dinsdag 3 oktober 2017

Je kunt al eens kijken naar de komende Ethica-vertaling van Maarten van Buuren

Deze maand (wellicht 27 oktober) zal de vertaling en toelichting van de Ethica van Maarten van Buuren uitkomen. Cf. blog van 30 augustus 2017: “5x Maarten van Buuren over Spinoza.”
Spinoza Ethica, vertaald, ingeleid, toegelicht en samengevat door Maarten van Buuren. Uitgeverij Ambo|Anthos - € 34,99
Bij de uitgever is reeds een leesproeve in te zien [PDF]. Aan de hand hiervan kan elke potentiële belangstellende zich een voorstelling maken van wat ons te wachten staat.
Uit dat leesfragment blijkt dat Van Buuren, na een inleiding, ongeveer 100 blz. toelichting heeft (p. 351-454). In de inhoudsopgave is te zien dat hij waarschijnlijk tekst uit zijn De essentie van Spinoza hier herhaalt.
Van Buuren geeft in de inleiding zinnige beschouwingen over de vertaling van een aantal begrippen (zoals b.v. affectio en affectus). Maar tot mijn schrik lees ik dan passages als:

“Denken moet volgens hem [Spinoza] worden begrepen als een hersenactiviteit. Een affect is met andere woorden een voorstelling die de hersenen zich maken van het lichaam en via deze voorstelling van de externe lichamen die ons lichaam ‘aandoen’.” [p. 9]
“Geest moet worden begrepen als denken en dit denken is, zoals we al hebben gezien, een voorstelling van het lichaam.” [p. 11] [..] “Maar in alle gevallen betreft het activiteiten van het denken, dat wil zeggen van de hersenen.” [p. 11]
Maar dan lees je vervolgens toch ook: “het attribuut Denken betekent iets door de tegenstelling met het attribuut Uitgebreidheid.” [p. 12]
Waardoor je je afvraagt: ziet Van Buuren dan niet wat hij aan het doen is en hoe hij in de geciteerde passages die attributen en hun modi uiterst verward weergeeft en door elkaar haalt? Alsof het lichaam denkt en zich voorstellingen maakt!
We krijgen ook al enige voorbeelden van de vertaling zelf van het begin van de Ethica. Ik pluk er enige die mij opvielen uit:
Definitie 3 Onder substantie versta ik datgene wat in zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen1, dat wil zeggen datgene waarvan het ontstaan niet iets anders nodig heeft dat geschapen is en waaruit het gevormd zou moeten worden.
Dit als vertaling van:
Per substantiam intelligo id quod in se est et per se concipitur hoc est id cujus conceptus non indiget conceptu alterius rei a quo formari debeat.
Definitie 4 Onder attribuut2 versta ik wat het verstand waarneemt als datgene wat de essentie van een substantie uitmaakt.

Dit als vertaling van:
Per attributum intelligo id quod intellectus de substantia percipit tanquam ejusdem essentiam constituens.
Definitie 5 Onder verschijningsvorm3 versta ik de aandoeningen van een substantie, dat wil zeggen datgene wat in iets anders is waardoor het ook wordt voortgebracht.  
Als vertaling van:
Per modum intelligo substantiae affectiones sive id quod in alio est, per quod etiam concipitur.
De Godsdefinitie laat ik achterwege – bekijkt u die zelf eens.
Axioma 2 Wat niet door iets anders kan worden voortgebracht, moet door zichzelf worden voortgebracht.
Als vertaling van:
Id quod per aliud non potest concipi, per se concipi debet.
Zijn in eindnoten gegeven toelichtingen zijn nog niet te lezen, maar eigenzinnig klinkt dit allemaal wel.

17 opmerkingen:

  1. Stan,
    Als ik de PDF lees dan vertaalt Van Duuren niet gewoon klassiek de Latijnse tekst maar vindt de interpretatie reeds in de vertaling plaats. Hij verdedigt dit door uitgebreid aan te geven hoe hij betekenissen als ‘woordenclusters’ via associatie, draagwijdte en relevantie doorheen meerdere teksten van Spinoza aan elkaar schakelt en zo tot ‘zijn vertaling’ komt.
    Zo staat er inderdaad bij definitie 3 niet letterlijk ‘geschapen’ in het Latijn.
    Misschien interessant zo’n ‘interpreterende hertaling’ maar dan kan ze zo ook beter aangekondigd worden. Zijn 100 blz toelichting zal zeker belangrijk zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ed,
    Enfin, het leek mij nuttig hierop te wijzen. Jij scherpt 't nog eens verder aan. Ik weet niet of ik behoefte heb aan zo'n sterk interpreterende vertaling. Vooral niet van iemand die de causale en conceptuele onafhankelijk van de attributen aan z'n laars lapt (of niet begrepen heeft) en dan 't uitgebreide lichaam laat denken.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb een broertje dood aan interpreterende Nederlandse vertalingen, maar die definitie van 'substantie' (en 'modus') vind ik bar interessant. Mits 'geschapen' een letterlijke vertaling is van 'concipitur'. In het Latijn/Nederlands woordenboek van Pinkster lees ik dat 'concipere' ook kan betekenen 'voortbrengen', 'vormen'. Het zou dus kunnen. Door deze vertaling wordt het een andere definitie, waarin de 'causa sui' is opgenomen in de definitie van substantie. Heel plausibel. Maar klopt ze ook? Het is toch wel vreemd dat alle bekende vertalingen, Nederlandse en buitenlandse, 'concipere' vertalen als 'begrijpen'. Het is belangrijk om na te gaan wat Spinoza verder met de definitie doet. Van Buuren vertaalt in 1/10 'per se concipi debet' niet als 'door zichzelf moet worden voortgebracht' (wat onzin zou zijn), maar als 'moet door zichzelf worden begrepen'. Hij vertaalt: 'Elk attribuut van een substantie moet door zichzelf worden begrepen'. Een gangbare vertaling. Waar baseert Spinoza op dat een attribuut door zichzelf moet worden begrepen? Juist, op de DEFINITIE VAN SUBSTANTIE! Waar bij Van Buuren staat 'door zichzelf wordt geschapen'.
    Een ander voorbeeld m.b.t. de definitie van 'modus'. In 1/15d: 'Modi kunnen (DOOR DEFINITIE 5!) zonder een substantie noch zijn noch begrepen worden.' Door de verwijzing naar definitie 5 zou dit in Van Buurens vertaling moeten zijn: 'Modi kunnen zonder een substantie noch zijn noch voortgebracht worden' Ligt niet erg voor de hand, lijkt een beetje dubbelop. Ik denk ook niet dat Van Buuren het feitelijk zo vertaalt. Dus ook hier voor het 'begrepen worden' een verwijzing naar de definitie waar bij Van Buuren staat 'wordt voortgebracht'. Ik denk dat er nog wel meer voorbeelden te vinden zijn.
    Dus, hoe jammer ik het ook vind, ik denk niet dat bij Van Buuren de definities van 'substantie' en 'modus' juiste vertalingen zijn.
    Nog een opmerking over de definitie van 'attribuut'.
    1) het moet zijn 'waarneemt VAN EEN SUBSTANTIE'
    2) weer dat verhullende 'uitmaakt' omdat hij niet durft te zeggen 'is'. Want dat is onjuist, zoals ook 'uitmaakt' onjuist is.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Henk, een interessante bijdrage,
    Je schrijft "Ik denk ook niet dat Van Buuren het feitelijk zo vertaalt." Maar die vertaling van 1/15d is nog juist in de PDF gegeven.
    Ik geef 't Latijn en daarna Van Buurens vertaling en zet de woorden waarom het gaat in hoofdletters

    Praeter Deum nulla datur neque CONCIPI potest substantia (per 14 propositionem) hoc est (per definitionem 3) res quae in se est et per se CONCIPITUR. Modi autem (per definitionem 5) sine substantia nec esse nec CONCIPI possunt; quare hi in sola divina natura esse et per ipsam solam CONCIPI possunt. Atqui praeter substantias et modos nil datur (per axioma 1). Ergo nihil sine Deo esse neque CONCIPI potest. Q.E.D.

    Vertaling van Van Buuren
    bewijs: Buiten God is (volgens Stelling 14) geen substantie bestaanbaar of DENKBAAR, dat wil zeggen (volgens Definitie 3) niets wat in zichzelf is en door zichzelf WORDT VOORTGEBRACHT. Bestaansvormen daarentegen kunnen (volgens Definitie 5) zonder substantie noch bestaan, noch GEDACHT WORDEN. Ze kunnen derhalve alleen in de goddelijke natuur bestaan en alleen door deze natuur WORDEN VOORTGEBRACHT. Welnu, buiten substantie en bestaansvormen is er (volgens Axioma I) niets. Daarom [ns is alles in God en] is zonder God niets bestaanbaar noch DENKBAAR. QED

    En dan zien we dat hij in één tekst CONCIPI verschillende vertalingen geeft.
    Ik heb in het blog alsnog de Latijnse tekst en de vertaling toegevoegd, zodat je laatste opmerkingen beter te volgen zijn. [Die had ik al mee willen nemen; allen de godsdefinitie wilde ik overslaan.]

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Je ziet dus dat in 1/10 en 1/15 Spinoza voor 'begrepen wordt' (ook door Van Buuren zo vertaald) verwijst naar resp. de definities van substantie en modus. Dan moet dat 'begrepen worden' daarin wel te vinden zijn en dat is bij Van Buurens vertaling niet het geval.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik had beter kunnen schrijven 'waarbij Spinoza ZICH BEROEPT OP de definities van substantie en modus'. Dat maakt duidelijk dat de vertaling van de definities door Van Buuren niet juist is.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Henk,

      Ik herlees en herlees en snap het niet direct. Wat bedoel je met je opmerkingen?

      E1, Def3:
      “Onder ‘substantie' versta ik datgene,
      wat op-zich-zelf bestaat en uit zichzelf moet worden begrepen;
      dat wil zeggen datgene, welks begrip niet het begrip van iets anders,
      waaruit het zou moeten worden afgeleid, vooronderstelt.” (Suchtelen)

      “Onder substantie versta ik datgene
      wat in zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen,
      dat wil zeggen datgene waarvan het ontstaan niet iets anders nodig heeft dat geschapen is
      en waaruit het gevormd zou moeten worden.” (Van Buuren)

      Twee stellingen bij Van Buuren:
      Stelling 1/10: “Elk attribuut van een substantie moet door zichzelf worden begrepen.”
      Stelling 1/15: “Alles wat is, is in God en niets is zonder God bestaanbaar noch denkbaar.”

      Henk, je schreef: “Je ziet dus dat in 1/10 en 1/15 Spinoza voor 'begrepen wordt' (ook door Van Buuren zo vertaald) verwijst naar resp. de definities van substantie en modus. Dan moet dat 'begrepen worden' daarin wel te vinden zijn en dat is bij Van Buurens vertaling niet het geval.”
      Bedoel je dat in de definitie hierboven ‘begrepen worden’ had moeten staan om een gelijkvormige vertaling te hebben? Om stelling 1/10 op de manier te doen aansluiten met de definitie?
      Met een latere aanvulling: “Ik had beter kunnen schrijven 'waarbij Spinoza ZICH BEROEPT OP de definities van substantie en modus'. Dat maakt duidelijk dat de vertaling van de definities door Van Buuren niet juist is.”
      Dus jij had die vertaling zo niet gedaan om de reden die je opgeeft?

      Verwijderen
  7. De geschiedenis zal oordelen over 'het project Van Buuren'. We mogen wat verwachten van zijn analyse van sleutelbegrippen op basis van een systematische inventarisatie van het gebruik van termen. Die onderneming heeft haast per definitie wetenschappelijke pretentie. Het is een aanpak die de Spinozastudie vooruit kan helpen. Het is het soort analyse dat mij aanspreekt. Het kan leiden tot nieuwe inzichten (in een wervingsfolder was daar al sprake van)en kan ook een belangrijke steun zijn bij het maken van vertalingen. Het zal een grote aanwinst zijn om die informatie handzaam bij elkaar te hebben. Maar onze verwachtingen mogen ook weer niet te hooggespannen zijn. Het zijn wel erg veel sleutelbegrippen waarin in korte tijd al die informatie over is verzameld. Wat ook voorzichtig maakt is dat deze analyses niet hebben geleid tot goede vertalingen van de definities van de basiseenheden van Spinoza's systeem.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Het is niettemin opmerkelijk dat zowel Schuyt als Van Buuren, beiden geen vakspecialisten, een echt foute vertaling geeft van de definitie van substantie. Idiomatisch, als je alleen kijkt naar de tekst van de definitie, kunnen beide vertalingen (misschien) kloppen, zijn meerdere vertalingen wellicht mogelijk. Het is essentieel bij de geometrische methode dat voortdurend een beroep wordt gedaan op gegeven definities, axioma's en voorgaande stellingen. Daaruit kan men bij Spinoza soms/vaak afleiden wat met het voorafgaande wordt bedoeld. Het zijn nu eenmaal geen ondubbelzinnige meetkundige termen waar hij mee werkt. Bij beide auteurs had bij lezing van 1/10 een lichtje moeten gaan branden dat ze er met hun vertaling naast zitten. Het is een beetje verontrustend dat dit niet is gebeurd.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Wat is dat toch met ‘vakkennis’ en ‘diploma’s’?

    Op 30 augustus schreef Stan reeds iets soortgelijk: “Wat is hier aan de hand? De emeritus hoogleraar moderne Franse letterkunde aan de Universiteit Utrecht, Maarten van Buuren, ontpopt zich de laatste jaren als uitlegger van het werk van Spinoza - iets wat je nu eenmaal ongediplomeerd ongestraft kunt doen.”
    Ongediplomeerd in wat? In filosofie? Als ik van elke afgestudeerde filosoof, en dus gediplomeerd, die Spinoza’s gesloten metafysica ‘maar niets’ vindt vijf euro zou krijgen heb ik een aardige som bij elkaar. Zelfs Roger Scruton presteert het in een inleiding in Spinoza (Kopstukken Filosofie) het vijfde hoofdstuk ronduit onbelangrijk te vinden. Menig gediplomeerd filosofisch scholar pent iets wat een ander scholar/vakbroeder niet zint, toch?

    Laten we dan stellen dat alleen een afgestudeerd filosoof die een ‘positief’ doctoraat gemaakt heeft over Spinoza mag meepraten. Of is dan iedereen hier bij voorbaat uitgesloten?
    (Met ‘positief’ bedoel ik dus geen doctoraten die Hegel verdedigen tegen het gesloten substantie denken zonder subject van Spinoza. Die doctoraten geven wel recht op een diploma maar die worden uitgesloten om hier kandidaat te mogen zijn.)

    Nu komt vakkennis ter sprake. Van Buuren is vertaler en heeft doorgestudeerd op Franse literatuur.
    Kees Schuyt studeerde sociologie en rechten in Leiden, Oslo en Berkeley en specialiseerde zich in de combinatie van beide: de rechtssociologie.
    Dat lijkt me toch een hoop ‘vakkennis’.

    Maar ik begrijp dat Spinoza’s geometrische methode moet gerespecteerd worden, dat is de kern van zijn met doelstellingen en axioma’s gefundeerd denken. Dus Roger Scruton is ook geen vakspecialist?

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Ik trek me het commentaar van Ed aan. Misschien had ik die toevoeging, 'geen vakspecialisten', beter niet kunnen plaatsen. Net of iemand die niet beroepsmatig met Spinoza bezig is (geweest), Spinoza niet zou kunnen begrijpen. Het is verre van mij dit te denken of te willen suggereren. Maar deze twee auteurs timmeren heel erg aan de weg met Spinoza. Dat schept verantwoordelijkheid. Wat ik heb willen zeggen is dat iemand die vakmatig 'gespecialiseerd' is in (de metafysica van) Spinoza, de fout waar het hier om gaat niet gemaakt zou hebben. (Ik herinner me dat Bennett zijn boek schreef, naar zijn zeggen, nadat hij zich als docent 25 jaar intensief met Spinoza had bezig gehouden, en dat zijn inzichten waren ontwikkeld in vele discussies met zijn studenten).

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Ik moet zeggen 'foutEN', Schuyt en Van Buuren geven verschillende vertalingen de definitie van substantie. Ze zijn beide even fout.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Henk,
      dit had ik nog ergens in mijn computer. Nu aangevuld met de definities van Van Buuren. De vertaling van Schuyt heb ik niet.
      Misschien heb je er iets aan in zo’n overzicht.

      (Definities: eerste van Suchtelen, vervolgens Paul Wienpahl in het Nederlands en Engels, dan Latijn, Elwes in Engels en onderaan Van Buuren)

      Ethica

      Deel 1 Over God
      Definities. (Zie brief 9 aan Simon de Vries over het ‘ik versta’.)

      1. Ik versta onder oorzaak van zichzelf iets waarvan de essentie zijn bestaan insluit, of nog: iets waarvan de aard niet anders begrepen kan worden dan als bestaande.
      Met oorzaak van zichzelf versta ik datgene, waarvan essentie existentie impliceert, of datgene wiens aard alleen begrepen kan worden als bestaand. (Paul Wienpahl)
      By means of cause of itself I understand that, whose being involves existing, or that, whose nature cannot be conceived existing. (Paul Wienpahl)
      Per causam sui intelligo id cujus essentia involvit existentiam sive id cujus natura non potest concipi nisi existens.
      By that which is self-caused, I mean that of which the essence involves existence, or that of which the nature is only conceivable as existent. (Elwes)
      Onder de oorzaak van zichzelf versta ik datgene waarvan de essentie existentie insluit, dat wil zeggen datgene waarvan de aard alleen als bestaand kan worden gedacht. (Van Buuren)

      2. We noemen datgene ‘eindig in zijn soort’ dat door iets anders van dezelfde aard bepaald kan worden. Zo noemen we bijvoorbeeld een lichaam begrensd, omdat we denken aan een ander dat immer groter is. Op die manier wordt een gedachte door een andere gedachte beperkt. Maar een lichaam wordt niet bepaald door een gedachte, noch een gedachte door een lichaam.
      Dat ding noemt ‘eindig in zijn soort’, dat kan bepaald worden door iets anders van dezelfde aard; i.e. een lichaam heet begrensd, omdat we steeds een groter kunnen bedenken. Zodoende is denken bepaald door ander denken. Maar een lichaam wordt niet bepaald door denken, noch een gedachte door een lichaam.
      That thing is said finite after its genus, which can be terminated (by) another of the same nature. E.g., a body is said finite, because we can always conceive another greater. So thinking is terminated (by) other thinking. Yet body is not terminated (by) thinking, nor thinking (by) body.
      Ea res dicitur in suo genere finita quæ alia ejusdem naturæ terminari potest. Exempli gratia corpus dicitur finitum quia aliud semper majus concipimus. Sic cogitatio alia cogitatione terminatur. At corpus non terminatur cogitatione nec cogitatio corpore.
      A thing is called finite after its kind, when it can be limited by another thing of the same nature; for instance, a body is called finite because we always conceive another greater body. So, also, a thought is limited by another thought, but a body is not limited by thought, nor a thought by body.
      Iets wordt in zijn soort eindig genoemd wat door iets anders van dezelfde natuur kan worden begrensd. Een lichaam wordt bijvoorbeeld eindig genoemd, omdat we altijd een lichaam kunnen bedenken dat groter is. Zo wordt een gedachte door een andere gedachte begrensd. Maar een lichaam wordt niet door een gedachte begrensd, net zomin als een gedachte door een lichaam.

      Verwijderen
    2. 3. Ik versta onder substantie iets dat in zichzelf is en dat men begrijpt door zichzelf, i.e. iets waarvan het concept geen concept van iets anders behoeft waardoor het gevormd zou worden.
      Met substantie versta ik datgene dat in zichzelf is, en begrepen door zichzelf; i.e. waarvan conceptie geen begrijpen van iets anders behoeft waardoor het gevormd zou worden.
      By means of substance I understand that, which is in itself, & is conceived by means of itself: that is that, whose conceiving does not need conceiving another thing , by(a) which it is bound to be formed.
      Per substantiam intelligo id quod in se est et per se concipitur hoc est id cujus conceptus non indiget conceptu alterius rei a quo formari debeat.
      By substance, I mean that which is in itself, and is conceived through itself; in other words, that of which a conception can be formed independently of any other conception.
      Onder substantie versta ik datgene wat in zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen1, dat wil zeggen datgene waarvan het ontstaan niet iets anders nodig heeft dat geschapen is en waaruit het gevormd zou moeten worden.
      4. Ik versta onder attribuut wat het intellect waarneemt van de substantie als iets dat haar essentie uitmaakt.
      Met attribuut versta ik datgene, wat het begrijpen waarneemt van een substantie als iets dat haar essentie uitmaakt.
      By means of attribute, I understand that, which an understanding perceives concerning a substance, as if constituting its being.
      Per attributum intelligo id quod intellectus de substantia percipit tanquam ejusdem essentiam constituens.
      By attribute, I mean that which the intellect perceives as constituting the essence of substance.
      Onder attribuut versta ik wat het verstand waarneemt als datgene wat de essentie van een substantie uitmaakt.

      Verwijderen
    3. 5. Onder modus versta ik de affectiones van de substantie, of iets dat in iets anders is, waardoor het ook begrepen wordt.
      Met modus versta ik affectiones van een substantie, of datgene, welk in iets anders is, waardoor het ook begrepen wordt.
      By means of mode, I understand affections of a substance, or that, which is in another, by means of which also it is conceived.
      Per modum intelligo substantiæ affectiones sive id quod in alio est, per quod etiam concipitur.
      By mode, I mean the modifications ["Affectiones"] of substance, or that which exists in, and is conceived through, something other than itself.
      Onder verschijningsvorm versta ik de aandoeningen van een substantie, dat wil zeggen datgene wat in iets anders is waardoor het ook wordt voortgebracht.
      6. Onder God versta ik wat absoluut onbeperkt is, of nog: een substantie die bestaat uit oneindig veel attributen, die elk de eeuwige en onbeperkte essentie uitdrukken.
      Met God versta ik absoluut onbeperkt zijn, dat is, substantie bestaande uit oneindig veel attributen, die elk haar eeuwige en onbeperkte essentie uitdrukken.
      By means of God, I understand Being absolutely infinitely, that is, substance being established (in) infinite attributes, each of which expresses being eternally, & infinitly.
      Per Deum intelligo ens absolute infinitum hoc est substantiam constantem infinitis attributis quorum unumquodque æternam et infinitam essentiam exprimit.
      By God, I mean a being absolutely infinite--that is, a substance consisting in infinite attributes, of which each expresses eternal and infinite essentiality.
      Onder God versta ik een volstrekt oneindig wezen, dat wil zeggen een substantie bestaande uit oneindig veel attributen, die elk uitdrukking geven aan een eeuwige en oneindige essentie.
      Uitleg: Ik zeg ‘volstrekt’, en niet ‘in zijn soort’ oneindig; als iets namelijk alleen maar in zijn soort oneindig is, kunnen we er de oneindige attributen van ontkennen [ns4: dat wil zeggen dat we oneindige attributen kunnen bedenken die niet tot zijn natuur behoren]; tot de essentie van wat volstrekt oneindig is, behoort daarentegen alles wat essentie uitdrukt en geen ontkenning inhoudt.

      Verwijderen
    4. 7. Vrij noemt men iets dat uitsluitend bestaat vanuit de noodzaak van zijn eigen natuur en uitsluitend tot handelen gebracht wordt door zichzelf; genoodzaakt echter, of liever gedwongen, noemt men wat door iets anders op een zekere en welbepaalde manier tot bestaan en handelen gebracht wordt.
      Dat ding zal vrij heten, als het uitsluitend bestaat vanuit zijn eigen noodzaak, en uitsluitend tot handelen bepaald door zichzelf; genoodzaakt echter, of liever gedwongen, heet datgene wat door iets anders op een zekere en vastbesloten manier gedetermineerd wordt.
      That thing is will be said free, which exists solely from the its nature’s necessity, & is determined to acting solely by(a) itself: necessary however, or rather constrained, which is determined by(a) another to existing, & operating (in) a certain, and determined mode.
      Ea res libera dicitur quæ ex sola suæ naturæ necessitate existit et a se sola ad agendum determinatur. Necessaria autem vel potius coacta quæ ab alio determinatur ad existendum et operandum certa ac determinata ratione.
      That thing is called free, which exists solely by the necessity of its own nature, and of which the action is determined by itself alone. On the other hand, that thing is necessary, or rather constrained, which is determined by something external to itself to a fixed and definite method of existence or action.
      Een ding wordt vrij5 genoemd als het alleen uit de noodzaak van zijn aard bestaat, en alleen door zichzelf tot handelen wordt genoodzaakt6; noodzakelijk daarentegen, of liever gedwongen, als het door iets anders wordt genoodzaakt om op vaste en bepaalde manier te bestaan en handelingen uit te voeren.
      8. Onder eeuwigheid versta ik een bestaan in de mate dat het begrepen wordt als uitsluitend noodzakelijk volgend uit de eeuwige definitie van iets.
      Verklaring: een dergelijk bestaan begrijpt men immers als een eeuwige waarheid, net zoals de essentie van iets en het kan daarom niet verklaard worden door tijdsduur of tijd, zelfs indien men tijdsduur zou beschouwen als iets dat geen begin of einde heeft.
      Met eeuwigheid versta ik bestaan zelf, in de mate, als het begrepen wordt uitsluitend en noodzakelijk volgend uit een eeuwige definitie van iets.
      By means of eternity, I understand existence itself, in so far as it is conceived to follow necessarily solely from an eternal thing’s definition.
      Per æternitatem intelligo ipsam existentiam quatenus ex sola rei æternæ definitione necessario sequi concipitur.
      By eternity, I mean existence itself, in so far as it is conceived necessarily to follow solely from the definition of that which is eternal.
      Onder eeuwigheid versta ik het bestaan zelf voor zover het begrepen wordt als iets wat noodzakelijk en uitsluitend voortvloeit uit de definitie van een eeuwig ding. uitleg: Zo’n bestaan wordt namelijk, net als de essentie van een ding, begrepen als een eeuwige waarheid en kan daarom niet door duur of tijd worden verklaard, zelfs als tijdsduur zo wordt opgevat dat hij geen begin of eind heeft.


      Henk, zo kan je eventueel aanvullingen of voorbeelden maken van hoe jij het wel wil.

      Verwijderen
  12. Ed, het gaat er mij niet om allerlei defities te vergelijken. Ik lees de definitie van Van Buuren van substantie, die intrigeert me en ik zie dat die radicaal fout is. Verder gaat mijn interesse niet.

    BeantwoordenVerwijderen