Dit wordt, n.a.v de discussie, een vervolg op het blog van 1 augustus 2017: waarin ik van harte ter lezing
aanbeval: Clare Carlisle, “Spinoza On Eternal Life.” Voor ik met een nieuwe
lees-tip die ik wellicht nog sterker wil aanbevelen, kom, eerst het volgende.
Ik begin dit blog met een enigszins persoonlijke noot. Ik
ben allergisch geweest voor elke poging om Spinoza een bepaalde vorm van
christendom in te trekken. Dat zal te maken hebben met de afstand die ik nam
van een verleden, waarin ik teveel beïnvloed was door godsdienstig (katholiek) “geloofsonderricht”.
In diverse blogs is te vinden hoe ik kritisch ben in de richting van Hubbeling,
De Deugd, Dunin-Borkowski e.v.a.: liepen zij niet het gevaar Spinoza te
vervalsen door hem teveel hun gelovige richting in te buigen? Ik ga niet verwijzen
naar de vele voorbeelden daarvan. Ik beperk me tot één aspect: een aan Spinoza
toegedichte eschatologie, die hij vooral in de tweede helft van het vijfde deel
van de Ethica zou ontwikkelen. Spinoza en eschatologie?
In het blog van 02-08-2008, waarin ik het boekje besprak van Wiep
van Bunge, Filosoof van de vrede. De
Haagse Spinoza (2008), schreef ik o.a. het volgende:
Nog één bevreemding wil ik uiten:
op blz. 57 lees ik ineens dat Spinoza een eschatologie zou hebben die nauw
samenhangt met zijn metafysica, zijn kentheorie en psychologie en zijn
politieke theorie. Een eschatologie is wel het laatste wat je bij Spinoza zou
verwachten. Een leer over het einde van alles? Een leer over 'de laatste
dagen'? Ik zou niet weten waar ik die zoeken moet. Wel weet ik dat voor Spinoza
het totale universum een oneindige modus is. Hij laat die nergens
'eschatologisch' aan z'n eind komen. Wiep van Bunge heeft me met het op Spinoza
plakken van dat theologische begrip nog niet nieuwsgierig gemaakt.
Zelfs heb ik Wiep van Bunge toen hij nog voorzitter was van
de Ver. Het Spinozahuis en lezingen gaf in Barchem en tijdens de
voorjaarscursussen, plenair gevraagd of hij dat alsjeblieft niet meer wilde
doen: Spinoza in verband brengen met eschatologie...
Ook in reactie op een blog van 03-08-2012 waarin ik een eerste deel van een
recensie bracht van het boek van Wim Lintsen, God & Natuur. Avontuurlijke dialogen op het grensvlak van
wetenschap en religie (2010), Kwam Adrie Hoogendoorn met het bezwaar: "Zo
dreigt Ethica 1 theologie te worden, en Ethica 5 theologische eschatologie, en
zijn we terug bij de idealistisch- mystieke interpretatie van Spinoza door Van
Eeden, Van Suchtelen e.a. Walden-aanhangers."
Met instemming schreef ik in een blog van 24-04-2011 Karl Löwith: “Hij
ziet een tweespalt tussen de antieke cyclische geschiedenisopvatting en het
joods-christelijke geschiedenisbegrip dat eschatologisch, profetisch en
teleologisch is."
Enfin, tot zover enige voorgeschiedenis. De discussie die
momenteel loopt op het genoemde blog, deed mij beseffen dat ik veel minder dan
vroeger er bezwaar tegen heb dat Spinoza een religieuze houding of intentie
wordt toegeschreven – als maar duidelijk wordt dat het in geen vergelijking
wordt gebracht met superstitieuze religie(s), maar dat hij in de plaats daarvan
een filosofische religie wil propageren.
Dat Clare Carlisle's artikel in een katholiek tijdschrift
verscheen en dat er misschien enige katholieke elementen aan kleven (('te
katholiek' voor Henk Keizer) – ik had er geen bezwaren meer tegen.
Maar toch klikte ik vanwege die opmerking van Henk toch nog
eens naar Clare Carlisle’s pagina bij haar katholieke King's College London.
Ja, Facebook
van KCL Catholic Society druipt van het ouderwets katholieke. Maar verder? Bij haar?
En zie, bij deze nieuwe zoekactie ontdekte ik haar Menu Theses, waarin naar precies één proefschrift wordt
verwezen dat zij als (mede)promotor heeft begeleid. Een dissertatie waarin het
gaat over Spinoza’s philosophical eschatology. Het artikel van Carlisle, Clare. ‘Spinoza on
Eternal Life’, in American Catholic Philosophical Quarterly (2015), was volgens
de bibliografie van de dissertatie nog forthcoming.
Het gaat om:
Michael Andrzej Misiewicz, Free for Eternity: Spinoza's Philosophical Eschatology. -A [PhD] dissertation
presented to The School of Arts & Humanities King’s College London, 2014 [HTML & PDF]
[De "cover" heb ik er zelf bij verzonnen...]
Abstract: In this dissertation,
I put forward an interpretation of Spinoza's seemingly intractable notion of
the 'eternity of the mind', an enduring puzzle in the history of early modern
philosophy. The originality of my contribution will lie in the use that I make
of Spinoza's philosophy of freedom as a key to unlock what he meant by this
notion. By presenting Spinoza as a philosopher who was genuinely concerned with
human salvation and the need to provide an adequate response to the existential
predicament posed bu human mortality, I begin b motivating a serious engagement
with this aspect of his thought. After presenting a critical history of prior
engagements with the question, from Spinoza's own time up until the recent
efforts that make up the status quaetionis, I proceed to examine he various
philosophical elements out of which his eschatology is composed, tracing their
development through his intellectual career, and subjecting them to critical
scrutiny. I argue for what I call a 'qualitative' reading of Spinoza's conception
of eternity, and therefore also that the eternity of the mind described in
Ethics V should be understood as a form of 'realised eschatology', in virtue of
its implicit subversion of the classic theological distinction between 'this'
and the 'next' life. I argue that what qualifies a state of human existence as
eternal, and so as 'deathless', for Spinoza, is the autonomous expression of
one's true nature, or freedom. Caught between the expression of our true nature
and the unpredictable course of 'fortune', we struggle to align ourselves with
the former and live 'authentically'. To the extent that we succeed, we 'feel
and know ourselves to be eternal', but these transient episodes of eternity are
threatened by our own 'superficial' shadow, a kind of self-imposed captivity.
Symathiek klinkt de volgende passage (verwijzingen
weggelaten):
It might ring alarm bells for some that Spinoza should be linked with any theological enterprise or view whatsoever. After all, is this not a thinker whose most profound legacy may lie precisely in having courageously decoupled the concept of ‘philosophy’, or rational, disinterested inquiry, from that of ‘theology’, an essentially partisan exercise in thought control, carried out in the interests of a dominant religious institution? Referred to at one point as the ‘primary intention [præcipuum intentum]’ of his Theological-Political Treatise, this separation has indeed proven to be one of the more fertile seeds of modern secularism. He explains the fundamental difference between the two pursuits as follows: ‘theology defines its religious dogmas only so far as suffices to secure obedience, and it leaves it to reason [the organ of philosophy] to decide exactly how these dogmas are to be understood in respect of truth’. So, whereas theology serves certain practical needs and interest groups, driven essentially by questions of expediency, philosophy, in contrast, attends exclusively to the truth of things, regardless of any particular agenda. [p. 2-3]
Het moge
duidelijk zijn: volgens mij is hier weer serieus werk aan de winkel (ik heb ook
alleen nog maar wat gegrasduind), maar wat ik las leek mij veelbelovend.
Na de inleiding te hebben gelezen, denk ik dat ik dit een geweldige, inspirerende dissertatie ga vinden.
BeantwoordenVerwijderenIk zie dat je op 12-08-2016 al verwezen hebt naar deze dissertatie. Daarop een reactie van 'Ad' met dank voor de link en het commentaar 'Aardige studie'. De moeite wel waard dus, denk ik.
BeantwoordenVerwijderenHenk,
BeantwoordenVerwijderenIk was helemaal vergeten dat ik een jaar geleden al eens op deze dissertatie gewezen had. Leuk dat je dat ontdekte en er op wijst. Als ik ergens een vage herinnering aan heb, controleer ik dat even - het is echt zoveel dat ik "langszij krijg" - teveel om allemaal te onthouden. Ik kan uiteraard ook niet alles lezen waar ik op wijs. Nu wekte het artikel van Clare Carlisle en de discussie erover de interesse en heb ik vandaag de inleiding en het eerste hoofdstuk gelezen - en ik werd er blij van. Misiewic blijkt goed ingevoerd in Spinoza en de secundaire literatuur wat zijn thema betreft, maar blijkt ook een goed schrijver. Een genot om hem te lezen. Deze dissertatie is, zoals zich na twee hoofdstukken laat aanzien, rijp voor een boekuitgave. Ik blijf er de komende dagen in lezen en kom er waarschijnlijk op dit blog nog eens op terug.