dinsdag 1 januari 2019

#Spinoza misbruikt in pleidooi om op nieuwjaarsdag het ‘Feest van de besnijdenis van Jezus’ weer in te voeren


Beschneidung Christi. Meister des Wiener Schottenaltars, um 1470 - Bild Institut für Realienkunde


Nieuwjaarsdag was eeuwenlang het “feest van de besnijdenis van Jezus". Nu wordt op 1 januari in de kalender van de Romeinse Ritus van de Katholieke Kerk het hoogfeest gevierd van Maria, de Moeder Gods. Bij het 15e eeuwfeest van het Concilie van Efeze (431), waarop het Goddelijk Moederschap van Maria tot dogma werd verklaard, had Paus Pius XI bepaald dat het Mariafeest op 11 oktober gevierd moest worden. Maar n.a.v. de liturgische hervormingen die het Tweede Vaticaans Concilie voorstelde, bepaalde Paus Paulus VI dat het in 1969 in de plaats moest komen van het tot dan gevierde feest van de besnijdenis van Jezus op de achtste dag na zijn geboorte en dat het Mariafeest verhoogd werd tot hoogfeest. 
Tot die datum was dus eeuwenlang het feest gevierd van Jezus besnijdenis en naamgeving, als teken van zijn onderwerping aan de Tora en zijn officiële invoeging in het ‘Uitverkoren Volk’. Als je “besnijdenis van Jezus” of “circumcision of Christ” in Google-afbeeldingen ingeeft, krijg je vele illustraties van de herinnering aan deze gebeurtenis te zien. En op vele plaatsen werd als relikwie de voorhuid van Jezus bewaard, zo b.v. in Antwerpen (cf.)
Ik zou dit alles niet op dit Spinoza-blog hebben opgerakeld, als niet Jan-Heiner Tück een paar dagen terug, op 29 december 2018, in de Neue Zürcher Zeitung een pleidooi deed om het “feest van Jezus’ besnijdenis" weer in te voeren. En dat dan bedoeld als verzet tegen het almaar meer opkomende antisemitisme. En daarbij werd door hem Spinoza op een volkomen averechtse wijze opgevoerd met de passage:

“Spinoza, der selbst aus der Synagoge von Amsterdam ausgestossen wurde, vermerkt im 17. Jahrhundert: «Ich halte dieses Zeichen für so wichtig, dass es meiner festen Überzeugung nach an sich schon genügt, um die gesonderte Existenz der Nation für immer zu behaupten.»

Alsof Spinoza integendeel in het 3e hoofdstuk van de Tractatus Theologico-polticus niet betoogde dat juist door het vasthouden aan het ritueel van die besnijdenis het antisemitisme wordt gevoed.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten