dinsdag 15 januari 2019

Henk Keizers ‘Lemma’ van de attribuut-definitie van #Spinoza



In 2012 had Henk Keizer een artikel in Nummer 3 van de 20e jaargang van het British Journal for the History of Philosophy onder de titel: "Spinoza's Definition Of Attribute: An Interpretation."
In mijn blog van 03-06-2012 gaf ik daarvan een uitgebreide samenvatting. Het artikel zelf kan men inmiddels lezen via de website van Karel D’huyvetters; het is ook hier als PDF te downloaden. Naar aanleiding van het toezenden door Henk van zijn samenvatting van de hoofdzaak ervan in de vorm van een ‘Lemma’ dat ik hieronder opneem, heb ik zijn artikel nog eens herlezen en weer eens gezien wat een verdomd goed en overtuigend artikel hij toen schreef.
Het blog van 05-12-2014: “Een nieuwe lezing van de attributen-definitie?” schreef ik n.a.v. een artikel Alex Silverman: “Two Meanings of 'Attribute' in Spinoza,” dat in Archiv für Geschichte der Philosophie zou verschijnen en waarvan de auteur ’t draft op academia.edu bracht. Inmiddels heeft hij dat daar weer verwijderd, maar het artikel dat in 2016 verscheen, is hier als PDF te vinden.
In dat blog stelde ik dat Spinoza in de attribuut-definitie “een verstrengeling maakte van een ontologisch aspect (wat/hoe iets is) en epistemologisch aspect (dat/hoe we iets weten) – een combinatie van beide aspecten in elkaar knutselde om het wat oneerbiedig te zeggen.” En ik beweerde dat Henk Keizer in zijn artikel op die verstrengeling van beide aspecten ['t ontologische en epistemologische] in één definitie wees.
Ik zeg niet dat Henks volgende ‘lemma’ als reactie hierop geschreven is, maar duidelijk wordt wel dat hij het met die typering niet eens is. Nu ik zijn artikel herlas zie ik dat hij die relatie anders formuleerde: “The actual attribute definition implies an ontological definition that fully informs us about the defining characteristics of an attribute.” [p. 496] En in de conclusie verscheen dit aldus: “I have shown that the definition in spite of its epistemological character implies a real ontological definition, which specifies the critical features of an attribute. [497]
Dit alles ter inleiding op het nu volgende “lemma” over

De definitie van attribuut: twee interpretaties



Van de definitie van attribuut zijn twee interpretaties denkbaar. De ene vat de definitie op als een epistemologische definitie, de andere, ondanks de epistemologische vorm, als in feite een ontologische definitie. De verschillende interpretaties hangen samen met de verschillende betekenis die men toekent aan de term ‘constitueren’(constituere). In het eerste geval wordt ‘constitueren’ opgevat als ‘tot stand brengen’, in het tweede geval als ‘vorm geven aan’
 
In de eerste interpretatie is de definitie van attribuut voor 100% een epistemologische definitie. Ze beschrijft het attribuut zoals het wordt gekend. Onder ‘attribuut’ verstaat Spinoza ‘wat het verstand waarneemt (percipit) van een substantie als dat wat haar wezen constitueert’. In de eerste plaats is een attribuut dus iets dat deel uitmaakt van een substantie. Het is iets dat wordt waargenomen van een substantie. Dan zegt Spinoza: dat wat door het verstand van een substantie wordt waargenomen, zijnde een attribuut, constitueert het wezen van de substantie. We moeten ons realiseren dat dit een epistemologische uitspraak is. De hele definitie van attribuut is een epistemologische definitie, die gaat over wat het verstand, waarneemt, kent of concipieert. Het is uit den boze om te zeggen dat een attribuut het wezen van een substantie constitueert (in ontologische zin).  
 
Dus, dat wat door het verstand wordt waargenomen, zijnde een attribuut, constitueert het wezen van een substantie in of voor het verstand. ‘Constitueren’ heeft hier de betekenis van ‘tot stand brengen’. De waarneming van een attribuut brengt het wezen van een substantie tot stand als concept in ons verstand. Eenvoudiger gezegd: een attribuut is dat waardoor we het wezen van een substantie kennen. Tegelijkertijd geeft Spinoza hiermee aan dat we een substantie kennen via een attribuut of als attribuut.
 
Zo bezien geeft Spinoza alleen een epistemologische definitie van attribuut, in tegenstelling tot wat hij doet bij de definities van causa sui en substantie en hierna bij modus. Pas in definitie 6, de definitie van God, geeft hij de ontologische tegenhanger. Daar zegt hij dat een attribuut het wezen van de substantie uitdrukt (exprimit). Dan is het plaatje rond. Dat een attribuut het wezen van een substantie uitdrukt, impliceert dat een verstand het wezen van een substantie kent door het attribuut. Omgekeerd, dat een verstand het wezen van een substantie kent door een attribuut, impliceert dat een attribuut het wezen van een substantie uitdrukt.

 
In de tweede interpretatie gaat men ervan uit dat Spinoza ook hier, net als bij de andere definities, aangeeft wat het attribuut is, ontologisch gezien en epistemologisch gezien. Volgens de definitie is een attribuut, ontologisch gezien, dat wat het wezen van een substantie constitueert. Hierbij moet men ‘constitueren’ begrijpen als ‘vorm geven aan’. (Bennett doet ook ergens die suggestie). Een attribuut is dat wat vormgeeft aan het wezen van de substantie. Zo is het in definitie 4.  In plaats daarvan kan men ook zeggen, zoals in definitie 6: een attribuut geeft uitdrukking aan het wezen van de substantie. Vorm geven aan het wezen van een substantie en uitdrukking geven aan het wezen van een substantie, worden dan beschouwd als synoniem.  

 
Bij deze interpretatie is het wel zo dat het epistemologische element (dat het verstand het zo waarneemt) niets toevoegt. Spinoza zou het epistemologische element dan alleen maar ingebracht hebben omdat hij consequent wil zijn in verhouding tot de andere definities.


Henk Keizer
  




 

 

2 opmerkingen:

  1. Het enthousiasme van Stan voor mijn artikel over attribuutdefinitie was indertijd een stimulans voor mij om door te gaan op het pad van het onderzoeken van de Ethica. In de jaren daarna waren zijn blogs van tijd tot tijd een grote prikkel tot nadenken, wat vaak leidde tot het vinden van nieuwe inzichten en soms tot het schrijven van een artikel. Nu probeer ik de dingen een beetje op een rijtje te zetten. Vandaar dit berichtje aan Stan.

    Ik ben er steeds meer van overtuigd dat Spinoza met zijn inzet 'Onder een attribuut versta ik wat het verstand....' heeft willen aangeven wat een attribuut epistemologisch gezien is. Daar heeft hij zijn redenen voor. De aanleiding voor mijn artikel was destijds het gegeven dat er geen plausibele interpretatie was van de uitspraak 'een attribuut constitueert het wezen van een substantie'. Ik heb er nu een bedacht, naar aanleiding van een suggestie van Bennett (die zelf overigens een idiote interpretatie van de definitie geeft), maar die moet het toch afleggen tegen de 'epistemologische' lezing. Als Spinoza in een definitie zegt dat een attribuut het wezen van een substantie constitueert, waarom zegt hij dan twee definities verder niet dat God bestaat uit oneindige attributen waarvan elk een eeuwig en oneindig wezen (essentie) constitueert? Verder heeft Bennett opgemerkt dat in de Ethica 'het constitueren van het wezen van een substantie' altijd voorkomt in relatie tot een verstand.

    Dit mag tevens worden opgevat als een pleidooi voor het vertalen van 'constituere' door 'constitueren'. Zo heeft Spinoza het immers gezegd.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Henk, dank voor je mooie woorden aan mij en dit blog gericht.
    Nog even over de vertaling van 'constituere' waar het in 1/Def4 helemaal op aankomt.
    Ik ben nog altijd het meest gecharmeerd van hoe De Nagelate Schriften de attribuut-definitie vertaalt:

    “By toeëigening (Attributum) versta ik 't geen, dat het verstant (Intellectus) wegens de zelfstandigheit (Substantia), als haar wezentheit (Essentia) stellende (Constituens), bevat (Concipere).” [Nagelate Schriften]

    Die vertaling is m.i. volkomen in overeenstemming met jouw epistemologiche interpretatie. Hoe dicht leunt dat 'stellende' ook aan tegen 'uitdrukt (exprimit)' in 1/Def6.
    Wat zou het goed zijn als Ethica-vertalers zich meer haddcen laten inspireren door De Nagelate Schriften.

    BeantwoordenVerwijderen