zaterdag 26 augustus 2017

Johann Andreas Voigtländer (1780 - 1845) die Immanenz als das zweite theistische System

“Da es wirklich zwei Hauptformen des philosophischen Theismus gibt, welche auf die erwähnte Art bezeichnet werden müssen, ist Spinoza, nicht Pantheist, sondern Theist."

Zo enthousiast ben ik over een artikel dat een evangelisch-lutherischer Pfarrer in Sachsen [cf] in Mochau, een plaats gelegen in het midden van de driehoek Leipzig, Dresden en Chemnitz in het toenmalige koninkrijk Saksen, 175 jaar geleden publiceerde. De man - mij  tot heden onbekend - blijkt een volbloed Spinozist te zijn. Maar laat ik bij het begin beginnen.
Het begon ermee dat ik in mijn voortdurende zoektocht naar Spinozana en Spinozisme, terecht kwam in Ludwig Noack’s Historisch-biographisches Handwörterbuch zur Geschichte der Philosophie [Leipzig: Koschny, 1877—79)] en daarin het volgende korte lemma aantrof [Ik kom binnenkort met een blog over deze Ludwig Noack – dit gegeven dat ik bij hem opdiepte gaat hemzelf vooruit]:



Dit trof mij, zoals gezegd, en ‘t leek mij alleszins een blog waard om deze Spinoza geleerde enigszins voor de vergetelheid in Spinozistische kring te behoeden. Ook de Duitse Spinozabibliografie blijkt de volgende publicaties te hebben (en is mij dus ruim voor in dit behoeden voor de vergetelheid]:
• Voigtländer, J[ohann] A[ndreas]:
Entwickelung des Christenthums zur Welt- und Staatsreligion in Fragmenten nach Spinoza: Ein Beitrag zu gerechter Würdigung seiner Theologie und Philosophie. Halle: Kümmel, 1836. - 67 pp. Met daarbij deze notitie (Kommentar):



„Spinoza hat den Versuch gemacht, das Christenthum auf seine ursprüngliche Simplicität zurückzuführen […].“ Der fragmentarischen Darstellung „wurde die Kritik dieses Versuchs, des ersten seiner Art, verbunden mit der Würdigung des Spinozismus nach seinem praktischen Gehalte, als Nachschrift beigegeben.“ (S. 13, 14)
Met
deze link naar Hathitrust

Kortom, hij lijkt een voorganger van Wim Klever te zijn die een boek over de TTP de titel meegaf: "Definitie van het Christendom." Maar dit terzijde

• Voigtländer, J[ohann] A[ndreas]:
Spinoza, nicht Pantheist, sondern Theist: mit besonderer Beziehung auf dessen Ethik. In: Theologische Studien und Kritiken: eine Zeitschrift für das gesammte Gebiet der Theologie 14, 3 (1841), 653-672
Met ook daarbij de link naar
digizeitschriften.de. Een exemplaar uit een Tsjechische bibliotheek staat ook bij books.google gedigitaliseerd. Verderop in 't blog laat ik weten waar ik een PDF met deze tekst zonder Duitse Fraktur heb weggezet.


Volgens het doodsbericht dat in Intelligenzblatt zur allgemeinen literatur-Zeitung, in 1845 verscheen van hem ook nog in 1821 Christenthum und Widerchristenthum. [books.google]




En als je die titel vervolgens ingeeft, blijkt er een recensie van verschenen te zijn in het (gedigitaliseerde) Journal für Prediger Band 81 (1832) Seiten: 79 – 84
Volgens Das gelehrte Teutschland oder Lexikon der jetzt lebenden teutschen Schriftsteller, Volume 22; im Verlage der Meyerschen Buchhandlung, 1827 -23 pagina's [Exemplaar van de KB gedigitaliseerd]. Daar blijkt het te gaan om:
• Christenthum und Widerchristenthum. Ein Versuch, die evangelische Wahrheit darzustellen und zu verteidigen. Dresden, 1821

Dit was wellicht Voigtländer’s eerste publicatie.*) Maar mijn voornaamste interesse ging uit naar “Spinoza, nicht Pantheist, sondern Theist.“ Toen ik het 20 pagina’s druk tellende stuk las, werd mijn enthousiasme almaar groter. Terwijl ik het las kwam mijn herinnering terug naar een reactie van Adrie Hoogendoorn die het maar belachelijk vond dat ik in een blog van 31-07-2012:‘"Spinoza the atheist"? Niet doen…‘ een pleidooi hield om Spinoza vooral niet als atheïst te zien – ik liet de term „anders-theïst“ vallen, waarop Hoogendoorn riposteerde:

„Stan, Spinoza, de 'anders-theïst', vind je dat een geloofwaardige term voor een grootheid als Spinoza? De term past meer bij een losgeslagen pasto(o)r."
Wel, laat die losgeslagen – maar niet heus - pastoor al in de eerste helft van de 19e eeuw te hebben geleefd en een behoorlijk gedegen kenner van Spinoza te zijn geweest, een aanhanger. Hij ziet “die Immanenz als das zweite theistische System” (naast het in een schepping gelovende transcendente systeem). Een prachtartikel dat ik iedereen wil aanraden om te lezen. Om dat makkelijker mogelijk te maken heb ik de scans van het artikel dat in Duitse Fraktur gedrukt is, via OCR in hedendaags schrift omgezet, waarna ik het hier als PDF opnieuw heb gepubliceerd.
Een artikel om na 176 jaar nog steeds van te genieten. Natuurlijk zitten er ook dingen in waarop ik kritiek kan uiten, Maar daar ligt momenteel mijn behoefte niet. Aandoenlijk vind ik wel dat Voigtländer meende dat Spinoza een soort “eeuwige vrede” heeft willen en kunnen vestigen tussen de transcendente (traditioneel in een schepping gelovende) en immanente godsopvatting. Hoe volstrekt anders is dat gelopen. Maar zijn tijd komt – en was bij deze pastoor al lang geleden gekomen.
_________________
*) Die veronderstelling klopt niet, want books.google geeft nog
Interpretatio Jobi XIX, 23-27 quam ... Francisco Volkmar Reinhardo ... per lactam diei natalis opportunitatem judicamdam proposuit.  C.G. Gaertneri, 1810 - 24 pagina's

Nog wat kleine nagekomen feitjes. Zijn vader, Abraham Voigtländer, was pachter van het Riddergoed Graupzig, en sinds 1767 (naast anderen) Mitbelehnter aan het Riddergoed Korpitzsch. Abraham stierf op 7 augustus 1780, waarna zijn zoons Johann Andreas [dat jaar geboren], [later] Pastor zu Deutschenbohra, en Johan Georg, Pastor zu Liptitz hem in het Mitbelehnschaft opvolgden.
Uit Axel Flügel, Bürgerliche Rittergüter: sozialer Wandel und politische Reform in Kursachsen (1680-1844). Vandenhoeck & Ruprecht, 2000, p. 166-67  books,google


Geen opmerkingen:

Een reactie posten