[cf. blog]
Geluk
is waar mensen naar op zoek kunnen gaan, al dan niet onder begeleiding.
Bijvoorbeeld van W.G.M. Schuermans, jurist & historicus, oprichter van de Spinoza Kring Lier, die
volgend jaar in het Elcker-Ik Centrum in Antwerpen vijf cursussen gaat geven
over Spinoza’s weg naar het geluk:
wo
31/01/18 (Godsleer); ma 19/02/18 (Kenleer); wo 28/03/2018 (De hartstochten van de
mens); di 17/04/2018 (Een weg naar vrijheid); di 22/05/2018 (Staatsleer).
[Maarten
van Buuren heeft daar eerder met een lezing over “Spinoza’s weg naar de
vrijheid” de weg geplaveid, of…]
Aanvulling: professor Maarten van Buuren zal voor de Spinoza Kring Soest in 2018 op de zaterdagen: 31/3 - 14/4 - 28/4 - 26/5 -9/6. Tijd: 14.00 tot 16.00 uur "Spinoza’s Ethica in een nieuw licht" zetten.
Aanvulling: professor Maarten van Buuren zal voor de Spinoza Kring Soest in 2018 op de zaterdagen: 31/3 - 14/4 - 28/4 - 26/5 -9/6. Tijd: 14.00 tot 16.00 uur "Spinoza’s Ethica in een nieuw licht" zetten.
In my opinion, Spinoza struggles a little in E5P33S trying to explain how beatitude, which is eternal and therefore unchanging, can "arise" or in some way consist in a "transition to greater perfection":
BeantwoordenVerwijderenAlthough this love toward God has had no beginning (preceding Pr.),
it yet has all the perfections of love just as if it had originated in the manner we
supposed in the Corollary to the preceding Proposition. There is no difference,
except that the mind has possessed from eternity those perfections which we then
supposed to be accruing to it, accompanied by the idea of God as eternal cause.
If pleasure consists in the transition to a state of greater perfection, blessedness
must surely consist in this, that the mind is endowed with perfection itself.
Beatitude in itself is eternal and cannot arise or grow, but emendation of the temporal imagination through reason to make it agree with beatitude can arise and grow. That is, having the idea of God is not a transition, but "the mind [bringing] it about that all the affections of the body, i.e. images of things, become related to the idea of God" (E5P14) is a transition.
Sorry, I forgot to change "blessedness" to "beatitude" in the quotation.
VerwijderenAlso, I have a question. Is there something by Maarten van Buuren on Spinoza that is available in English?
BeantwoordenVerwijderen@ Gary Sugar @ 17:49
BeantwoordenVerwijderenIt is not known to me that some text by Maarten van Buuren about Spinoza has been translated into English.
@ Gary Sugar @ 17:32 + 17:38
BeantwoordenVerwijderenBeatitudo bespreekt Spinoza steeds m.b.t. de mens, de menselijke geest (in 5/33s; 2/49s en 4/Caput4). Als hij het op God zou hebben laten slaan zou hij er naar mijn mening bij hebben geschreven "liceat hoc adhuc vocabulo uti" (if I may still be permitted tu use this term), zoals hij doet bij het laten slaan van Laetitia op God in 5/36s. Kortom, je kunt m.i. niet zeggen dat Spinoza's God Happy is.
I think I should say, I avoid arguing about what Spinoza meant. What's important to me is what follows from reason. God enjoys absolutely infinite and necessary existence. I call that beatitude. But it's just a word. I won't argue if you call it something else.
VerwijderenHet gaat er niet om hoe wij iets noemen (wat door een ander ook anders kan worden benoemd). Het gaat m.i. om wat Spinoza schrijft en leert.
BeantwoordenVerwijderenIn VP35d heeft Spinoza gaudere zomaar gebruikt, maar daar niet (noch ergens anders) gedefinieerd. Dat gaudere komt zomaar uit de lucht vallen (als een brute fact):
Dei natura GAUDET infinita perfectione idque (per propositionem 3 partis II) concomitante idea sui;
[Curley: the nature of God ENJOYS infinite perfection, accommanied (by IIP3) by the idea of himself]
Gary Sugar: God enjoys absolutely infinite and necessary existence
Ja God is absolutely infinite (by ID6) and has a necessary existence (by I/11).
Inderdaad, de toevoeging "enjoys" is ontleend aan Spinoza, maar die heeft het niet onderbouwd, dus niet bewezen.
I will define enjoying a thing as having and loving it. You can use two different words for my intuitive love of God and God's love of himself if you prefer, but they are the same thing. "God loves mankind insofar as he loves himself, and therefore God's love of mankind and the mind's intellectual love of God are the same thing" (E5P36C).
VerwijderenNou Stan, moet je een woord bewijzen?
BeantwoordenVerwijderenAls ik het me niet vergis, staat ergens dat God geen affecten heeft. Zo moet 'gaudet' dus niet begrepen worden. Meer in de zin van: iemand geniet een goede gezondheid. Dan wil je ook niet zeggen dat iemand geniet.
Spinoza says "God is without passive emotions [i.e. passions]" (E5P17), and from that he infers "God does not love or hate anyone". But five pages later he says, "God, insofar as he loves himself, loves mankind" (E5P36C). This only looks like a contradiction because he doesn't clearly say that God's love is not a passion but an absolutely active love. Our love of God isn't a passion either. It too is absolutely active, and as Spinoza says several times, it is eternal, unchanging, and the same thing as God's love of himself.
VerwijderenJuist, Henk, "Dan wil je ook niet zeggen dat iemand geniet." Dan koppel je daar dus niet gelukzaligheid (beatitudo) aan. Dáár ging het me om - kijk naar het geheel dat gebaseerd is op 't feit dat God geen affecten heeft (en dus niet happy of unhappy is).
BeantwoordenVerwijderen