Woensdag
1 november 2017 heeft de jonge Roemeense filosoof Razvan Ioan aan de
Universiteit Leiden zijn dissertatie verdedigd: "No one has yet determíned
what the body can do". The Turn to the Body in Spinoza and Nietzsche.
Promotie, Univ. Leiden, 1 november 2017
[Als u op de afbeelding klikt komt u bij een Nederlandse toelichting]
This
thesis is a comparative study in the History of Modern Philosophy focused on
the recourse to philosophical physiology on the part of two key figures, Spinoza
and Nietzsche. This involves comparative research into their emphatic appeal to
the body as the key to solving fundamental philosophical problems. While the
groundwork for comparative research has already been laid in studies of a
number of key concepts, a comparative study of Spinoza and Nietzsche focused on
physiology has not yet been conducted. I argue that, in spite of tremendous
differences, these two thinkers come close in their rejection of moral and
metaphysical illusions they claim are characteristic of the philosophical
tradition they respond to, and in their focus on self-knowledge understood as
knowledge of the body’s endogenous power to act. This leads them to formulate
strikingly similar normative programs informed by their shared c ommitment to
naturalism and immanence. [cf. Univ. Leiden]
Wanneer het proefschrift wordt gepubliceerd, zal ik zeker nog eens op terugkomen.
Bij nader inzien, haal ik de tekst toch naar binnen - voor het geval het daar op de website verdwijnt.
Wanneer het proefschrift wordt gepubliceerd, zal ik zeker nog eens op terugkomen.
Bij nader inzien, haal ik de tekst toch naar binnen - voor het geval het daar op de website verdwijnt.
Fundamentele filosofische problemen
Ioan onderzocht beide
sleutelfiguren uit de moderne wijsbegeerte vanuit een geheel nieuwe invalshoek.
Er zijn al wel vergelijkende onderzoeken naar Spinoza (1632-1677) en Nietzsche
(1844-1900) gedaan, vertelt hij. ‘Maar geen van die onderzoeken richtte zich op
hun visie op het lichaam.’ Juist door deze invalshoek lukte het Ioan om de
overeenkomsten en verschillen op een nieuwe manier te benaderen. ‘Beiden zien
het lichaam als de sleutel tot het oplossen van fundamentele filosofische
problemen.’ Het citaat van Spinoza in de titel van het proefschrift (en dit
artikel) geeft al aan dat hij nog zoekende was.
Illusies
In zijn studie belicht Ioan de
overeenkomsten tussen de twee filosofen. ‘Nietzsche vindt Spinoza te veel een
rationalist’, zegt Ioan. ‘Hij vindt Spinoza’s denken te antropomorfisch. Daarom
probeert Nietzsche zijn eigen filosofie te bevrijden van de illusies waarvan
hij vindt dat Spinoza die nog te veel heeft.’ Antropomorfisme is bijvoorbeeld
de gedachte dat God een menselijke vorm heeft. De illusies die Nietzsche
bedoelt zijn onder andere: God, de vrije wil, een onsterfelijke ziel, het
bestaan van een morele wereldorde en van het kwade. Zou het verschil in
opvattingen ook te maken kunnen hebben met het grote tijdsverschil? De
filosofen zijn tenslotte door twee eeuwen van elkaar gescheiden. ‘Voor een deel
wel’, erkent Ioan, ‘maar er is toch juist een enorme overeenkomst in hun
filosofische benadering. Beiden gebruiken de kennis van het lichaam om
schadelijke filosofische illusies te ondermijnen. Ze bekritiseren de
Platonische en christelijke moraal, en de metafysische tradities gebaseerd op
de hiervoor genoemde illusies.’
Vrijheid contra vrije wil
Beide filosofen leggen ook de
nadruk op vrijheid, volgens Ioan. ‘Ze benoemen zelfkennis als de kennis van de
intrinsieke macht van het lichaam om te kunnen handelen. Daardoor komen ze tot
verrassend vergelijkbare beschrijvingen van vrijheid en emancipatie. Zij zien
vrijheid niet als vrije wil. Vrijheid is bij hen een kwestie van zelfregulering
en autonomie, de macht om volgens je eigen natuur te leven in plaats van door
van buiten opgelegde regels.’ Spinoza en Nietzsche zijn wat dat betreft anders
dan andere filosofen. Niettemin ziet Ioan ook wel enige overeenkomsten met de
filosofie van Aristoteles en die van een enkele hedendaagse filosoof:
‘Aristoteles zegt ook veel over het lichaam, maar uiteraard vanuit een antiek
gezichtspunt.’
Overeenstemming contra conflict
In zijn conclusie betoogt Ioan dat
je de overeenkomsten en verschillen tussen Spinoza en Nietzsche het beste kunt
begrijpen als je uitgaat van hun gedeelde belangstelling voor macht. ‘Waar
Spinoza overeenstemming ziet als een centraal gegeven voor het verlangen naar
machtsvergroting en bevrijding, zegt Nietzsche juist dat spanning en
tegenstelling onmisbaar zijn voor de versterking van het individu. Beiden zien
ze het belang van ‘slechte’ passies voor de versterking van het leven. En dat
bestaan alleen mogelijk is in de context van een gemeenschap. Nietzsche
benadrukt het conflict en het verschil in rang anders dan Spinoza en hij legt
de nadruk op de gevaren van de democratie en van aandacht voor het algemeen
belang.’ [Univ. Leiden]
“Their focus on self-knowledge understood as knowledge of the body’s endogenous power to act.”
BeantwoordenVerwijderenNietzsche ziet ons denken als een puur lichamelijke gebeurtenis. Het bewustzijn is voor hem een orgaan zoals bvb de maag, dat de werkzaamheden doet nodig om te leven. Puur lichamelijkheid, plus, eraan toevoegend, de herwaardering van alle waarden. Denken vraagt herwaardering als uitgangspunt.
Bij Spinoza kennen we lichamelijkheid, plus, eraan toevoegend, het adequate begrijpen. Denken vraagt adequaatheid als uitgangspunt.
Gilles Deleuze heeft beide denkers prachtig verbonden in zijn eigen filosofie. Immanentie is daarbij zijn kernbegrip, dat diept Deleuze op bij Spinoza en Nietzsche en hij maakt op die manier de verbinding.
Spinoza spreekt over substantie, attributen en modi.
Deleuze spreekt gelijkaardig over immanentieveld, consistentieveld en organisatieveld.