Russisch theoloog en politicus, reisde op jonge leeftijd door West-Europa, werd in 1721 aartsbisschop van Novgorod. Prokopovich hielp Peter de Grote met zijn kerkelijke hervormingswerk en werd zelf hoofd van de nieuwe heilige synode. Als theoloog werd hij beïnvloed door de protestanten; schreef een reeks literaire geschriften en een historisch werk over Peter de Grote. [Cf.]
Hoewel
haast onvoorstelbaar, maar de uitvoerige en gedegen Jonathan Israel heeft dat
van diens Spinozabestrijding niet. Ik neem hier over wat hij wel heeft in hoofdstuk
12 van Verlichting onder vuur, dat
vooral handelt over tsaar Peter de Grote en getiteld is: ‘Verlicht despotisme’:
autocratie, geloof en verlichting in Oost- en Zuidoost-Europa (1689-1755). Daarna
voeg ik er uit andere literatuur e.e.a. aan toe. Het volgende begint op p. 368:
De
Oekraïense bisschop Feofan Prokopovitsj (1681-1736) was de voornaamste adviseur
van Peter de Grote op het gebied van kerkelijke zaken, cultuur en propaganda. Tsaar
Peter bracht de invloed van de (orthodoxe) kerk flink terug, schafte het patriarchaat
en het patriarchale gerechtshof af, ontnam haar het beheer van kerkelijke
landgoederen, waarvan hij de inkomsten naar de staatskas deed vloeien, richtte in
1721 een nieuwe permanente heilige synode op die de zaken van de kerk regelde
en de hogere geestelijkheid benoemde en bracht deze binnen zijn invloedsfeer
(o.a. door Feofan Prokopovitsj aan het hoofd ervan te plaatsen – wat Israel
niet vermeldt, noch Prokopovitsj in feite de geestelijke vader van de
nieuwe kerkelijke organisatie was – cf.). Hij hervormde en verkleinde de
kloosters zo drastisch dat het aantal kloosterlingen in ca 15 jaar tijd
halveerde. Prokopovitsj rechtvaardigde die kloosterhervormingen door erop te
wijzen dat de Griekse christelijke keizers (wier opvolger Peter pretendeerde te
zijn) te gemakkelijk hadden toegestaan dat monniken vanuit hun afgelegen verblijfplaatsen
naar de steden kwamen. Zij werden nietsnutten die onvoldoende zelfvoorzienend
waren en klapliepen op de goedgeefsheid van het volk. Door meer arbeidzaamheid
en scholing kregen de kloosters meer sociale taken te vervullen.
De
vrijzinnig orthodoxe geestelijke Prokopovitsj was volgens sommigen ”na Peter
zelf de belangrijkste figuur van de vroegmoderne Russische geschiedenis.” Hij
was afgestudeerd aan de Latijnse Academie in Kiev, maar studeerde ook aan
jezuïtische colleges in Polen en aan het Griekse college St. Athanasius in
Rome. Nadat hij in Kiev teruggekeerd was, ging hij daar filosofie en wiskunde
doceren, om er tenslotte rector te worden. In 1716 haalde de tsaar hem
vervolgens naar St.Petersburg om hofpredikant te worden. Dit laatste ging hem
bijzonder goed af en na eerst tot bisschop van Pskov te zijn aangesteld, werd
hij in december 1720 tot aartsbisschop gepromoveerd. [En in 1721 dus hoofd van de
nieuwe heilige synode]. Prokopovitsj was een vurig voorvechter van het
absolutisme en spoorde met zijn gemoderniseerde versie van het ‘droit divin’ en
de autocratie tot gehoorzaamheid aan, waarbij hij een bijzondere nadruk legde
op de gevaren van kerkelijke ongehoorzaamheid en voortdurend wees op fouten die
onder het bewind van keizer Justinianus gemaakt waren en de nu vermeden moesten
worden.
Het
optreden van Prokopovitsj verraadt de groeiende spanning tussen de Russische
traditie enerzijds en geleerdheid en de wetenschappen anderzijds. Prokopovitsj
wiens buitenlandse geleerdheid vooral Italiaans en Duits georiënteerd was, had
enkel minachting voor de aloude opvatting van veel Russische geestelijken dat
de wetenschap, met name van buitenlandse snit tot ketterij aanzet en daarom met
achterdocht benaderd moest worden.
Prokopovitsj’
bibliotheek van ongeveer 3000 boeken werd beschouwd als de beste
privébibliotheek van Rusland. Hij was een typische vertegenwoordiger van de
gematigde hoofdstroom en was ervan overtuigd dat het bevorderen van de
wetenschappen en de oorlog tegen het ‘bijgeloof’ net zo belangrijk waren als de
strijd tegen de vrijdenkerij en het atheïsme. Israel eindigt die paragraaf
waarvan ik enige alinea’s oversla met: “Van directer belang voor zijn
geloofsbrieven als toonaangevend Europese voorstander van de gematigde
verlichting van de hoofdstroom is dat hij Descartes, Pufendorf, Leibniz en
Wolff niet alleen had gelezen, maar ze goed genoegd kende om onderwijs over hen
te geven.”
Tot
zover Israel, bij wie je niet het volgende vindt:
“De
filosofisch geschoolde theoloog Feofan Prokopovitsj keerde zich in een traktaat
tegen de compromisloze Spinoza. Prokopovitsj, die als architect en ideoloog van
Peters moderne autocratische staat wordt beschouwd, propageerde een sterke
tsaar, uittorenend boven landsregering en kerk.
Deze
geestelijke, Feofan Prokopovitsj (1681-1736), bestreed Spinoza maar verklaarde
zich tegelijkertijd een 'vijand van bijgeloof en voorvechter van nieuwe
wetenschap'. Prokopovitsj probeerde de bijbel 'met de eisen van rede en natuur
te verzoenen'.“
Dit schreef Jozien J. Driessen van het
Reve in haar recensie van Robert Collis, The
Petrine instauration. Religion, esotericism and science at the court of Peter
the Great, 1689-1725. [Leiden, Brill 2012. 583 p. Prijs: € 184] In: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo
Weyerman. Jaargang 36 (2013 [DBNL]
Dat juist zij gevraagd kon worden voor
deze recensie was duidelijk vanwege haar proefschrift uit 2006 dat meteen ook
bij Uitgeverij Verloren uitkwam:
Jozien Jannetta Driessen-Van het Reve, De Kunstkamera van Peter de Grote: de Hollandse inbreng, gereconstrueerd uit brieven van Albert Seba en Johann Daniel Schumacher uit de jaren 1711-1752. Uitgeverij Verloren, 2006. Op p. 39-40 lezen we:
De
Europese discussie over natuurwetten die geen godswonderen toelieten, drong ook
in Rusland door, zij het dat deze niet openlijk kon worden gevoerd. De
filosofisch geschoolde theoloog Feofan Prokopovitsj keerde zich in een traktaat
tegen de compromisloze Spinoza. Prokopovitsj, die als architect en ideoloog van
Peters moderne autocratische staat wordt beschouwd, propageerde een sterke tsaar,
uittorenend boven landsregering en kerk. Peter had hem speciaal met dat doel in
1716 uit Kiev gehaald, waar hij les gaf aan de theologische academie (1711-1716).
Hij was een bijzondere leraar omdat hij fragmenten van Hugo de Groot,
Pufendorf, Locke en Hobbes met zijn studenten behandelde. Prokopovitsj bestreed
Spinoza maar verklaarde zich tegelijkertijd een ‘vijand van bijgeloof en
voorvechter van de nieuwe wetenschap’. Het genoemde traktaat, waarin Prokopovitsj
een poging waagde de bijbel ‘met de eisen van rede en natuur te verzoenen’, kon
echter pas lang na zijn dood worden gepubliceerd.42 . [PDF ook op academia.edu]Jozien Jannetta Driessen-Van het Reve, De Kunstkamera van Peter de Grote: de Hollandse inbreng, gereconstrueerd uit brieven van Albert Seba en Johann Daniel Schumacher uit de jaren 1711-1752. Uitgeverij Verloren, 2006. Op p. 39-40 lezen we:
42 James
Cracraft, ‘Feofan Prokopovich’, in: The eighteenth century in Russia, 75-105,
89, verwijst naar: F. Prokopovitsj, Rassoezjdenië
o bezbozjii [Verhandeling over ongodisme] (...). Moskou 1774, speciaal naar
de pagina’s 15-18 tegen Spinoza
Meer over Prokopovitsj op Wikipedia Russische filosofie, Theophan Prokopovich op en.wikipedia (vandaar ook ‘t portret) en bij Willy
Schuermans op Spinoza in Lier.
Wel aardig is nog het volgende uit
Catherine Merridale, Het
kremlin: een politieke en culturele geschiedenis. Nieuw Amsterdam, 2014 – books.google, waarin op p. 211
te lezen is hoe "de toenmalige hofideoloog, Feofan Prokopovitsj, de noodzakelijke
wetshervorming ontwierp n.l. dat iedere tsaar voortaan het recht had om zijn
eigen opvolger te benoemen, toen Peter de Grote in zijn laatste levensjaren
geen directe opvolger had. Hij had zijn oudste zoon Aleksej onterfd en laten
doodmartelen en zijn favoriete jongste zoon Peter Petrovitsj was op jonge
leeftijd overleden. Hij wees toen de uit Litouwen afkomstige Catharina als zijn
opvolger aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten