Vandaag
verwacht ik de Ethica-vertaling van
Maarten van Buuren te ontvangen, waarvan ik in het blog van 26 januari 2018 aangaf dat ik mij door de vijf
sterren die het – zonder motivatie of bespreking – van de NRC kreeg, heb laten
verleiden om het aan te schaffen. Maar voor ik eraan begin, wil ik eerst mijn
hernieuwde bespreking van zijn boek Spinoza
– Vijf wegen naar de vrijheid die ik op 16 januari 2018 begon, afronden. Ik
begon in dat blog met het aangeven van positief te waarderen kanten van het
boek, zoals ik die ook in mijn eerdere besprekingsronde had gedaan. Daarna gaf
ik mijn commentaar – telkens een apart blog per kritiekpunt. Hier volsta ik nu
tenslotte met een puntsgewijs samenvattend overzicht van de dingen die Van
Buuren volgens mij mis heeft in zijn weergave van Spinoza.
De
ernstige weeffout, ja een grote miskleun wat betreft visie op Spinoza, is dat
hij niet, zoals hij beweert te doen (door analyse van sleuteltermen) Spinoza als het ware uit zijn eigen teksten uitlegt, maar vanuit de Stoa. Zijn
boek zou een volkomen “nieuwe visie op Nederlands bekendste filosoof” zijn,
maar brengt zijn idiosyncratische visie, waar op zich niets mis mee hoeft te
zijn, maar hij geeft er op veel plaatsen blijk van Spinoza niet of duidelijk aantoonbaar
foutief begrepen te hebben.
Hier
die samenvatting:
1.
Denken toch
afgeleid van uitgebreidheid
bij Spinoza zou volgens Van Buuren denken afgeleid zijn van de uitgebreidheid.
Van Buuren deelt appetitus toe aan uitgebreidheid (’t lichaam) en cupiditas aan het denken. Dat “de eigenschap ‘denken' is als weerspiegeling van de eigenschap 'uitgebreidheid', een van deze uitgebreidheid afgeleide en aan deze uitgebreidheid dienstbare eigenschap," is volkomen door Van Buuren bedacht. Hij gaat daarin geheel in tegen Spinoza die niet nalaat te benadrukken dat het denken juist niet een van de uitgebreidheid afgeleide eigenschap is, maar een eigenstandig te begrijpen attribuut betreft. [zie méér in het blog van 18 januari 2018]
bij Spinoza zou volgens Van Buuren denken afgeleid zijn van de uitgebreidheid.
Van Buuren deelt appetitus toe aan uitgebreidheid (’t lichaam) en cupiditas aan het denken. Dat “de eigenschap ‘denken' is als weerspiegeling van de eigenschap 'uitgebreidheid', een van deze uitgebreidheid afgeleide en aan deze uitgebreidheid dienstbare eigenschap," is volkomen door Van Buuren bedacht. Hij gaat daarin geheel in tegen Spinoza die niet nalaat te benadrukken dat het denken juist niet een van de uitgebreidheid afgeleide eigenschap is, maar een eigenstandig te begrijpen attribuut betreft. [zie méér in het blog van 18 januari 2018]
2.
Verkeerde schets
van Spinoza’s stelsel
Deel 1 van de Ethica komt nauwelijks aan bod, maar hier en daar komt hij wel met een opmerking eruit. Een duidelijke, samenhangende bespreking van substantie, attributen en modi krijgen we niet. Niet in het boek, maar in een video van een door hem gegeven lezing, geeft een dia te zien: Natura naturans (Denken), Natura naturata (Uitgereidheid). Dit is nogal ver verwijderd van Spinoza [Cf. blog van 17 juni 2017].
Deel 1 van de Ethica komt nauwelijks aan bod, maar hier en daar komt hij wel met een opmerking eruit. Een duidelijke, samenhangende bespreking van substantie, attributen en modi krijgen we niet. Niet in het boek, maar in een video van een door hem gegeven lezing, geeft een dia te zien: Natura naturans (Denken), Natura naturata (Uitgereidheid). Dit is nogal ver verwijderd van Spinoza [Cf. blog van 17 juni 2017].
3.
God conatus
Hij laat de conatus samenvallen met de substantie; kortom substantie IS bij hem conatus. God zou de Logos Spermatikos van de Stoa zijn: de Kiemkracht van alle groei en ontwikkelingsprocessen (op macro- én op microniveau) die geleid worden door logoi, de natuurwetten die niet alleen de energie leveren, maar ook de bouwplannen die dankzij deze energie worden ‘uitgeplooid’ in alle levende wezens, wier conatus een combinatie is van energie en bouwplan. (p. 33-34). Deze ‘leeswijze’ pakt hij door het hele boek consequent door. Voortdurend lees je over de conatus als over ‘kiemkracht’ (iets met een bouwplan met bijbehorende energie).
“Conatus is de oorzaak van alles wat leeft” [p. 86]. [zie méér in het blog van 5 april 2016; blog van 6 april 2016; en de reactie van Henk Keizer op het blog van 18 januari 2018]
Hij laat de conatus samenvallen met de substantie; kortom substantie IS bij hem conatus. God zou de Logos Spermatikos van de Stoa zijn: de Kiemkracht van alle groei en ontwikkelingsprocessen (op macro- én op microniveau) die geleid worden door logoi, de natuurwetten die niet alleen de energie leveren, maar ook de bouwplannen die dankzij deze energie worden ‘uitgeplooid’ in alle levende wezens, wier conatus een combinatie is van energie en bouwplan. (p. 33-34). Deze ‘leeswijze’ pakt hij door het hele boek consequent door. Voortdurend lees je over de conatus als over ‘kiemkracht’ (iets met een bouwplan met bijbehorende energie).
“Conatus is de oorzaak van alles wat leeft” [p. 86]. [zie méér in het blog van 5 april 2016; blog van 6 april 2016; en de reactie van Henk Keizer op het blog van 18 januari 2018]
4.
Spinoza zou
ons een ‘oordeelsvermogen’ toekennen dat ons ‘vrijheid’ geeft
MAAR DAT DOET SPINOZA JUIST NIET – HIJ ONTKENT HET! Hier heeft Van Buuren Spinoza in 2/48s en 2/49s niet begrepen. Dit zie ik als een van de grootste fouten van Van Buuren. [uitgebreid hierover in het blog van 5 april 2016, blog van 07 april 2016; en blog van 18 januari 2018]
MAAR DAT DOET SPINOZA JUIST NIET – HIJ ONTKENT HET! Hier heeft Van Buuren Spinoza in 2/48s en 2/49s niet begrepen. Dit zie ik als een van de grootste fouten van Van Buuren. [uitgebreid hierover in het blog van 5 april 2016, blog van 07 april 2016; en blog van 18 januari 2018]
5.
Toch vrije wil.
Ondanks Spinoza’s veelvuldige ontkenning en uitvoerige bewijsvoering van het niet bestaan van een vrije wil, herkent Van Buuren bij Spinoza toch een vrije wil. [Zie meer hierover in het blog van 18 januari 2018]
Ondanks Spinoza’s veelvuldige ontkenning en uitvoerige bewijsvoering van het niet bestaan van een vrije wil, herkent Van Buuren bij Spinoza toch een vrije wil. [Zie meer hierover in het blog van 18 januari 2018]
6.
Wij vergroten
zelf onze macht
Volgens Maarten van Buuren komt bij Spinoza vergroting van onze macht voort uit onszelf. [meer hierover in het blog van 19 januari 2018 en het blog van 6 april 2016]
Volgens Maarten van Buuren komt bij Spinoza vergroting van onze macht voort uit onszelf. [meer hierover in het blog van 19 januari 2018 en het blog van 6 april 2016]
7.
Vreemd
parallellisme
Maarten van Buuren behandelt niet het parallellisme zoals Spinoza dat schetst in deel 2 van de Ethica. Daarvoor in de plaats komt hij met een eigenzinnig parallellisme van geheel eigen makelij. Kortom hij begrijpt Spinoza op dit punt niet. [meer hierover in het blog van 22 januari 2018; en ook uitgebreid in het blog van 7 april 2016]
Maarten van Buuren behandelt niet het parallellisme zoals Spinoza dat schetst in deel 2 van de Ethica. Daarvoor in de plaats komt hij met een eigenzinnig parallellisme van geheel eigen makelij. Kortom hij begrijpt Spinoza op dit punt niet. [meer hierover in het blog van 22 januari 2018; en ook uitgebreid in het blog van 7 april 2016]
8.
Verwarrende
schets van de drie kensoorten
Op p. 229 verwijst hij nog eens naar Spinoza's "drie onderling samenhangende onderdelen van de geest: zintuiglijke waarneming, rede en intuïtie." Eerder bleek op vele pagina’s hoe hij ‘waarnemingsideeën’ als tot de lichamelijke sfeer ziet behoren (niet tot het denken) en alleen de reflexieve ideeën (de ideae ideae) als behorend tot het denken. En hoe ook hier weer uiterst waarschijnlijk het de Stoïstische zienswijze over de waarnemingsvoorstellingen (phantasia) was, n.l. als inprentingen van de dingen in de geest, waardoor hij zich heeft laten leiden en aldus over het hoofd zag dat Spinoza deze zienswijze juist afwijst in 2/49s. [meer hierover in blog van 7 april 2016]. Ik wijs hier ook nog even op deze foutieve mededeling van Van Buuren: “Aanvankelijk maakte Spinoza onderscheid tussen vier niveaus (Korte verhandeling), later tussen drie (Traktaat tot verbetering van het verstand, Ethica). “ [blz. 36-37] [Meer hierover in dit blog van 6 mei 2016].
Op p. 229 verwijst hij nog eens naar Spinoza's "drie onderling samenhangende onderdelen van de geest: zintuiglijke waarneming, rede en intuïtie." Eerder bleek op vele pagina’s hoe hij ‘waarnemingsideeën’ als tot de lichamelijke sfeer ziet behoren (niet tot het denken) en alleen de reflexieve ideeën (de ideae ideae) als behorend tot het denken. En hoe ook hier weer uiterst waarschijnlijk het de Stoïstische zienswijze over de waarnemingsvoorstellingen (phantasia) was, n.l. als inprentingen van de dingen in de geest, waardoor hij zich heeft laten leiden en aldus over het hoofd zag dat Spinoza deze zienswijze juist afwijst in 2/49s. [meer hierover in blog van 7 april 2016]. Ik wijs hier ook nog even op deze foutieve mededeling van Van Buuren: “Aanvankelijk maakte Spinoza onderscheid tussen vier niveaus (Korte verhandeling), later tussen drie (Traktaat tot verbetering van het verstand, Ethica). “ [blz. 36-37] [Meer hierover in dit blog van 6 mei 2016].
9.
Religie grote afwezige
Opvallend is dat Van Buuren nergens iets zegt over Spinoza’s religiekritiek, zijn bespreking van superstitie en van het typeren van zijn filosofie als ‘vera religio’. Dit is opmerkelijk en is wellicht te verklaren door wat ik in het eerste blog van de tweede reeks citeerde uit zijn bespreking in 2007 van het boek van Leszek Kolakowski Why Is There Something Rather than Nothing? 23 Questions from Great Philosophers.
Opvallend is dat Van Buuren nergens iets zegt over Spinoza’s religiekritiek, zijn bespreking van superstitie en van het typeren van zijn filosofie als ‘vera religio’. Dit is opmerkelijk en is wellicht te verklaren door wat ik in het eerste blog van de tweede reeks citeerde uit zijn bespreking in 2007 van het boek van Leszek Kolakowski Why Is There Something Rather than Nothing? 23 Questions from Great Philosophers.
Ik
vind negen kritiekpunten van dit kaliber wel erg veel en durf dan ook te
besluiten met de titel die ik dit blog meegaf: “Maarten van Buuren’s Spinoza –
Vijf wegen naar de vrijheid bepaald geen aanwinst voor de
Spinoza-literatuur – integendeel.”
Hiermee heb ik de conclusie die Adrie Hoogendoorn aan zijn gastblogbespreking van 23 juni 2016 meegaf, “Een rijk boek.
Een aanwinst voor de Spinoza-literatuur,” voldoende weersproken – het is echt
het tegendeel: bepaald geen aanwinst voor de Spinoza-literatuur. Dat moet nog eens duidelijk gezegd.
In het voorwoord schrijft Van Buuren: “Spinoza toont vijf wegen
naar de vrijheid: zelfbeschikking, immanentie van God, de wil tot macht,
intuïtie als hoogste vorm van kennis en ‘eendracht maakt macht’.” Vijf wegen
naar de vrijheid werd de ondertitel van het boek. Hij behandelt die onderwerpen
in aparte hoofdstukken, maar geeft nergens aan hoe dit ‘wegen naar de vrijheid
zijn’. [zie ook het gastblog van 23 juni 2016 van Adrie Hoogendoorn]. Dit is op
zich geen misbegrip van Spinoza, maar een weeffout in de compositie van het
boek. Daarom telt dit niet als 10e kritiekpunt in het gegeven
rijtje, maar is een commentaarpunt van een heel ander kaliber.
[Nu met frisse tegenzin op naar zijn vertaling van en toelichtingen op de Ethica]
[Nu met frisse tegenzin op naar zijn vertaling van en toelichtingen op de Ethica]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten