jon Rubin over Art, Wisdom, Madness: "lost in the
shadows of man" - In de Evening School Sem 2 2016 Jon Rubin over
"Problems and Concepts. Deleuze and ressentiment." - In 't School
Semester 1 2017 Jon Rubin (with Assoc Prof Janice Richardson) over
"Spinoza and Politics". [Cf.]
Maar
op de website van de MSCP komt hij niet voor onder de stafleden (members & affiliates), noch
wordt zijn naam vermeld bij de Summer School 2018 die van 15 Jan - 23 Feb, 2018, of bij de Evening School Sem 1
die van Mar - May 2018 worden gehouden.
Daar
zijn voornaam Jon een verkorting is van Jonathan (zoals uit enige documenten op zijn academia-pagina blijkt), neem ik aan dat hij van joodse
origine is. Hij sprak op die december-conferentie over:
Jon
Rubin, “Techniques, technologies & megatechnics: Spinoza & Mumford on
obedience & freedom, but mostly obedience.” Abstract
"[E]veryone
in fact, is equally able to obey on command. But not everyone is equally able
to be wise" TTP chap 13, §16. As Rancière has pointed out there is a
tension between the two halves of this kind of statement. The equality of
intelligence that obedience presupposes appears to imply that everybody is
equally able to be wise. Spinoza's insistence on 'taking men as they are' is a
recognition both that there are no natural hierarchies between people (his
deeply problematic passages on women in his final chapter on Democracy in the
Political Treatise notwithstanding) and that nevertheless the governance of the
multititude, given the difficulty and rareness of wisdom and the ever-present
danger of the bondage of the passions, is a problem. This de facto not de jure
'elitism' means that the self-governance of the multitude under democracy does
not alleviate the problem of governance, it heightens it. Spinoza's attempt to
resolve the difficulties of governance rests on an opposition between living
according to reason and living under the " 'guidance' [ductus: leadership]
of reason" where the same rational and beneficial outcomes can have
different causes: wise and free, or passionate and servile. This kind of
opposition is notoriously unstable (both practically and conceptually). That
though is not the problem I am immediately concerned with. In Spinoza and
Politics, Balibar suggests that the guidance of reason is in fact a 'ruse' of
reason that genuinely leads not just to material satisfaction but genuine
wisdom. I will argue that he is mistaken. Spinoza's writings on the Hebrew
State and its techniques of 'disciplined obedience' which result in a
population where "no one desired what was denied, but only what was
commanded" coupled with his ontological claim that, "if a number of
individuals so concur in one action that together they are all the cause of one
effect, I consider them all, to that extent, as one singular thing" can be
productively read alongside Lewis Mumford's work on megatechnics and the
megamachine. Mumford's work spans from the ancient Egyptians to the current
'invisible city' of our online communities. He describes new forms of the
megamachine formed by information and communication technologies. His work
provides a network that allows us to question the current conjuncture, through a Spinozist fibre-optic cable.
In
de Monthly Lectures van de Existentialist Society zal op 2 okt. 2018 spreken:
• Jon Rubin (Melbourne School of Continental Philosophy) over "Freedom, Passion and Politics in Spinoza's Philosophy"
• Jon Rubin (Melbourne School of Continental Philosophy) over "Freedom, Passion and Politics in Spinoza's Philosophy"
Op
zijn academia-pagina
vinden we nog enge artikelen over onderwerpen betreffende Spinoza, die ik hier
niet zal noemen. Mij gaat het om het volgende stuk, dat blijkbaar de tekst is
van een (ooit, ergens) gehouden toespraak.
• Jon Rubin, "The Power of Thought and the Power
of Individuation, or: how understanding what can a body do explains the
eternity of the mind." [cf. academia.edu]
Het
stuk is niet gedateerd maar is hoogst waarschijnlijk van eind 2017 of van begin
2018 want hij verwijst erin naar een lezing die hij gaf in Hobart en dat moet
geweest zijn de lezing die hij gaf op woensdag 29 november 2017 in 't Stanley
Burbury Theatre, Sandy Bay Campus, Hobart, tijdens studiedagen van de Australian
Society for Continental Philosophy [cf. PDF van programma]:
• Jon Rubin, “The Individuation of Bodies and the
Holenmerism of Minds in Spinoza’s Ethics.” Dit stuk werd door hem op zijn academia-pagina
geplaatst onder de gewijzigde titel:
• Jon Rubin, “Spinoza, holenmerism and the common notions
2p37-2p39” [academia.edu]
Hiermee
heb ik gewezen op de twee artikelen die ik in omgekeerde volgorde met rode
oortjes heb gelezen.
Komt
nog bij dat de stukken in een vrij informele manier geschreven zijn, alsof hij
op een ontspannen manier met je aan het praten is. En uit alles blijkt (zoals ook uit wat ik hier bijeenbreng) dat hij al geruime tijd thuis is in het spinozisme.
Buitengewoon
boeiend en treffend is zijn beschouwing – zeker ook vanuit de historische en
contemporaine context – maar geheel overtuigend vind ik het niet. Het is niet
genoeg. Ik ben het met Bartuschat eens dat verwijzing naar de eeuwigheid van
adequate ideeën niet genoeg is, maar dat 't gaat om wat datgene wat het inzien/begrijpen
tijdens jouw leven met jou doet – dat je a.h.w. al tijdens je leven deelt in
die eeuwigheid die je doorkrijgt.
_________________
1) Gilles Deleuze – Spinoza: Immortalité Et Éternité.
2 CD Album compiled by Claire Parnet & Richard Pinhas. Gallimard – A 76979, 07 Feb 2001
Stan, wat een prachtige conclusie getrokken in "The Power of Thought and the Power of Individuation, or: how understanding what can a body do explains the eternity of the mind": Adequate ideeen zijn niet van mij, maar al van ons allen. En aangezien de notiones communis altijd adequaat zijn, kan daaruit begrepen worden wat van het individu overblijft nadat het lichaam sterft.
BeantwoordenVerwijderen