Drie
weken terug, op zaterdag 30 september 2017, verscheen de derde dichtbundel van
de Groningse dichter
Atze van Wieren, Eeuwig leven. IJzer, 2017 – 80 blz. €14,50
In
deze bundel staat het idee centraal dat het universum begin noch einde heeft en
dat de mens geroepen is zijn plaats daarin te bepalen en, belangrijker, zin
moet zien te geven aan zijn korte verblijf op deze planeet. [IJzer]
Vandaag
verscheen in Dagblad van het Noorden
een artikel van Joep van Ruiten over de bundel en een gesprekje met de dichter,
getiteld “Atze van Wieren: De ontdekking van het eeuwig leven.” [Cf.]
“Vijftien
jaar geleden zat ik op de knieën in De Slegte in Leeuwarden en trok ik de Ethica van Spinoza uit de kast”, vertelt
hij.
“Het
was een oud boekje. Ik sloeg het open. Eerste hoofdstuk: ‘Over god’. Verder
bladerend stuitte ik op de opmerking ‘Als je nog in een persoonlijke god
gelooft, kan ik je niet serieus nemen’. Boek gekocht. Boek gelezen. Wat beslist
niet meeviel, want het zijn net wiskunde-formules. Maar ik heb doorgezet en
toen werd ik gegrepen.”
Zie
verder bij Dagblad van het Noorden en de website van Atze van Wieren
;
De uitspraak in
de kop van dit blog, "Ja, er is veel eeuwigheid in mij,”
komt uit het gedicht “Vraag” dat als Gedicht van de Maand op zijn
website staat. Met daaronder deze foto: “Atze van Wieren signeert zijn nieuwste
bundel Eeuwig leven bij de presentatie in de Pepergasthuiskerk te Groningen.” Dat was dus op zaterdag 30 september 2017.
;
Geen opmerkingen:
Een reactie posten