Behoorlijk
enthousiast ben ik over een hoofdstuk in het boek waarop ik al wees in het blog van 25 oktober 2017, “Filip Buyse: “Spinoza and the Agreement between
Bodies in the Universe.” Maar je kunt niet alles tegelijk lezen – ik las dat
hoofdstuk pas gisteren en kwam allerlei thema’s tegen die wij op dit blog vaak
bediscussieerd hebben. Maar helemaal overtuigd van Monaco’s analyse ben ik nog
niet.
Het
gaat om het op internet gepubliceerde boek
Gábor Boros, Judit Szalai and Olivér István Tóth (eds), The Concept of Affectivity in Early Modern
Philosophy, Budapest, 2017 [Open access PDF cf. books.google]
En het gaat me hier om het zeer informatieve en boeiende
hoofdstuk daarin van
Davide
Monaco: “A New Account of the Objective-Formal Distinction in Spinoza’s
Parallelism Theory,” p. 89 - 103
Davide
Monaco [cf. zijn pagina bij de Universiteit van Aberdeen] is bezig aan en
promotieonderzoek bij Beth Lord. In het boek wordt hij aldus voorgesteld:
En
de inleiding schrijft over zijn hoofdstuk: Davide Monaco provides a new
interpretation of the formal-objective distinction in Spinoza. By tracing back
the history of the distinction to the Timaeus via Descartes and Suarez, he
argues that Spinoza in his mature works does not simply accept the Scholastic
or Cartesian version of the distinction. He argues that Spinoza’s parallelism
doctrine implies the replacement of the objective being of ideas with the
formal being of ideas, thus turning the formal-objective distinction into a
formal-formal distinction.
Dat
klinkt interessant. Ik verwijs direct naar dat hoofdstuk dat hij ook op zijn academia.edu
heeft geplaatst.
Ik
citeer hier deze passage in voetnoot 2 over het voorkomen bij Spinoza van de
relevante termen:
Esse formale is the most frequent term with eight occurrences (EIIP5,
EIIP5D, EIIP6C, EIIP7S, EIIP15, EIIP15D), while formaliter has just one occurrence in EIIP7C. Formalis essentia has three occurrences (EIP17S, EIIP8, EIIP40S2). Objective has three occurrences (EIP17S,
EIP30D, EIIP7C), while esse objectivum
has only two occurrences (EIIP8C, EIIP48S), one of which is from the Nagelate Schriften (NS).
Lees
hoe volgens de auteur Spinoza “takes a rather original approach to this
philosophical [objective-formal] distinction; die bij hem een nieuwe variant
krijgt, n.l.: “one in which the notion of
the objective being of ideas is replaced by that of the formal being of ideas.”
Gods idee heeft een nieuwe, eigen ontologische status (vergeleken met die bij
Descartes en Suarez). Komaan, laat u verrassen. [PDF boek, PDF hoofdstuk]
Ik
vraag me af of Davide Monaco wel de functie gezien heeft die objectieve ideeën
in de Ethica hebben. Inderdaad, ’t zijn geen ‘inprentingen’ meer van dingen in
de geest, zoals Spinoza in de KV nog met Suarez en Descartes meeging. Dat
verlaat hij in de Ethica volledig ten faveure van de causale en conceptuele
kloof tussen de attributen en het parallellisme. Spinoza laat de objectieve
ideeën direct voortkomen uit God, tegelijk met het goddelijk verstand, zoals
Monaco beschrijft. Maar dat aldus daarmee die causale en conceptuele kloof
wordt overbrugd en ideeën “ideeën van” worden, dat kom je bij hem niet tegen.
Bij hem blijft zo enigszins in de mist waarom Spinoza nog over objectivè blijft
spreken, zodat de volkomen eigen draai die Spinoza aan dát concept geeft
onduidelijk blijft. Toch is het een aanrader – je komt er veel door te weten
van Spinoza’s context en zijn positie daarin
Geen opmerkingen:
Een reactie posten