Graag wijs ik weer op
een ontdekking die ik deed, zoekend naar Spinozana op internet. Terwijl ik naar
Emilia Giancotti Boscherini's Lexicon
Spinozanum op zoek was, bood Google mij het volgende stuk aan, waarin dat
werk in de bibliografie voorkwam.
A Thesis submitted to
the Faculty of Theology of Emmanuel College and the Department of Theology of
the Toronto School of Theology. In partial fulfillment of the requirements for
the degree of Master of Arts in Theology awarded by the University of St.
Michael’s College, Toronto, 2000 [PDF]
Het is een werkstuk
dat zich prettig laat lezen. Met de hoofdlijn kan ik instemmen, daar het een
uitdrukking geeft aan een indruk die ik ook al geruime tijd geleden heb
opgedaan: dat Spinoza’s Godsbegrip te begrijpen is vanuit de achtergrond van de
joodse religieuze opleiding die hij kreeg en zijn verwerking van grootheden als
Maimonides, op wie hij kritiek had, maar van wie hij veel overnam.
Om een idee te geven van Owh’s aanpak, neem ik hier de eerste helft van zijn slothoofdstuk over.
Om een idee te geven van Owh’s aanpak, neem ik hier de eerste helft van zijn slothoofdstuk over.
Conclusion
As discussed in
chapter 1, Spinoza has been viewed with hostility by his contemporaries, with
hostility by numerous German Romantic philosophers, and with scholarly interest by many modem philosophen and thinkers. He has been called an
atheist, a pantheist, a panentheist, a materialist, and a rationalist, to
mention only some, by various people for over the past three hundred years for
equating God with "Nature," and critiquing religious dogmas
concerning revelation, prophecy, miracles and God. Yet, he still eludes our
attempts to categorize him. For
his views on religion and philosophy are not easy to synthesize. If we place
too much emphasis on his critique of religious dogmas in the TTP, and interpret
his intention of wnting the TTP as an attempt to free philosophy from religion.
we cannot help but see him as a rationalist who is trying to undermine religion
in favour of philosophy, and thus label him an atheist at hean. Yet if we overemphasize his
expression of God as a philosophical attempt to naturalize God by discussing
God within the fiamework of the physical universe and its laws, then we
undermine the importance he places on identifjmg the Tetragrammaton as the only
name of God, and his cal1 for a
separation of religion and philosophy in matten conceming metaphysicai issues
that are dealt with exclusively
by religion(s), like soteriology.
One way in which
we can overcome these problems of categorizing Spinoza with one pithy term is
by reexamining Spinoza's views on God as expressed in the TTP and his concept
of God as expressed in the Ethics. As
discussed in Chapter 2, his concept of God. which is expressed in the Ethics is relatively simple. Our
difficulty with his concept
occurs when we try to explain what God means to him within a philosophicai Framework. The persisting conflicting
interpretations among various scholars are due to this reason. Even though we
can turn to people, like
Descartes, who have intluenced
Spinoza. Our examination of Spinoza's concept of God as strictly a
philosophical exercise does not really help us grasp fully the significance of
what Spinoza is asserting in the Ethics
about God.
What we require in
our examination of Spinoza's concept of God is a theologicophilosophical source
with which Spinoza himself was familiar, like Maimonides. As discussed in Chapter
3, in spite of the fact that Spinoza is hostile towards Maimonides while
critiquing the Scriptural inconsistencies in the TTP, he not only is silent
when discussing meaning of the Tetragrammaton, but also reiterates some of
Maimonides' comments regarding the Tetragrarnmaton and what this name implies.
Even in the Ethics, we find that many
of his central ideas about God are derived from his views concerning Jehova, as
stated in the TTP, and that these ideas owe much to Maimonides' commentaries in
his The Guide for the Perplexed.
The sirnilarity
between Spinoza's and Maimonides' explication of the Tetragrammaton does not mean,
however, that Spinoza's views on religion are in anyway orthodox. As discussed in
the third part of chapter 3, Spinoza does not see religious language to be adequate
in expressing his views on God. As he sees it, the religious form of discourse
differs from a philosophical form in that the former is to be used to discuss and
elaborate on metaphysical issues whiie the latter is to be used to examine
everything in Nature in terms of the laws of the physical world. In a sense, what
he is asserting by distinguishing the two fonns of discourse can be construed as
saying that, since religion cannot make claims about the workings of Nature without
subjecting them to ngorous scientific and philosophical inquiries, which base
their examination on the laws of the physical universe, religion should give way
to philosophy on matters pertaining to Nature. But this is not the case. What he wants is for
all religions to reformulate their dogmas according to what the Tetragrammaton
conveys about God and God's immutable laws that govem Nature. For, as his seven
points of universal theology attest, he does not see religion and philosophy to
be a handmaid to the other. Also. he does not view thern as completely
independent of each other. He considers religion and philosophy to converge on
the point of the moral imperative. i.e., loving God and loving one's neighbours
as oneself. This is because he postulates that the God who exists as the
independent cause from which all things came and in whom all things exist has
decreed through revelation and through natural law that we should love God for
who God is, and love our neighbours oas ourselves since we all belong in one
God.
👍
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderenBas B., deze algemene reactie is een herhaling van wat je al 100 keer hebt gezegd en die - als steeds - helemaal niet over het onderwerp van het blog gaat. Dat wordt dus weer WISSEN!
BeantwoordenVerwijderenStan sorry maar het hele naschrift van Ethica 1 gaat over de misvatting van Jehova in Spinoza's concept of God, of zoals jij
BeantwoordenVerwijderenschrijft, "dat Spinoza’s Godsbegrip te begrijpen is vanuit de achtergrond van de joodse religieuze opleiding die hij kreeg en zijn verwerking van grootheden als Maimonides, op wie hij kritiek had, maar van wie hij veel overnam", is volgens mij niet uit Spinoza's teksten te halen. Waar lees je dat bij Spinoza?
Waarom mag ik die bewering door de kernzinnen uit Spinoza's Ethica-naschrift te citeren niet weerleggen.
Spinoza was van Joodse afkomst maar nam juist totaal afstand van, de traditionele verbeelding, het Joods en Christelijke godsbegrip, dat heb ik willen aantonen. Dat naschrift, de inleiding van de TIE is er een prachtig voorbeeld van - en de banvloek daarbij in negatieve zin. Dat makkelijke wissen zegt ook meer iets over jou dan mij. Ik ga niet van horen zeggen uit maar van Spinoza's Ethica, die vormde zowel voor de geschriften TTP en TP het uitgangspunt.
Bas, ik wordt hondsmoe van altijd weer van jouw altijd maar dezelfde aanpak, door zomaar - zonder relatie met een blog of een reactie van iemand op dat blog - met beweringen te komen over wat Spinoza zou vinden.
BeantwoordenVerwijderenIk zal bij uitzondering hierna de gewiste tekst terugplaatsen, opdat iedereen zelf kan oordelen.
___________________________________________________________
Bas Beekhuizen's door mij gewiste reactie van november 2017 om 13:35 luidde
God is bij Spinoza het inwerkende, het Zijn als constante werking in alles. Het meest werkelijke of van Zelf-werkende. Gods bestaan en Gods natuur (wezen) zijn een en hetzelfde st. E1 20. Zie ook def. VI. Tot de immanente Natuur behoort dan ook al wat ze uitdrukt.
Dit naar oorzaak en gevolg werkend principe of causaliteit wordt in st. 21 als noodwendig WERKEND uitgelegd, als krachtige fysisch werkende Natuurwet.
De St.16 wordt in E1 naar de wetten van zijn natuurlijk bestaan verder uitgewerkt. En in het aanhangsel van Deel 1 wordt dit nog eens uitvoerig besproken: "Het zal mij nu niet moeilijk vallen verder nog aan te tonen dat de Natuur geen enkel vooropgezet doel heeft en dat alle doeloorzaken niets anders zijn dan menselijke verzinselen." (...) "Want indien zij de dingen begrepen, zouden deze allen hen, getuige de wiskunde, zoal niet aanlokken, dan tenminste overtuigen."(...) "Wij zien dus dat alle redenen waaruit de ongeleerde massa de Natuur pleegt te verklaren, slechts vormen van verbeelding zijn, die niet de aard van enig ding, doch slechts de toestand van de verbeelding doen kennen; en aangezien deze vormen NAMEN hebben als waren zij buiten de verbeelding bestaande wezens, noem ik ze schepselen van de verbeelding en niet van de Rede, zodat alle bewijzen, die op grond van dergelijke begrippen tegen ons worden aangevoerd, gemakkelijk zijn te ontwapenen."
In Spinoza's Godsbegrip wordt elke bovennatuurlijke of filosofisch speculatieve verklaring afgewezen. "Hetgeen alles voldoende aantoont, dat ieder naar gelang van de gesteldheid van zijn hersenen over de dingen oordeelt of liever de aandoeningen van zijn verbeelding voor de dingen zelf aanziet." (...) en zich de dingen liever verbeelden dan ze te begrijpen." (...) "de volmaaktheid van de dingen moet uitsluitend naar hun eigen aard en VERMOGEN worden beoordeeld en dus zijn de dingen niet meer of minder volmaakt omdat zij 's mensen zinnen strelen, omdat zij bij de menselijke aard passen of er mee in strijd zijn." (aanhangsel)
_________________________________________________________________ tot zover Bas. B.
Bas, zulk soort reacties zonder link naar en inhoudelijk ingaan op blog of andere reacties, maar zomaar allerlei beweringen doen uit Spinoza of uit 'de wetenschap' zullen door mij rücksichtslos gewist worden en niet nog eens worden teruggeplaatst n.a.v. jouw protest.
Ja, ik wordt hondsmoe van jouw benadering en claims op dit blog.
Bedankt Stan,
BeantwoordenVerwijderenMaar de link staat in mijn repliek en ook in de tekst die je hebt teruggeplaatst (Godsbegrip!). Dat je het met mijn benadering niet eens bent zou juist discussie mogelijk moeten maken.