dinsdag 10 april 2018

Jon Rubin geeft vanuit ‘t holenmerisme zijn hoogst boeiende uitleg van Spinoza’s “eeuwigheid van de geest” #spinoza


In dit blog wil ik wijzen op enige interessante artikelen van Jon Rubin. En vooral zijn uitleg van Ethica 5/23 [Mens humana non potest cum corpore absolute destrui; sed ejus aliquid remanet, quod aeternum est.]. We hebben via dit blog vele male aandacht voor de moeilijke tweede helft van het Vijfde deel van de Ethica. Jon Rubin geeft daar in enige recente stukken die hij op zijn academia-pagina plaatste zeer interessante benadering waarbij hij Spinoza’s notiones communis toelicht vanuit de aloude lijn van het holenmerisme. Ik ga het niet samenvatten, maar raad echt aan om zijn teksten die ik aan het einde noem te lezen. Het maakte mij nieuwsgierig naar zijn achtergrond en ik doe hier verslag van mijn speurtocht naar hem.
Rubin geeft niet veel informatie over zichzelf op zijn academia-pagina, niet meer dan: “a wondering scholar of no repute.” Ik moest flink speuren, en kwam daarbij wel een en ander over hem te weten.
Uit het boek van Janice Richardson, Law and the Philosophy of Privacy [Routledge, 2015 – books.google], komen we al iets meer te weten:
[1 & 2] Uit de acknowledgements: “I would like to thank my partner Jon Rubin for all his help, support and patience. This is not only for taking away the sad encounter that is refer-encing but also for all our interesting discussions and his thoughts and ideas about the book. Whilst not directly involved in the book, I would also like to acknowledge the joyful encounter that is the Melbourne Spinoza Reading Group: Peter Barden, Justin Clemens, Bryan Cooke, Joseph Hughes, Joeri Mol, Chris van Rompaey, Lara Stevens and Timothy Laurie and, of course, Jon Rubin. I would also like to acknowledge my old friend, Torn Huggon, playing on Skype.” Dit zijn al twee gegevens – en een derde:
[3] treffen we aan in de bibliografie van datzelfde boek: Gilles Deleuze, "Spinoza: Immortality and Eternity". Translated by Jon Rubin. In: Pli 14 Spinoza: Desire and Power, 1-20. Maar zo staat het artikel van Deleuze in Gli niet vermeld - daar staat het als “The three kinds of knowledge”. Hier kunnen we uit afleiden dat voor Gli blijkbaar het gedeelte vertaald is uit de dubbel-CD Gilles Deleuze ‎– Spinoza: Immortalité Et Éternité die Gallimard in 2001 uitbracht1) en waarin de 3e t/m 5e track getiteld zijn: “Le Premier Genre De Connaissance, Le Second Genre De Connaissance, Le Troisième Genre De Connaissance”. Dat is dus vertaald door Jon Rubin en het tweede artikel in die Spinoza-special van Gli [cf. het blog van eergisteren] is eveneens van zijn hand:
Jon Rubin, “Spinoza, Superior Empiricist” [cf. academia.edu]

Hij had blijkbaar bemoeienis met dit tijdschrift Gli, zo is te begrijpen als we in de folder van de in dec. 2017 gehouden conferentie in Melbourne over "Technology, Knowledge, Truth" in zijn ‘bio’ lezen: “Jon Rubin taught the graduate program, 'The Philosophy and Ethics of Mental Health', for eight years in the Medical School of the University of Warwick, before moving to Australia. He now lectures for the MSCP [Melbourne School of Continental Philosophy] most recently on 'Spinoza and Politics'. His research is currently split between Spinoza and Deleuze.” [Cf.]
Aan de Melbourne School of Continental Philosophy gaf hij enige colleges: In de Winter School 2015 Jon Rubin over "Spinoza and Spinozisms" - In de Summer School 2016 Jon Rubin over Art, Wisdom, Madness: "lost in the shadows of man" - In de Evening School Sem 2 2016 Jon Rubin over "Problems and Concepts. Deleuze and ressentiment." - In 't School Semester 1 2017 Jon Rubin (with Assoc Prof Janice Richardson) over "Spinoza and Politics". [Cf.]
Maar op de website van de MSCP komt hij niet voor onder de stafleden (members & affiliates), noch wordt zijn naam vermeld bij de Summer School 2018 die van 15 Jan -  23 Feb, 2018, of bij de Evening School Sem 1 die van Mar - May 2018 worden gehouden.
Daar zijn voornaam Jon een verkorting is van Jonathan (zoals uit enige documenten op zijn academia-pagina blijkt), neem ik aan dat hij van joodse origine is. Hij sprak op die december-conferentie over:
Jon Rubin, “Techniques, technologies & megatechnics: Spinoza & Mumford on obedience & freedom, but mostly obedience.” Abstract
"[E]veryone in fact, is equally able to obey on command. But not everyone is equally able to be wise" TTP chap 13, §16. As Rancière has pointed out there is a tension between the two halves of this kind of statement. The equality of intelligence that obedience presupposes appears to imply that everybody is equally able to be wise. Spinoza's insistence on 'taking men as they are' is a recognition both that there are no natural hierarchies between people (his deeply problematic passages on women in his final chapter on Democracy in the Political Treatise notwithstanding) and that nevertheless the governance of the multititude, given the difficulty and rareness of wisdom and the ever-present danger of the bondage of the passions, is a problem. This de facto not de jure 'elitism' means that the self-governance of the multitude under democracy does not alleviate the problem of governance, it heightens it. Spinoza's attempt to resolve the difficulties of governance rests on an opposition between living according to reason and living under the " 'guidance' [ductus: leadership] of reason" where the same rational and beneficial outcomes can have different causes: wise and free, or passionate and servile. This kind of opposition is notoriously unstable (both practically and conceptually). That though is not the problem I am immediately concerned with. In Spinoza and Politics, Balibar suggests that the guidance of reason is in fact a 'ruse' of reason that genuinely leads not just to material satisfaction but genuine wisdom. I will argue that he is mistaken. Spinoza's writings on the Hebrew State and its techniques of 'disciplined obedience' which result in a population where "no one desired what was denied, but only what was commanded" coupled with his ontological claim that, "if a number of individuals so concur in one action that together they are all the cause of one effect, I consider them all, to that extent, as one singular thing" can be productively read alongside Lewis Mumford's work on megatechnics and the megamachine. Mumford's work spans from the ancient Egyptians to the current 'invisible city' of our online communities. He describes new forms of the megamachine formed by information and communication technologies. His work provides a network that allows us to question the current conjuncture,  through a Spinozist fibre-optic cable.
In de Monthly Lectures van de Existentialist Society zal op 2 okt. 2018 spreken:
Jon Rubin (Melbourne School of Continental Philosophy) over "Freedom, Passion and Politics in Spinoza's Philosophy"
Op zijn academia-pagina vinden we nog enge artikelen over onderwerpen betreffende Spinoza, die ik hier niet zal noemen. Mij gaat het om het volgende stuk, dat blijkbaar de tekst is van een (ooit, ergens) gehouden toespraak.
Jon Rubin, "The Power of Thought and the Power of Individuation, or: how understanding what can a body do explains the eternity of the mind." [cf. academia.edu]
Het stuk is niet gedateerd maar is hoogst waarschijnlijk van eind 2017 of van begin 2018 want hij verwijst erin naar een lezing die hij gaf in Hobart en dat moet geweest zijn de lezing die hij gaf op woensdag 29 november 2017 in 't Stanley Burbury Theatre, Sandy Bay Campus, Hobart, tijdens studiedagen van de Australian Society for Continental Philosophy [cf. PDF van programma]:
Jon Rubin, “The Individuation of Bodies and the Holenmerism of Minds in Spinoza’s Ethics.” Dit stuk werd door hem op zijn academia-pagina geplaatst onder de gewijzigde titel:
Jon Rubin, “Spinoza, holenmerism and the common notions 2p37-2p39” [academia.edu]
Hiermee heb ik gewezen op de twee artikelen die ik in omgekeerde volgorde met rode oortjes heb gelezen.
Komt nog bij dat de stukken in een vrij informele manier geschreven zijn, alsof hij op een ontspannen manier met je aan het praten is. En uit alles blijkt (zoals ook uit wat ik hier bijeenbreng) dat hij al geruime tijd thuis is in het spinozisme.
Buitengewoon boeiend en treffend is zijn beschouwing – zeker ook vanuit de historische en contemporaine context – maar geheel overtuigend vind ik het niet. Het is niet genoeg. Ik ben het met Bartuschat eens dat verwijzing naar de eeuwigheid van adequate ideeën niet genoeg is, maar dat 't gaat om wat datgene wat het inzien/begrijpen tijdens jouw leven met jou doet – dat je a.h.w. al tijdens je leven deelt in die eeuwigheid die je doorkrijgt.
_________________

1) Gilles Deleuze ‎– Spinoza: Immortalité Et Éternité. 2 CD Album compiled by Claire Parnet & Richard Pinhas. Gallimard ‎– A 76979, 07 Feb 2001

 

1 opmerking:

  1. Stan, wat een prachtige conclusie getrokken in "The Power of Thought and the Power of Individuation, or: how understanding what can a body do explains the eternity of the mind": Adequate ideeen zijn niet van mij, maar al van ons allen. En aangezien de notiones communis altijd adequaat zijn, kan daaruit begrepen worden wat van het individu overblijft nadat het lichaam sterft.

    BeantwoordenVerwijderen