dinsdag 1 augustus 2017

Van harte ter lezing aanbevolen: Clare Carlisle, “Spinoza On Eternal Life”


Dit artikel van Clare Carlisle ontstond n.a.v. de conferentie van de British Society for the History of Philosophy Annual Conference die in mei 2012 werd belegd aan de Dundee University, georganiseerd door Beth Lord (Dundee University) en Eric Schliesser (toen nog University of Ghent). Thema was: Spinoza, the Infinite, and the Eternal, en een van de Keynote speakers was Clare Carlisle (Kings College London), zij zou spreken over: “Eternal Life: The Radical Theology of Ethics V.” [Cf. & Facebook] Deze lezing werkte zij uit tot het volgende artikel:

Clare Carlisle, “Spinoza On Eternal Life.” In: American Catholic Philosophical Quarterly, 89 (1) [2015], pp 69-96 [cf.] Daar lezen we het abstract: “This article argues that Spinoza’s account of the eternity of the mind in Part V of the Ethics offers a re-interpretation of the Christian doctrine of eternal life. While Spinoza rejects the orthodox Christian teaching belief in personal immortality and the resurrection of the body, he presents an alternative account of human eternity that retains certain key characteristics of the Johannine doctrine of eternal life, especially as this is articulated in the First Letter of John. The article shows how Spinoza’s account of human eternity reflects two key principles of his philosophy: the ideal of union with God, and the possibility of the human being’s ontological transformation through this union.”

Zij zette haar artikel op haar pagina bij academia.edu. Ik stuitte daarop, terwijl ik bezig was met het samenstellen van een blog met literatuur over Kierkegaard & Spinoza. Daarbij werd duidelijk dat zij in 2009 een behoorlijk fundamenteel artikel schreef over Kierkegaard’s lezing van Spinoza. Daar kom ik nog op. Nu onderbreek ik de blogs over Kierkegaard’s Spinoza om eerst te wijzen op dit artikel waar ik behoorlijk enthousiast over ben: het gaat in op het thema dat al vaak in dit blog aan de orde werd gesteld: wat Spinoza voor kon hebben met de tweede helft van het 5e deel van de Ethica, waar hij ingaat op de “eeuwigheid van de geest.” Zij heeft een verrassende en originele invalshoek.


Ik was al niet erg tevreden over een recente reactie die ik gaf op een opmerking van Henk Keizer: “Henk, het is waar wat je zegt. We vinden deze opvatting over de "vereniging van de ziel met God," als doelstelling in de TIE en in de KV (Caput XXII/2). Spinoza redeneert daar nog enigszins platoons, maar is dat volledig kwijt in de Ethica.” In Clare Carlisle’s artikel is het betere antwoord te vinden. Zij geeft en beveelt aan “a religious reading of Ethics  V.”

Enige citaten als smaakmakers:

“It may be that just as Spinoza uses—and thereby alters—existing philosophical concepts in order to articulate his alternative metaphysics, so his reinterpretations of theological ideas serve to communicate an alternative form of religiosity in terms which he could expect his readers to relate to.” [p. 12]
Ze heeft het over de “ethical task as becoming  eternal”: “And this is where ethics meets ontology: at the heart of Spinoza’s Ethics is the idea that how we think, act and relate to others constitutes, and can therefore transform, our identity.”[p. 25]
“In Spinoza’s thought this coupling of immanence and transcendence takes two main forms: a striving to touch eternity while living in time; and the fact that such striving aims to realise what is in a sense already there.” [p.26-27]
________________
 
Clare CarlisleDr Clare Carlisle - haar pagina bij Kings College London – haar pagina bij academia.edu [to begin a book called 'Spinoza's Religion']
Zij bracht in The Guardian een serie van acht artikelen over Kierkegaard [hier de eerste op 15-3-2010] en daarna zo'n reeks artikelen over Baruch Spinoza [hier het eerste op 7-2-2011]. Cf. haar pagina bij The Guardian. Dit leidde wel tot een boekje over Kierkegaard (niet over Spinoza):
In een volgend blog haar bijdrage aan de kennis over Kierkegaard’s Spinoza-studie.
 
 

 

26 opmerkingen:

  1. Ik begrijp niet wat er mis is met je eerdere constatering dat de gedachte van vereniging of eenwording met God uit de Ethica is verdwenen. Dat is een terecht geconstateerd feit. Waarom ontevreden daarover? Je vindt nu met Carlisle dat de vereniging met God een van de twee sleutelprincipes is van Spinoza's filosofie?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik vond mijn eerdere reactie "te kort door de bocht." In letterlijke zin komen die woorden niet meer terug, maar de achterliggende gedachte is niet verdwenen. Spinoza verwoordt zijn "ethische ideaal" in deel V anders.
    In een eerdere reactie (op 't blog van 22 juli 2017, "+Lees Michael leBuffe, "Theories about Consciousness in Spinoza's Ethics") kwam ik er dichter bij toen ik schreef: "Anders gezegd: het gaat hem [Spinoza] om de scientia intuitiva - het bewust maken/worden van die diepere kennis die al in je is, omdat je dat onderdeeltje van het grote geheel bent: dáár contact mee krijgen. Daarin zit zijn bewustzijnstheorie, volgens mij."
    Ik herken me zeer in de verwoording van Carlisle - en sta zeer achter mijn aansporing: lees dit!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Al is het maar om het citaat van Steven Nadler in een voetnoot:

    “It is absolutely clear . . . that Spinoza is an atheist. Novalis got it wrong when he called Spinoza a ‘God-intoxicated man.’ Spinoza did not elevate nature into the divine. On the contrary, he reduced the divine to nature—he naturalised God—in the hope of diminishing the power of the passions and superstitious beliefs to which the traditional conceptions of God gave rise. If there is a theism in Spinoza, it is only a nominal one.”

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dat was noot 3. Maar daar staat noot 6 tegenover:

    "Nadler argues that Spinoza reduces God to nature, without reflecting on the meaning of “Nature” in Spinoza’s thought—as if the concept of nature in this context is entirely self-explanatory. For a response to anti-religious or reductionist readings of Spinoza, see Richard Mason, Spinoza: Logic, Knowledge and Religion (Farnham, UK: Ashgate, 2007), 163–71. Mason argues Spinoza “reduces” nature to God as much as he reduces God to nature—that, in other words, the formulation “God or Nature” indicates an equivalence rather than a reduction."

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Vanochtend heb ik wederom haar tekst met grote instemming gelezen.
    Er is niets mis met haar verwoording van de Spinozistische prinzipes: (i) that a certain kind of knowledge has a transformative power, and (ii) that union with God is both our ontological constitution and our ethical ideal.

    Dat het "streven naar eenwording met de natuur," zoals Spinoza het in de TIE verwoordt, niet meer in die termen voorkomt en het accent komt te liggen op streven naar kennis over God en de natuur, is slechts een geringe verschuiving: via scientia intuitiva ons bewust worden van de eenheid die wij al hebben met God, de natuur ofwel de hele werkelijkheid.

    Terecht wijst Clare Carlisle op de “transformative knowledge of God” en “the transformative power of intuitive knowledge.”
    “At the centre of this religious ethic is the replacement of the fear of death by a desire for life. This involves a transition not simply from ignorance to knowledge (although it is also that), nor just from superstitious passion to rational understanding (although it is this as well), but a transition from a passive affect to an active one.” [p. 21]
    And this is where ethics meets ontology: at the heart of Spinoza’s Ethics is the idea that how we think, act and relate to others constitutes, and can therefore transform, our identity. [p. 25]
    And this, I suggest, is how Spinoza’s account of the eternity of the mind should be understood: not as a mere technicality lacking in ethical significance, nor as the continuance of a person’s duration in an afterlife, but as involving a genuine ontological transformation that brings into question the distinction between a human being’s finite life and the eternal life of God. [p.25]

    Ik ervaar het als een prachtig exposé van iemand die diep in Spinoza is gedoken en hem behoorlijk goed heeft verstaan. Dat zij er dan niet op wijst dat Spinoza de taal van 'streven naar eenwording met God of de natuur' achter zich laat, en meer spreekt van vergroten van de kennis van God of de natuur, vind ik niet zo’n punt. Het wordt dus meer het inzien van wat al het geval is en aldus trachten meer in overeenstemming met de natuur die je hebt (bent) te leven.

    Ja, lees het goed – geïnteresseerden in Spinoza kunnen veel aan dit artikel hebben.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Stan,
    Als geïnteresseerde in Spinoza ging ik, op jouw advies, eens kijken hoeveel ik aan dit artikel heb.
    Elke lezer van Clare Carlisle “Spinoza On Eternal Life” zal de tekst ordenen en begrijpen binnen zijn/haar onbewuste voorkeuren en mentale (filosofische)coördinaten.
    Zelf ga ik uit van de evolutieleer waarbij ooit, lang geleden, sprekende dieren o.a. via taal zin zochten in hun bestaan. Op die manier ontstonden vervolgens Goden als mentale constructies. Voor mij is er geen God die de mens geschapen heeft, wel zijn er tal van goden door mensen geschapen.
    Dat maakt dat een christelijke lezing die Spinoza wil insluiten naar een “re-interpretation of the Christian doctrine of eternal life” voor mij niet boeiend is. Waarbij “certain key characteristics of the Johannine doctrine of eternal life, especially as this is articulated in the First Letter of John” in mijn lezing geen meerwaarde brengt.

    Zinvol vind ik wel hoe Carlisle via alle teksten van Spinoza samenhang zoekt. Spinoza’s advies ‘in alles het goede te zien’ krijgt zo een invulling hoewel haar achterliggende motief haar lezing zal kleuren, maar dat geldt voor iedereen. ‘In alles het goede zien’ zal zelfs nog verschillende ‘goeden’ laten verschijnen.

    De “Transformative knowledge and union with God” en “the process of reasoning that follows logical or causal connections between phenomena is not the highest and most power¬ful form of thinking” is een “view shared by many theologians”. Maar dit geeft, in tegenstelling tot wat Carlisle veronderstelt - “but quite unusual amongst philosophers”- bij een aantal hedendaagse filosofen wel het kernpunt van hun denken. Alleen zal God van statuut veranderen. De ‘transformative knowledge’ zal als ‘een zekere denkwijziging’ (E5/23) het horizonperspectief wijzigen en begrijpbaar worden voor niet gelovigen omdat het tot de aard van de rede behoort de dingen aldus op te vatten (E5/29). Alleen wordt de God van Spinoza bij Kierkegaard bijvoorbeeld het ‘Zelf’ die zich als verhouding opent in het ‘ogenblik’.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Vervolg.
    “The process of reasoning that follows logical or causal connections between phenomena” zoals Dick Swaab en consorten via de neurobiologie voorstellen is terecht voor spinozisten en sommige andere filosofen “not the highest and most power¬ful form of thinking”. Vooral omdat aan die “logical or causal connections between phenomena” louter een biologisch automatisme van imput en output wordt toegeschreven.

    Bij Spinoza gaat het niet louter om “the process of reasoning”, maar om de interne ‘logic of reasoning’ die leidt tot adequate ideeën. De logica als ‘aparte mediator’ tussen in- en output die ontbreekt bij de neurobiologen. Stan, die ‘aparte mediator’ kan jij lezen en invullen als de ‘idee van God’. Toch?

    Bij Kierkegaard lees ik die aparte mediator als ‘de verhouding tot de verhouding’. Lees mee de lange bizarre openingszinnen van “De ziekte tot de dood”:
    “De mens is een geest. Maar wat is geest? Geest is het zelf. Maar wat is het zelf? Het zelf is een verhouding die zich tot zichzelf verhoudt, of is in de verhouding het feit dat de verhouding zich tot zichzelf verhoudt. De mens is een synthese van oneindigheid en eindigheid, van het tijdelijke en het eeuwige, van vrijheid en noodzaak, kortom een synthese. Een synthese is een verhouding tussen twee. Zo beschouwd is de mens nog geen zelf.
    In de verhouding tussen twee is de verhouding het derde als negatieve eenheid, en de twee verhouden zich tot de verhouding, en in de verhouding tot de verhouding. Zo is onder de bepaling ziel de verhouding tussen ziel en lichaam een verhouding. Verhoudt daarentegen de verhouding zich tot zichzelf, dan is die verhouding het positieve derde, en dat is het zelf.
    Een dergelijke verhouding die zich tot zichzelf verhoudt, een zelf, moet zichzelf hebben gesteld ofwel door iets anders zijn gesteld. Is de verhouding die zich tot zichzelf verhoudt gesteld door iets anders, dan is de verhouding weliswaar het derde, maar die verhouding, het derde, is dan toch weer een verhouding, verhoudt zich tot wat de hele verhouding heeft gesteld.
    Een dergelijke afgeleide, gestelde verhouding is het zelf van de mens: een verhouding die zich tot zichzelf verhoudt en die, in dat zich verhouden tot zichzelf, zich verhoudt tot iets anders.”
    Deze laatste afsluitende zin is voor een spinozist toch te schikken binnen het denken van Spinoza. De ‘gestelde verhouding’ via de verhouding van de verhouding is de adequate idee of het zelf van de mens. Met andere woorden, de mens wordt pas adequaat in en door dat ‘Zelf’.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Vervolg.
    Als Carlisle meent dat dit uitgangspunt ongewoon is onder filosofen zou ze best eens ‘Logic of sense’ van Deleuze lezen. In het Nederlands verscheen van hem ‘Logica van de gewaarwordingen’ en elke spinozist herkent hier Spinoza’s affectiones en hoe zij tot samenhang of logica kunnen komen door het ordenen en schikken zoals aangegeven in E2/7.
    Ook Markus Gabriëls ‘Bestaan is verschijnen in een zinveld’ is te begrijpen als de logica (orde en verband) die iets opent, net zoals een adequate idee een logisch zinveld opent. Meer nog, je moet Gabriel o die manier lezen anders verliest zijn denken alle scherpte!
    En op die manier krijgt Badiou’s ‘Event’ of ‘Verschijning’ samenhang met Spinoza. Meer nog, Badiou’s Event moet gelezen worden met Spinoza’s intuïtieve. En om de lezer die tot hier geraakt is helemaal horendol te maken, event en intuitieve zijn andere woorden voor het krachtveld dat zich opent bij Lacans ‘object a’.
    Om af te sluiten, ‘Parallax view’ is de titel van een boek van Slavoj Zizek die Spinoza’s ‘zekere denkwijziging’ in een niet gelovig perspectief plaatst via Lacan. (Heb je hem, parallax view als denkwijziging en horizonverschuiving?)

    “From what we have said, we can easily conceive what clear and distinct knowledge—and especially that third kind of knowledge whose founda¬tion is the knowledge of God itself—can accomplish against the affects,” writes Spinoza: such knowledge “begets a Love toward a thing immutable and eternal, which we really fully possess, and which therefore cannot be tainted by any of the vices which are in ordinary Love, but can always be greater and greater, and occupy the greatest part of the Mind, and affect it extensively.” Hier omschrijft Carlisle de seculiere werking van Lacans ‘object a’ als “a Love toward a thing immutable and eternal”.

    Stan, jij schreef “Ja, lees het goed – geïnteresseerden in Spinoza kunnen veel aan dit artikel hebben.”
    Dat heb ik hiermee gedaan.

    “The idea that Ethics V documents an attempt to imagine intuitive knowledge (or relies on the testimony of others who claim to have possessed it) undermines the basic epistemological position that Spinoza maintains throughout his work, since his remarks about this form of knowing and all that it can achieve would be, in fact, merely an instance of the inadequate “first kind” of knowledge. Furthermore, if intuitive knowledge were merely a hypothesis, it is not clear what could motivate such speculation for a thinker as scrupulous as Spinoza.”

    De filosofen die ik vernoem zien het intuitieve niet als “merely a hypothesis”.

    Stan, hopelijk begrijp je iets van wat ik probeer te situeren.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Ed,
    Het is toch iets opvallends dat Spinoza op de titelpagina van de TTP dat citaat uit de 1e Johannesbrief heeft, ook dat hij in zijn antwoord aan Albert Burgh op deze Johannes ingaat. Daar mag een filosoof - zeker als die ook theoloog is - uiteraard op ingaan.
    Je noemt in je in drieën verdeelde reactie Spinoza, Clare Carlisle, Dick Swaab, Kierkegaard, Markus Gabriël, Gilles Deleuze, Lacan, Badiou, Slavoj Zizek... Die heb ik allemaal tegelijk in mijn rugzakje. Ik kan dan ook niet alles plaatsen of een plek geven in mijn "onbewuste voorkeuren en mentale (filosofische) coördinaten." Ik weet dus niet of ik iets begrijp van wat jij probeerde te situeren.
    Bijvoorbeeld de logica als ‘aparte mediator’ tussen in- en output snel even "invullen als de ‘idee van God’"... Het gaat mij erg snel en m'n pet nog even te boven.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Maar moeten we Spinoza meten langs de lat van Kierkegaard, Deleuze, Badiou, Lacan, Gabriël, Zizek ?

    BeantwoordenVerwijderen
  11. “Maar moeten we Spinoza meten langs de lat van Kierkegaard, Deleuze, Badiou, Lacan, Gabriël, Zizek ?”
    Henk, nee, dat moet niet. Alleen ging ik in op de opmerking van Carlisle dat denken over het eeuwige “quite unusual is amongst philosophers”. Nogal wat denkers verhouden zich met Spinoza, ongeacht of ze ‘streng in de leer ‘zijn.
    Zo ben ikzelf Spinoza gaan lezen om Deleuze beter te begrijpen. En dat gaf naast het op zijn plooi vallen van Deleuze als extra kers op de taart het oeuvre van Spinoza. Waardoor ik me ook inschreef in Barchem toen alleen de Ethica op het programma stond.
    Maar er zijn naast Spinoza nog boeiende denkers.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Heel erg bedankt Stan om deze tekst van Carlisle onder onze aandacht te brengen. Ik ben het met je eens dat dit een zeer sterk stuk is, meer nog het is het beste wat ik al ooit over E5 gelezen heb. Het onthult de essentie van dit orgelpunt van de Ethica. Waar ik de laatste tijd er toe neigde om Spinoza's eternity vooral als intellectualistisch te zien - grotendeels een gevolg van een (te?) analytische lezing - kom ik door dit stuk van Carlisle terug tot mijn vroegere meer intuïtieve overtuiging dat Spinoza ook een religieuze inhoud brengt. Wat Spinoza hevig aanvalt is het dogmatisch theïsme, en mocht hij bepaalde vormen van dogmatisch atheïsme van vandaag kennen, zou hij die even hard bestrijden.
    Wel is het zo dat ik minder gelukkig ben met het woordgebruik van Carlisle: termen als 'union with God', 'immortality', 'eternal life' komen niet of slechts uitzonderlijk voor in de Ethica.

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Marc,
    “Waar ik de laatste tijd er toe neigde om Spinoza's eternity vooral als intellectualistisch te zien…”
    Spinoza omschrijft in E1 def8 dat hij onder eeuwigheid ‘het bestaan zelf’ verstaat. Dus, niet meer en niet minder dan jouw en mijn leven en al de rest - het bestaan zelf. Maar, dat eeuwige krijgt dat statuut in het bestaan zelf alleen als het wordt gegrepen met die zekere denkwijziging die het gezichtspunt van de eeuwigheid opent. Dus, hetzelfde , ‘ons alledaags bestaan’ verschijnt tegelijk op twee manieren! Hetzelfde is paradoxaal niet hetzelfde! Of beter gezegd, het kan tot bestaan of verschijning komen in twee manieren. In E5/23 bij opmerking geeft Spinoza een voorbeeld hoe de menselijke geest zo te zien wordt.
    En dat geldt voor elk aspect van ons leven, dat van jou, dat van mij en van de rest.
    (In navolging van mijn vorige verbindingen met andere filosofen laat ik je weten dat dit ‘eeuwige’ het verschil is, of de schakel, tussen ‘de werkelijkheid’ en het ‘reële’ bij Lacan. En dit alles zonder religieuze inhoud.
    Marc, ik weet niet wat bij jou het religieuze is in “door dit stuk van Carlisle kom ik terug tot mijn vroegere meer intuïtieve overtuiging dat Spinoza ook een religieuze inhoud brengt.”
    Het ‘intuïtieve’ in jouw zin staat eerder voor ‘gevoel’, niet? Het gevoel dat je vroeger had?
    Nu, Spinoza’s intuïtieve maakt dat je het verschil kan zien in het gewone bestaan en het eeuwige bestaan in je dagdagelijks bestaan. Die zekere denkwijziging is een ‘intellectualistische’ actie van het ‘verbeterde verstand’ van de TIE.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ed, met 'intuïtieve overtuiging' bedoel ik die overtuiging die je krijgt op basis van een synthetisch inzicht voor je de kwestie al diepgaand geanalyseerd hebt. Om een vergelijking te maken (hoewel onbescheiden): ik las eens een interview met een vermaard wiskundige. Hij hield uiteraard van de beoefening van wiskunde, maar zei dat het minst aangename daarvan was het uitwerken van het gedetailleerde bewijs terwijl hij reeds intuïtief overtuigd was dat hetgeen te bewijzen was, moest waar zijn. Wat ik hier wilde zeggen: door te diep verstrikt te geraken in de metafysische 'bewijzen' van de eeuwigheid van de geest, was ik vrij dicht bij de overtuiging gekomen dat die eeuwigheid een puur metafysisch verschijnsel was zonder veel consequenties voor wat jij het 'dagdagelijks bestaan' noemt. Bij mijn vroegere lezing van Spinoza vond ik dat zijn tekst ook een diepere betekenis had, die ik niet anders dan 'religieus' kan noemen. Carlisle duidt terecht aan dat religie meer is dan het aanbidden van een godheid of de eerbied voor het mysterie van de natuur. Het woord 'religie' komt van het Latijnse 'religere', verbinden. Religie is voor mij verbondenheid, zowel met de medemens, als met de bron waar we vandaan komen. E5 gaat daar over, hoewel ik het volledig eens ben met Carlisle dat Spinoza's filosofie een ambigu karakter heeft: het is zowel (rationele) filosofie als een ethisch-religieuze tekst over 'hoe te leven'.

      Verwijderen
  14. Mark,
    Ik ben erg blij met je reactie: zowel het feit je reageert (want jij was een van de geïnteresseerden die ik op 't oog had), als (vooral) met je instemmende inhoud. Helemaal met je eens dat Spinoza een religieuze intentie had, maar dan religieus zoals door hem begrepen: als openheid naar / besef van het aspect van eeuwigheid dat zich in ons manifesteert. En dat hoeft niet ingewikkelder gemaakt te worden met termen zoals Ed inbrengt met: "‘ons alledaags bestaan’ verschijnt tegelijk op twee manieren! Hetzelfde is paradoxaal niet hetzelfde." Het is wél zo dat er een (ontologische?) verandering plaats heeft, een transformatie waar Carlisle ook de nadruk op legt (en waarvan zij het religieuze benadrukt), n.l. dat het INZICHT dat je bereikt (inzake het eeuwige en de werkelijke diepte van de realiteit, of zeg voor mijn part van het nouminale zijn achter de fenomenale verschijning) iets met je dóet: je gaat er je leven naar inrichten.
    Ben het ook met je eens dat bepaalde verwoordingen van Carlisle niet erg gelukkig zijn. Maar dat doet niets af aan de waarde van haar betoog. Aan die kleinere onvolkomenheden kunnen we immers voorbij zien. Ed blijft, zo lijkt het, staan bij het intellectualistische aspect en dringt niet door tot het existentialistische aspect (het je bestaan in overeenstemming brengen met je inzicht). Ik vermoed dat Carlisle stuk juist zo goed kon zijn, doordat zij ook heel diep in Kierkegaard is doorgedrongen (hoewel die in deze tekst van haar niet aan de orde komt).

    BeantwoordenVerwijderen
  15. Stan,
    “Ed blijft, zo lijkt het, staan bij het intellectualistische aspect…”
    Dat ‘lijkt dan zo’ maar is niet, want mijn verwijzingen naar o.a. Kierkegaard en de psychoanalyse maken dat het inzicht via “die zekere denkwijzing’ tevens noodzakelijk affectvol geladen is om “je bestaan in overeenstemming te brengen met je inzicht”. Het raakt je DNA bij wijze van spreken.
    Meer nog, je bestaan is de subjectpositie (zinveld) waarin, door het inzicht ervan, zich een perspectiefwijziging (denkwijziging zegt Spinoza) kan veroorzaken.
    Kierkegaards ‘Het subjectieve is de waarheid’ slaat op het verbonden zijn met het subject, niet op het gewone begrip subjectief tegenover objectief.

    BeantwoordenVerwijderen
  16. Door de onbewimpelde lof van Marc voor het artikel, vooraf gegaan en gevolgd door die van Stan, heb ik mijn scepsis om het artikel te lezen ('te katholiek') opzij gezet. Ik denk dat Carlisle, voor wie er gevoelig voor is, in de interpretatie van deel V aansprekende dingen zegt. Ze zijn volgens mij niet echt nieuw, maar dat hoeft ook niet. Het gaat haar eigenlijk om iets anders. Ze wil aantonen, een beetje kort door de bocht gezegd, dat Spinoza's filosofie een omvorming en voortzetting van de christelijke theologie is. Daarin zit de eigenlijke argumentatie van haar artikel. Dat is wat ze wil aantonen. Zo lees ik het tenminste.

    "His entire philosophy can be read as presenting a distinctive reinterpretation of key theological tenets of the Christian tradition in general, and of the Protestantism of his Dutch contem-poraries in particular."

    Spinoza’s comments in Ethics V about the eternity of the mind can be understood as a reinterpretation of a Christian doctrine of eternal life.

    Enz.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ben het met je eens Henk: 'voor wie er gevoelig voor is'. Mijn lof was dan ook geformuleerd vanuit mijn persoonlijke ervaring. Uiteraard lees ik zelf de term 'er gevoelig voor zijn' als iets positief: zie mijn reactie op een volgende bemerking van jou.

      Verwijderen
  17. En we moeten toch ook niet vergeten dat de God van Spinoza een blinde, onpersoonlijke natuurkracht is. Hij heeft zijn boek niet voor niets 'Ethica' genoemd: hoe kunnen we onder dit gesternte het beste en het gelukkigst leven.

    BeantwoordenVerwijderen
  18. Henk,

    Wat is dan voor jou die 'zekere denkwijziging' die Spinoza verbindt met het eeuwige als alles gewoon blinde onpersoonlijke natuurkracht is?

    BeantwoordenVerwijderen
  19. De blinde, onpersoonlijke, door natuurwetten geleide natuurkracht heeft in de natuur, in casu in de mens, het intellect voortgebracht. Daarom loopt voor de mens de weg naar het geluk via het intellect. Door het intellect ontstaat begrip. Ik waag me niet aan een interpretatie van het eeuwige bij Spinoza.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Alle respect voor je lezing van Spinoza Henk, maar ik denk dat je op die manier de helft van de rijkdom van Spinoza's tekst mist. Ergens las ik dat het kenmerk van een groot filosoof is, dat zij geschriften meerdere lagen hebben en dus dat er van dezelfde tekst meerdere interpretaties mogelijk zijn, die mekaar niet tegenspreken maar aanvullen.

      Verwijderen
  20. Henk,
    je hebt helemaal gelijk: "De blinde, onpersoonlijke, door natuurwetten geleide natuurkracht heeft in de natuur, in casu in de mens, het intellect voortgebracht. Daarom loopt voor de mens de weg naar het geluk via het intellect. Door het intellect ontstaat begrip."
    Je waagt je niet aan een interpretatie van het eeuwige bij Spinoza (ik ook nog niet - geen eigen interpretatie). Vandaag heb ik een nieuw blog toegevoegd met verwijzing naar een studie van iemand die dat wel aandurfde. Dat werd een "Nieuwe lees-tip: Free for Eternity. Spinoza's Philosophical Eschatology." Misschien lukt het ons wel de stap te wagen om te komen tot een vrijheid voor eeuwigheid.

    BeantwoordenVerwijderen
  21. Henk,
    Ik vroeg naar die ‘een zekere denkwijziging’.

    Want die denkwijziging brengt als voorstelling het gezichtspunt van de eeuwigheid voort - zie E5/23 opmerking.
    Die denkwijziging volgt dan volgens jou uit de blinde natuurwetten als evolutionair proces? Bedoel je dat?
    Om zeker te zijn vraag ik het nog eens anders geformuleerd: is die ‘een zekere denkwijziging’ - in E5/23 opmerking – als de voorstelling die het wezen van iets uitdrukt onder het gezichtspunt van de eeuwigheid en die tot het wezen van de geest behoort en noodzakelijk eeuwig is – is die voor jou gewoon een evolutionair gevolg?

    Samenhangend met ‘het gezichtspunt van de eeuwigheid’, Henk hoe lees jij volgend E5/29?
    “Alles wat de geest begrijpt onder het gezichtspunt van de eeuwigheid, begrijpt hij niet omdat hij een voorstelling van het tegenwoordige, werkelijke bestaan van het lichaam heeft, maar omdat hij het wezen van het lichaam onder het gezichtspunt van de eeuwigheid opvat.”
    Lees jij dit begrijpen van de geest ook als ‘evolutionair natuurlijk’?

    En E5/29 opmerking: “Op twee manieren worden de dingen door ons als werkelijk bestaande opgevat; of omdat wij ze ons denken als bestaande in verband met een bepaalde tijd en plaats, of voorzover wij ze ons denken als in God begrepen en voortvloeiende uit de noodzakelijkheid van de goddelijke aard.
    Wat wij ons nu op deze tweede wijze als waar of werkelijk denken, beschouwen wij onder het gezichtspunt van de eeuwigheid en de ideeën van deze dingen sluiten het eeuwige oneindige wezen van God in zich.”

    “Het door ons opgevatte” en “wat wij als waar denken” is niet door “ons” of “wij” gedacht maar is een uitloper van evolutie?

    Moet ik je zo begrijpen?

    BeantwoordenVerwijderen
  22. Het katholieke zit hem in het geregeld gebruik van de woorden 'depends on God', dit is 'afhankelijk van God'. Spinoza spreekt van 'ligt besloten' of 'wordt veroorzaakt door'. Ze gaat helaas nogal voorbij aan God immanent en concentreert zich sterk op het bereiken van de transformatie in het tegenwoordige leven. Op zich niets mis mee, maar ze gaat daarom niet voluit voor een leven na de dood. Ook staat de gevoelsmatige vereniging met God centraal en niet het deel uitmaken van het oneindige verstand van God. Dit is overeenkomstig met dat waar het katholieke geloof voor haar gelovigen op mikt. Maar verder wel aardig artikel dat goed leesbaar is, helder en goed onderbouwd.

    BeantwoordenVerwijderen
  23. Ed,
    Ik begrijp niet goed wat die 'zekere denkwijziging' te maken heeft met God als blinde, onpersoonlijke,door natuurwetten geleide natuurkracht. Ik begrijp ook niet goed wat je met die 'zekere denkwijziging' bedoelt. Het denken van het intellect dat zaken onder een aspect van eeuwigheid kan zien? Het intellect behoort niet tot Gods wezen (1/17s). Het intellect is er pas in de mens. M.b.t. 5/29: 'het door ons opgevatte' en 'wat wij als waar denken' wordt dus door ons gedacht. (Spinoza zal het niet zo gezien hebben dat het intellect ontstaan is door evolutie)
    Mark: ik ben huiverig voor die meerdere lagen. We moeten proberen te achterhalen wat en hoe Spinoza iets bedoeld heeft, wat hij heeft willen zeggen. Heeft Spinoza meerdere lagen in zijn filosofie willen aanbrengen of heeft hij wat hij zegt eenduidig bedoeld en zijn die meerdere lagen iets wat wij bedacht hebben? Ik denk dat wat Spinoza bedoelt te zeggen geen meerdere lagen heeft. En het gaat erom te achterhalen wat hij heeft bedoeld.

    BeantwoordenVerwijderen