Warren Montag |
In
het verlengde van de blogs over Étienne Balibar, wil ik een kort blog wijden
aan Warren Montag en i.h.b. een boek van hem.
“Warren
Montag (born March 21, 1952) is a professor of English and Comparative
Literature at Occidental College in Los Angeles, California. He is known
primarily for his work on twentieth-century French theory, especially Althusser
and his circle, as well as his studies of the philosopher Spinoza.” Aldus de
opening van de en.wikipedia over hem. Zie hier zijn pagina bij
het Occidental College.
Ik
had al eerder blogs over hem: op 28-09-2013 had ik het blog: “Warren Montag over Louis
Althusser (1918 - 1990) en Spinoza” en op 05-02-2017 had ik het blog: "Warren Montag
geïnterviewd over Althusser en Spinoza"
Als
het gaat om de introductie van Balibar in het Angelsaksische, komt steeds Warren
Montag in beeld. Dat vooral ook door het overzicht van de Franse Spinozastudie
dat hij in 1998 bracht in de "Preface" tot Etienne Balibar's Spinoza and Politics [Verso, 1998]. Ik heb nu al zo vaak verwezen
naar dit voorwoord, dat ik erg goed en helder vind, dat ik het voor dit blog apart
als
PDF breng. Ik beveel lezing uiteraard zeer aan.
Warren
Montag & Ted Stolze (Eds.) The new
Spinoza. University of Minnesota Press, 1997 - een anthologie van
vooral Franse teksten over Spinoza - van Gabriel Albiac, Louis Althusser,
Etienne Balibar, Gilles Deleuze, Emilia Giancotti, Luce Irigaray, Pierre
Macherey, Alexandre Matheron, Pierre-François Moreau, Antonio Negri, André
Tosel - vertaald door Ted Stolze. Cf.
books.google cf. het PDF [niet van kopieerbare tekst, maar van jpg-plaatjes]
Naar
aanleiding daarvan had ik op 03-01-2011 een blog over het hoofdstuk in dat boek van Gilles Deleuze, « Spinoza and the Three "Ethics" » .
Vervolgens verscheen:
Vervolgens verscheen:
Warren Montag: Bodies,
Masses, Power: Spinoza and His Contemporaries. (London / New York: Verso,
1999. Pp. xxi, 136.) - books,google
Het wordt als een groundbreaking interpretation of
Spinoza as materialist” getypeerd. En de uitgeversblurb luidt: “This book seeks
to show, against the grain of English language commentary, that Spinoza is
neither a Cartesian nor a liberal but precisely the most thoroughgoing
materialist in the history of philosophy. The work begins by examining
Spinoza’s notion of the materiality of writing, a notion developed through his
examination of scripture. It then postulates the three fundamental principles
of Spinoza’s philosophy: there can be no liberation of the mind without a
liberation of the body, and no liberation of the individual without a
collective liberation, and that the written form of these propositions itself
possesses a corporeal existence, not as the realization or materialization of a
pre-existing mental, spiritual intention, but as a body among other bodies.
Ultimately, the book prompts us to consider Spinoza’s philosophy anew, by
replacing questions like “Who has read it?” and “Of those, how many of us have
understood it?” with “What material effects has it produced, not only on or in
minds, but on bodies as well?” and “To what extent has it moved bodies and what
has it moved them to?”
Nu
stuitte ik op twee uitgebreide en informatieve reviews
[1]
door Michael S. Kochin, “SPINOZA OUR CONTEMPORARY” [in: The
Review of Politics Volume 63, Issue 1, Winter 2001, pp. 203-206 – cf.]. Van dat review is hier het PDF te
vinden; het bespreekt de volgende twee boeken – niet apart, maar door elkaar
heen:
Etienne Balibar: Spinoza
and Politics, trans. Peter Snowdon. (London and New York: Verso, 1998. Pp.
xxiv, 136. $60.00, cloth; $18.00, paper.) en
Warren Montag: Bodies,
Masses, Power: Spinoza and His Contemporaries. (London and New York: Verso,
1999. Pp. xxi, 136. $45.00.)
Ik citeer de slotalinea:
“Montag and Balibar lead the reader to question the future of empire (imperium). Will the American hegemony and the European Union, for example, be organized as modern states, that is to say, as technocratic oligarchies that aspire to monopolize knowledge but in fact monopolize ignorance (Balibar, p. 123)? Or will these empires organize the stateless rule of the people themselves, through the communication and distribution of knowledge? As Balibar realizes, there are still, despite all of the globalizing forces, not one people but many peoples, divided into imagined communities. Can there be a world of empires in which some, but only some peoples are free, and rule over others despotically? Or does domination tend to leak back from the provinces to the metropole? In meditating on Spinoza, our contemporary, we are led inexorably to the most salient questions about the possibilities for politics in the postmodern world order.
—Michael S. Kochin
“Montag and Balibar lead the reader to question the future of empire (imperium). Will the American hegemony and the European Union, for example, be organized as modern states, that is to say, as technocratic oligarchies that aspire to monopolize knowledge but in fact monopolize ignorance (Balibar, p. 123)? Or will these empires organize the stateless rule of the people themselves, through the communication and distribution of knowledge? As Balibar realizes, there are still, despite all of the globalizing forces, not one people but many peoples, divided into imagined communities. Can there be a world of empires in which some, but only some peoples are free, and rule over others despotically? Or does domination tend to leak back from the provinces to the metropole? In meditating on Spinoza, our contemporary, we are led inexorably to the most salient questions about the possibilities for politics in the postmodern world order.
—Michael S. Kochin
[2]
Een ander lang review door William E. Connolly, getiteld “SPINOZA AND US,” in: POLITICAL THEORY, Vol. 29 No. 4, August
2001 583-594 [PDF] behandelt tezamen:
BODIES, MASSES, POWER: SPINOZA AND HIS CONTEMPORARIES
by Warren Montag. New York: Verso, 1999. 136 + xxi pp.
COLLECTIVE IMAGININGS: SPINOZA, PAST AND PRESENT by Moira
Gatens and Genevieve Lloyd. New York: Routledge, 1999. 169 pp.
THE NEW SPINOZA (THEORY OUT OF BOUNDS) edited by
Warren Montag and Ted Stolz. Minnesota: University of Minnesota Press, 1997. 258
+ xvix pp.
Connolly
geeft meer dan een review, eerder een essay waarin hij de genoemde auteurs
kritisch bespreekt, maar er ook Stuart Hampshire en Harry Frankfurt bij haalt.
Ha Stan, dit blog (met al zijn verwijzingen) is voor mij wel een antwoord op mijn vraag of en hoe Spinoza als materialist beschouwd moet worden die ik je 30 januari per mail stelde. Ja dus. Ik heb nog niet al het materiaal gelezen en ga zeker ook nog eens "Althusser and his contemporaries" lezen dat al lang in mijn Althusser afdeling stond.
BeantwoordenVerwijderenIn het kader van de eerdere discussie over de materialiteit van de vrije wil vond ik dit citaat in je oude blog waar je naar verwees:
"De materiële kant van Ideologie
Althusser zag in Spinoza de eerste die een adequate 'theorie van de ideologie' had ontwikkeld; één waarin de fout vermeden werd in ideologie alleen maar of vooral een "vals bewustzijn" te zien. In Spinoza zag hij de mogelijkheid om een aantal valkuilen van de "klassieke ideologiekritiek" te vermijden, n.l. dat het imaginaire geen realiteit of materialiteit zou bezitten."
Dit staat voor mij in contrast met je uitspraak (mail 18/3) "Ik hoopte dat je uit Deleuze's tekst mogelijk beter kon begrijpen hoe bij Spinoza 'vrije wil' illusie is, waar we toch niet onderuit kunnen."
Uit de veelheid aan referenties aan marxisten in je blog zou de conclusie kunnen worden getrokken dat je in het historisch materialisme een voortzetting van het systeem van Spinoza ziet.