The word "idea"
is used by Spinoza in so many different ways that an attempt to understand it
literally in terms of his definition of an idea as "a conception of the
mind which the mind forms because it is a thinking thing" (E II, Df. 3)
leads to nothing but confusion. Such confusion can be and needs to be avoided
by making some crucial distinctions to which I wish to draw attention in this
paper.
Consider, for instance,
Spinoza's statement, "In God there necessarily exists the idea of His
essence, and of all things which necessarily follow from His essence." (E
II, P3) Here, by "idea" he does not and cannot mean
straightforwardly, "conception of the mind which the mind forms because it
is a thinking thing." Spinoza's God is not a thing that thinks in the
sense in which a human being is a thing that thinks. When Spinoza says,
"God is a thinking thing," this means no more than what he says in
the same proposition, namely, "Thought is an attribute of God." (E
II, Pi) Thought constitutes the essence
of God, but it is not a property
ascribable to God. It would be senseless to expect Thought, an attribute, to
form conceptions. What sense is to be made, then, of his statement in E II, P3?
It can only mean that to say 'The essence of God consists in the attribute of
thought,’ is the same thing as to say ‘In God there necessarily exists the idea
of His essence.’ And this latter must not be understood in such a way as to
render God as an anthropomorphic entity believed, therefore, to have ideas
which are conceptions of His mind. All it means is that Thought forms a
necessary part of the nature of reality that is being referred to by the term
'substance' or 'God'.
The word "idea"
as it occurs in E II, P3 is to be understood, in fact, in the sense in which
Spinoza uses it in E II, P4, in saying, "The idea of God, from which
infinite numbers of things follow in infinite ways, can be one only." The
idea of God' is the same thing, that is to say, as His essence or "the
necessity of the divine nature" (E I, P16), from which infinite numbers of
things are said to follow in infinite ways. As the essence of God is identical
with the Attributes, Spinoza wishes specify, by the use of the word "idea"
in respect to God, reference to one of the attributes which constitute the
nature of Substance- namely to Thought, and to no other.
Hij
snijdt best duidelijke vraagpunten aan, maar door de positie in te nemen dat de
idee die God volgens 2/3 heeft van zijn wezen en alles wat noodzakelijk uit dat
wezen volgt - dit ‘idea Dei’ zoals het daarna wordt genoemd – dat ‘The idea of
God' is the same thing, that is to say, as His essence,’ gaat hij vervolgens de
mist in. Hij heeft niet gezien dat Spinoza is begonnen aan het behandelen van
de natura naturata (niet in z’n geheel, maar om de menselijke geest te
plaatsen). Door Kashaps uitleg gaat hij in tegen 1/17s en 1/31 die het
oneindige (Gods) verstand niet tot zijn wezen, maar tot de natura naturata rekenen. Zo ontgaat hem ook hoe de ‘objective idea,’
door hem bij voorkeur aangeduid als 'tought-object', tot stand komt.
Enfin, bij Kashap wordt aldus, het op zich al
ingewikkelde verhaal dat over Spinoza idee-gebruik te vertellen is, nog veel ingewikkelder,
de ‘confusion' nog meer 'confused.'
Zie hier tijdelijk (voor ca. een week) het PDF van 't Idea-artikel van Kashap.
Stan, you've read my Ontological Hierarchy and list of errors, so you know what I think about E1P17S and this too. I don't want to spam your blog, so I'll say briefly, in my opinion, E2D3 and E2P1 are true and adequate, but the conception Spinoza calls "the idea of God" is not really an idea in the mind or even a conception of the formal essence of Thought. It's absolutely active conception of the real essence of Substance, i.e. "His essence", which the real intellect conceives because it is in absolutely infinite Substance, or Being. "Being and conceiving are the same thing" (Parmenides). I don't expect anyone to agree with me, but I think my comment is at least worth posting.
BeantwoordenVerwijderenSugar,
VerwijderenIk begrijp je als volgt:
E2D3: “Onder idee versta ik een begrip van den geest, hetwelk de geest vormt, omdat hij eene denkende zaak is” (Vertalingen J.C. Logemann)
E2P1: “Het denken is een attribuut Gods, of God is eene denkende zaak.”
Hoewel attributen de schakel zijn tussen substantie en modi kan je inderdaad, zoals jij doet, de definitie en de propositie lezen en duiden als zich geheel bevindend in de substantie. Dan leg je de nadruk, net zoals Kashap doet volgens mij.
In de substantie – en daar alleen – ‘zijn denken en zijn één’. Jij noemt het “the real essence of Substance”.
"Being and conceiving are the same thing" omdat Being (met hoofdletter) substantie is, en niet being (met kleine letter) als modi. “True and adequate” doet being verschuiven naar Being.
Begrijp ik je zo?
Ed, yes, I think adequate conception of Substance is conception of all things, including all the attributes, as one absolutely simple and perfect Being conceiving itself; and I think we have this perfect conception of Being inside us as the highest and inmost intellect.
VerwijderenStan,
BeantwoordenVerwijderenIk lees Kashap als verwijzend naar twee verschillende zaken.
“… door de positie in te nemen dat de idee die God volgens 2/3 heeft van zijn wezen…” schrijf jij.
Belangrijk om op te merken is, God h e e f t niet de idee, God is die idee. Het begin van E2,3 luidt: “In God is er noodzakelijkerwijze een idee…”
Kashap kan hierbij verwijzen naar het statuut van dit ‘in’ als substantie en natura naturans met "In God there necessarily exists the idea of His essence…”
Zo’n accent sluit aan bij E1, Ax1: “Alles wat is, is óf in zich zelf óf in iets anders.”
“In God there necessarily is…” verwijst dan naar het ‘in zich zelf’ van substantie.
Anderzijds heb je gelijk Stan met te verwijzen naar natura naturata. Dan ligt het accent op het tweede deel van E1, Ax1, op het ‘in iets anders zijn’ bij modi of natura naturata.
Hier past "conception of the mind which the mind forms because it is a thinking thing."
Hij gaat in mijn ogen niet in tegen 1/17s maar kan het verschil overbruggen met de natura naturata maar om de menselijke geest te plaatsen.
"God is a thinking thing" means no more than what he says in the same proposition, namely, "Thought is an attribute of God."
Modi – “God is a thinking …” verbindt zich met ‘Thought is an …” naar substantie
Voor mij maakt Kashap het niet ingewikkelder, hij is juist iemand die de zaken scherper duidt. Ik vind de stukken die jij uit zijn tekst haalt interessant want ik kan zijn premissen volgen. Heb je een snelle link naar heel de tekst?
(Dit sluit aan bij mijn laatste schrijven op “Nee, het wezen van een ding is - waarschijnlijk - geen eeuwige waarheid” op 4 november 23:58.)
O, ik zie nu het bericht van Gary Sugar. Ik kan je volgen en ben blij met je verwijzing naar Parmenides als betrekking hebbende op substantie. Ik leg mijn gedachten ook zo uit.
Eindelijk een 'mededenker'.
Ed,
BeantwoordenVerwijderenEr is geen link naar heel de tekst, want die staat niet op internet. Ik zal Kashap's artikel voor een korte tijd op internet zetten en er na ca. een week weer van afhalen. Die link komt straks aan het eind van het blog.
Als Spinoza het tweede deel van de Ethica begint met "God is a thinking thing," geeft hij duidelijk aan dat hij nu aan de dingen begint, aan natura naturans, als je dat 'hertaalt' zoals Kashap doet (en jij Ed, met hem) blijf je a.h.w. in Deel 1 zitten. Zoals 2/3 luidt, "In God there necessarily exists the idea of His essence, AND of all things which necessarily follow from His essence." dan zijn we aanbeland in de natura naturata en aangekomen bij intellecten die God doet ontstaan en die concepten vormen because they are thinking things. (En al die tezamen vormen het oneindige intellect). 'The idea of God' localiseert Spinoza in de natura naturata (die uiteraard in de substantie is) en niet in Gods essentie.
Enfin, hier kunnen we nog uren over door...
@Sugar, dank voor deze reactie, maar op "It ["the idea of God"]'s absolutely active conception of the real essence of Substance, i.e. "His essence", which the real intellect conceives because it is in absolutely infinite Substance, or Being..." daarop kan ik niet reageren, daar ik het niet te begrijpen vind.
Bedankt voor de link.
VerwijderenWe moeten er niet uren over doorgaan, ik begrijp je. Alleen zal ik altijd in mijn lezing bij Spinoza in alles de verbinding substantie - modi in het oog houden. Meer is het niet, maar wel belangrijk.
Zoals jij schrijft "...His essence, AND of all things...", kijk ik steeds naar de AND.
VerwijderenStan, as I understand it, an idea is a mode, or inadequate conception, in Thought, and it necessarily involves perception of Extension. But an adequate conception of Substance cannot be a mode or it would be an inadequate conception of Substance. And it cannot involve perception of indivisible Substance as divided into attributes, because that would also be an inadequate conception of Substance. So in my opinion, an adequate conception of Substance is absolutely infinite Substance itself inside us: simple and perfect Being, conceiving itself and all its attributes undivided.
Verwijderen