zondag 3 december 2017

Feofan [Theophan] Prokopovitsj (1681-1736) bestreed Spinoza



Russisch theoloog en politicus, reisde op jonge leeftijd door West-Europa, werd in 1721 aartsbisschop van Novgorod. Prokopovich hielp Peter de Grote met zijn kerkelijke hervormingswerk en werd zelf hoofd van de nieuwe heilige synode. Als theoloog werd hij beïnvloed door de protestanten; schreef een reeks literaire geschriften en een historisch werk over Peter de Grote. [Cf.]
 
Hoewel haast onvoorstelbaar, maar de uitvoerige en gedegen Jonathan Israel heeft dat van diens Spinozabestrijding niet. Ik neem hier over wat hij wel heeft in hoofdstuk 12 van Verlichting onder vuur, dat vooral handelt over tsaar Peter de Grote en getiteld is: ‘Verlicht despotisme’: autocratie, geloof en verlichting in Oost- en Zuidoost-Europa (1689-1755). Daarna voeg ik er uit andere literatuur e.e.a. aan toe. Het volgende begint op p. 368:

De Oekraïense bisschop Feofan Prokopovitsj (1681-1736) was de voornaamste adviseur van Peter de Grote op het gebied van kerkelijke zaken, cultuur en propaganda. Tsaar Peter bracht de invloed van de (orthodoxe) kerk flink terug, schafte het patriarchaat en het patriarchale gerechtshof af, ontnam haar het beheer van kerkelijke landgoederen, waarvan hij de inkomsten naar de staatskas deed vloeien, richtte in 1721 een nieuwe permanente heilige synode op die de zaken van de kerk regelde en de hogere geestelijkheid benoemde en bracht deze binnen zijn invloedsfeer (o.a. door Feofan Prokopovitsj aan het hoofd ervan te plaatsen – wat Israel niet vermeldt, noch Prokopovitsj in feite de geestelijke vader van de nieuwe kerkelijke organisatie was – cf.). Hij hervormde en verkleinde de kloosters zo drastisch dat het aantal kloosterlingen in ca 15 jaar tijd halveerde. Prokopovitsj rechtvaardigde die kloosterhervormingen door erop te wijzen dat de Griekse christelijke keizers (wier opvolger Peter pretendeerde te zijn) te gemakkelijk hadden toegestaan dat monniken vanuit hun afgelegen verblijfplaatsen naar de steden kwamen. Zij werden nietsnutten die onvoldoende zelfvoorzienend waren en klapliepen op de goedgeefsheid van het volk. Door meer arbeidzaamheid en scholing kregen de kloosters meer sociale taken te vervullen.
De vrijzinnig orthodoxe geestelijke Prokopovitsj was volgens sommigen ”na Peter zelf de belangrijkste figuur van de vroegmoderne Russische geschiedenis.” Hij was afgestudeerd aan de Latijnse Academie in Kiev, maar studeerde ook aan jezuïtische colleges in Polen en aan het Griekse college St. Athanasius in Rome. Nadat hij in Kiev teruggekeerd was, ging hij daar filosofie en wiskunde doceren, om er tenslotte rector te worden. In 1716 haalde de tsaar hem vervolgens naar St.Petersburg om hofpredikant te worden. Dit laatste ging hem bijzonder goed af en na eerst tot bisschop van Pskov te zijn aangesteld, werd hij in december 1720 tot aartsbisschop gepromoveerd. [En in 1721 dus hoofd van de nieuwe heilige synode]. Prokopovitsj was een vurig voorvechter van het absolutisme en spoorde met zijn gemoderniseerde versie van het ‘droit divin’ en de autocratie tot gehoorzaamheid aan, waarbij hij een bijzondere nadruk legde op de gevaren van kerkelijke ongehoorzaamheid en voortdurend wees op fouten die onder het bewind van keizer Justinianus gemaakt waren en de nu vermeden moesten worden.
Het optreden van Prokopovitsj verraadt de groeiende spanning tussen de Russische traditie enerzijds en geleerdheid en de wetenschappen anderzijds. Prokopovitsj wiens buitenlandse geleerdheid vooral Italiaans en Duits georiënteerd was, had enkel minachting voor de aloude opvatting van veel Russische geestelijken dat de wetenschap, met name van buitenlandse snit tot ketterij aanzet en daarom met achterdocht benaderd moest worden.
Prokopovitsj’ bibliotheek van ongeveer 3000 boeken werd beschouwd als de beste privébibliotheek van Rusland. Hij was een typische vertegenwoordiger van de gematigde hoofdstroom en was ervan overtuigd dat het bevorderen van de wetenschappen en de oorlog tegen het ‘bijgeloof’ net zo belangrijk waren als de strijd tegen de vrijdenkerij en het atheïsme. Israel eindigt die paragraaf waarvan ik enige alinea’s oversla met: “Van directer belang voor zijn geloofsbrieven als toonaangevend Europese voorstander van de gematigde verlichting van de hoofdstroom is dat hij Descartes, Pufendorf, Leibniz en Wolff niet alleen had gelezen, maar ze goed genoegd kende om onderwijs over hen te geven.”
Tot zover Israel, bij wie je niet het volgende vindt:
“De filosofisch geschoolde theoloog Feofan Prokopovitsj keerde zich in een traktaat tegen de compromisloze Spinoza. Prokopovitsj, die als architect en ideoloog van Peters moderne autocratische staat wordt beschouwd, propageerde een sterke tsaar, uittorenend boven landsregering en kerk.
Deze geestelijke, Feofan Prokopovitsj (1681-1736), bestreed Spinoza maar verklaarde zich tegelijkertijd een 'vijand van bijgeloof en voorvechter van nieuwe wetenschap'. Prokopovitsj probeerde de bijbel 'met de eisen van rede en natuur te verzoenen'.“  
Dit schreef Jozien J. Driessen van het Reve in haar recensie van Robert Collis, The Petrine instauration. Religion, esotericism and science at the court of Peter the Great, 1689-1725. [Leiden, Brill 2012. 583 p. Prijs: € 184] In: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 36 (2013 [DBNL]

Dat juist zij gevraagd kon worden voor deze recensie was duidelijk vanwege haar proefschrift uit 2006 dat meteen ook bij Uitgeverij Verloren uitkwam:
Jozien Jannetta Driessen-Van het Reve, De Kunstkamera van Peter de Grote: de Hollandse inbreng, gereconstrueerd uit brieven van Albert Seba en Johann Daniel Schumacher uit de jaren 1711-1752. Uitgeverij Verloren, 2006. Op p. 39-40 lezen we:
De Europese discussie over natuurwetten die geen godswonderen toelieten, drong ook in Rusland door, zij het dat deze niet openlijk kon worden gevoerd. De filosofisch geschoolde theoloog Feofan Prokopovitsj keerde zich in een traktaat tegen de compromisloze Spinoza. Prokopovitsj, die als architect en ideoloog van Peters moderne autocratische staat wordt beschouwd, propageerde een sterke tsaar, uittorenend boven landsregering en kerk. Peter had hem speciaal met dat doel in 1716 uit Kiev gehaald, waar hij les gaf aan de theologische academie (1711-1716). Hij was een bijzondere leraar omdat hij fragmenten van Hugo de Groot, Pufendorf, Locke en Hobbes met zijn studenten behandelde. Prokopovitsj bestreed Spinoza maar verklaarde zich tegelijkertijd een ‘vijand van bijgeloof en voorvechter van de nieuwe wetenschap’. Het genoemde traktaat, waarin Prokopovitsj een poging waagde de bijbel ‘met de eisen van rede en natuur te verzoenen’, kon echter pas lang na zijn dood worden gepubliceerd.42 .  [PDF ook op academia.edu]

42 James Cracraft, ‘Feofan Prokopovich’, in: The eighteenth century in Russia, 75-105, 89, verwijst naar: F. Prokopovitsj, Rassoezjdenië o bezbozjii [Verhandeling over ongodisme] (...). Moskou 1774, speciaal naar de pagina’s 15-18 tegen Spinoza

Meer over Prokopovitsj op Wikipedia Russische filosofie, Theophan Prokopovich op en.wikipedia (vandaar ook ‘t portret) en bij Willy Schuermans op Spinoza in Lier.
Wel aardig is nog het volgende uit
Catherine Merridale, Het kremlin: een politieke en culturele geschiedenis. Nieuw Amsterdam, 2014 – books.google, waarin op p. 211 te lezen is hoe "de toenmalige hofideoloog, Feofan Prokopovitsj, de noodzakelijke wetshervorming ontwierp n.l. dat iedere tsaar voortaan het recht had om zijn eigen opvolger te benoemen, toen Peter de Grote in zijn laatste levensjaren geen directe opvolger had. Hij had zijn oudste zoon Aleksej onterfd en laten doodmartelen en zijn favoriete jongste zoon Peter Petrovitsj was op jonge leeftijd overleden. Hij wees toen de uit Litouwen afkomstige Catharina als zijn opvolger aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten