Kees Schuyt: Spinoza en de vreugde van het inzicht [Uitgeverij Balans, Amsterdam (2017), ISBN 978 94 600 34060, € 34,95]
Uiteraard heb ik die gelezen, zodra die mij onder ogen kwam (dat was vandaag via #Spinoza Now).
Ik had graag redenen gevonden bij haar gevonden om eindelijk ook het boek van Kees Schuyt te gaan lezen. Het tegendeel is echter het geval, niet alleen vanwege kritische opmerkingen die zij maakt, maar juist vanwege haar bijval, als in deze alinea:
Gelukkig neemt Schuyt mijns inziens afstand van de opvatting dat Spinoza een determinist was in de huidige betekenis van het woord en de vrije wil geheel ontkende. Zelfs dat hij het beter zou hebben geweten dan huidige hersenwetenschappers als Swaab met zijn boek De vrije wil bestaat niet. Of, zoals Schuyt het zelf verwoordt: ‘Mensen [hebben] de mogelijkheid tot een bepáálde mate van vrijheid, vrijheid als zelfbepaling, specifiek verbonden met de richtlijnen van rede en redelijkheid, leren inzien en daarnaar proberen te leven.’ Dit geldt volgens Schuyt alleen voor mensen, want noodzakelijk leven volgens de eigen natuur gaat alleen op voor God/Natuur (brief aan Schuller, oktober 1674).Ik laat het boek nog steeds aan mij voorbijgaan. Ja, Spinoza ontkende de vrije wil geheel. 'Vrijheid' is bij Spinoza: onbelemmerd in staat zijn te doen, waartoe je uit jezelf ("du muβt") genoopt bent. En dat is bij ons mensen nooit voor 100% het geval - we komen niet onder beïnvloedingen vanuit de omgeving uit.
Schuyt geeft terecht aan dat Spinoza’s idee van het zogenaamde parallellisme tussen stof en geest (liever: de twee gelijktijdig rollende kanten van een muntstuk) in de neurologie en neurofilosofie inmiddels achterhaald zijn beschouwd
___________________
In plaats daarvan stel ik voor op naar J.S. Bach's Das Wohltemperierte Klavier I (BWV 846-869) te luisteren, gespeeld door Kimiko Ishizaka, piano. U bent dan 1 uur en 50 minuten onderweg...
Ook hierop kom ik door een link die #Spinoza Now vandaag brengt, naar een al in dec. 2016 geschreven blog van Hendrik Slegtenhorst, "Spinoza, Bach, and Democracy," waarin hij schrijft over Daniel Barenboim's fascinatie voor zowel Spinoza als Bach. "As one listens to the opening prelude of the first Book of Bach’s Well-Tempered Clavier, there is an palpable sense, physically and mentally felt, of encounter. But when one begins to understand that that opening C major prelude is the doorway to the 47 preludes and fugues that follow, it becomes not a moment of sound but a constant of awareness. Moreover, in time it becomes clear that the prelude foreshadows the subject of the fugue, and that the nature of fugue goes beyond technical construction to the condition of question and answer."
Stan, jij weet dat beter dan ik. In de bespreking van Els van Swol staat het volgende citaat uit het boek van Schuijt: ‘Het wezen van de mens is in redelijkheid streven naar eenwording met God. Het middel daartoe is kennisverwerving’ of: ‘Het hóógste goed, dat bestaat in de vereniging van de ziel met God en van de mens met God.' Als ik me goed herinner is dat een opvatting die stamt uit de Korte Verhandeling, maar is die uit de Ethica verdwenen. Klopt dat?
BeantwoordenVerwijderenHenk, het is waar wat je zegt. We vinden deze opvatting over de "vereniging van de ziel met God," als doelstelling in de TIE en in de KV (Caput XXII/2). Spinoza redeneert daar nog enigszins platoons, maar is dat volledig kwijt in de Ethica.
BeantwoordenVerwijderenIn de toespraak die Schuyt op 22 november 2009 op de Spinozadag in Paradiso hield, had hij zich vooral op de Korte Verhandeling georiënteerd. Die toespraak heeft hij nooit uitgewerkt en vrijgegeven. Maar zal hij nu voor zijn boek hebben gebruikt.
Over vrije wil als handelend in het nu met de blik op de toekomst, en determinisme als terugblik vanuit Sub specie aeternitatis.
BeantwoordenVerwijderenSpinoza spreekt over ‘een zekere denkwijziging’ die nodig is om een gezichtspunt van de eeuwigheid uit te drukken. Datgene wat met die zekere eeuwige noodzakelijkheid wordt verklaard behoort tot het wezen van de geest. E5 p29 heeft het over een manier van ‘opvatten’ die bij de aard van de rede behoort. Onvrijheid of determinatie toont zich alleen via die opvatting, via die manier om de dingen aldus op te vatten.
Spinoza kiest voor de onvrijheid via die zekere denkwijziging.
Ook Kierkegaard spreekt over een leven dat vooruit geleefd wordt, en geëvalueerd als determinatie in terugblik. Toch benadrukt hij het ‘Ogenblik’ waarin tijd en eeuwigheid elkaar raken. Pas in het ogenblik begint de geschiedenis, de geschiedenis van het individu. En in het scheppend beslissen in het ogenblik opent zich tegelijk mijn vrijheid. Dit tegelijk is een contradictie die zich slechts paradoxaal laat uitdrukken zegt Kierkegaard.
Soren ziet zowel onvrijheid als vrijheid, net zoals Spinoza, maar kiest voor de moed van het beslissen in vrijheid.
Stan, kunnen een spinozist en een kierkegardiaan elkaar verstaan?
Ed, sorry, slaat dit op de bespreking door Els van Swol van het boek van Kees Schuijt?
BeantwoordenVerwijderenSchuijt bespreekt in zijn boek alle geschriften van Spinoza. Dus misschien stammen de passages over de eenwording met God uit de bespreking van de TIE of de KV.
BeantwoordenVerwijderenEd, sorry, je reactie sluit wel aan op uitspraken over de vrije wil, maar neemt voor mij een wat te hoge vlucht.
Ed, jij kunt me van die vragen stellen die een hele studie vergen. Of een spinozist en een kierkegardiaan elkaar kunnen verstaan, is zo'n vraag. Wel weet ik dat aardig wat personen zowel Spinoza als Kierkegaard bestudeerden of bestuderen, (en dat Kierkegaard zelf Spinoza las - *) maar of ze het tegelijk met beiden eens kunnen zijn - ik denk het niet.
BeantwoordenVerwijderenKierkegaard vindt, net als voor hem Jacobi, een geloofssprong nodig: het voor zeker en waar aannemen van zaken die de rede en de natuur te boven of voorbij gaan - geloven in zekere kennis waar de rede niet bij kan komen. Spinoza moet niets hebben van enig beroep op 't bovennatuurlijke, voor hem hebben we genoeg aan de rede - ons natuurlijke licht - om de werkelijkheid (steeds beter) te doorgronden. Dingen onder het aspect van de eeuwigheid begrijpen is van een andere aard dan een geloofssprong (een ‘salto mortale’) maken. "Het is de rede eigen om het eeuwige der dingen te zien - De naturâ Rationis est res sub quâdam æternitatis specie percipere" [Ethica II, 44 c2] had ik als motto in de kop van Spinoza.blogse staan. Ja, als het er op aan komt zullen een spinozist en een kierkegardiaan elkaar niet kunnen verstaan.
*)dat wordt aanleiding voor een apart blog!
Stan, ik begrijp niet goed dat je de passage van Schuyt over de menselijke vrijheid, geheel afwijst' ' Of, zoals Schuyt het zelf verwoordt: ‘Mensen [hebben] de mogelijkheid tot een bepáálde mate van vrijheid, vrijheid als zelfbepaling, specifiek verbonden met de richtlijnen van rede en redelijkheid, leren inzien en daarnaar proberen te leven.’ Die stelling is mi volledig juist. Zie bv. De titel van E5: De macht van het verstand, met andere woorden de menselijke vrijheid'.
BeantwoordenVerwijderenMark,
BeantwoordenVerwijderenDe omschrijving "vrijheid als zelfbepaling" vertrouw ik niet helemaal. Bij Spinoza gaat het alleen maar om "begrijpen [leren inzien] van wat het geval is." Het slotdeel van de door jou geciteerde zin is oké, maar het begindeel vind ik twijfelachtig verwoord: "vrijheid als zelfbepaling" vind je niet bij Spinoza. Spinoza ontkende de vrije wil helemaal (een beetje vrije wil kent hij niet) - zeg ik in reactie op het citaat dat ik van Els van Swol nam.
Stan, akkoord dat de vrije wil bij Spinoza volledig onmogelijk is. Maar vrijheid als zelfbepaling kent hij mi juist wel: vrijheid bij Spinoza is bij definitie (zoveel mogelijk) handelen volgens de eigen natuur. Als ik door reflectie (in combinatie met externe input) tot adequate inzichten kom, dan ben ik veranderd en die verandering heb ik (voor een deel) zelf bepaald. Wat niet betekent dat ik aan het determinisme ontsnap: de verandering die ik onderga is volledig bepaald door (een combinatie van) interne en externe oorzaken. Voor God zijn er uiteraard geen externe oorzaken, en God bepaalt dus volledig zichzelf.
BeantwoordenVerwijderenIk begrijp je, Mark, maar "en God bepaalt dus volledig zichzelf" mag uiteraard niet voluntaristisch gelezen worden. Voor Spinoza is (en handelt) vrij wat krachtens z'n eigen natuur bestaat (en handelt); 1/Def7. Maar het gaat ook dan juist niet om een soort 'willekeurige' bepaling. Spinoza's God kon niet anders handelen dan geschiedde.
BeantwoordenVerwijderenMaar ik denk dat we elkaar zo ook begrijpen.
Redelijke mensen begrijpen elkaar altijd Stan, maar woorden geven niet altijd correct een gedachte weer.
BeantwoordenVerwijderen