Maarten van Buuren zet ons een
vertaling van belangrijke passages voor vanuit een verklaring die juist zeer tegen
Spinoza’s zienswijze indruist. Bijvoorbeeld 1/Def3 “Per substantiam intelligo
id quod in se est et per se concipitur hoc est id cujus conceptus non indiget
conceptu alterius rei a quo formari debeat,” wordt bij Van Buuren: “Onder substantie versta ik
datgene wat in zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen1, dat
wil zeggen datgene waarvan het ontstaan niet iets anders nodig heeft dat
geschapen is en waaruit het gevormd zou moeten worden.”
Dat belooft wat…
Op 3 oktober 2017 had ik het blog: "Je kunt al eens kijken naar de komende
Ethica-vertaling van Maarten van Buuren." Ik verwees naar een PDF waarin
al een leesfragment van Van Buuren te lezen was. Daarop kwamen een aantal
interessante reacties over de vertaling van de eerste definities die hij ons
biedt in de Ethica vertaling van zjn
hand die over enige dagen op de markt zal komen. Volgens een enkele boekhandel
zal morgen verschijnen
Baruch Spinoza, Ethica. Vertaald, ingeleid, toegelicht en samengevat door Maarten
van Buuren. Ambo|Anthos,
26-10-2017
Bij de ISVW kunnen ze het niet laten
te spreken over: “Een nieuwe vertaling van Spinoza’s Ethica, door meesterkenner en -vertaler Maarten van
Buuren.” [PDF, mijn vetdruk]. Ze spreken in die folder ook over een
verschijnen in november 2017 en een “evenement bij verschijnen i.s.m. Filosofie Magazine.” Op de website van
de ISVW, noch op die van Filosofie
Magazine dat precies deze maand 25 jaar bestaat, is over zo’n evenement ook
maar iets te vinden.
Inmiddels is ook bij books.google
al een groter deel in te zien, o.a het begin van de eindnoten. Ik haal daar de
eerste noot uit aan, waarnaar – gezien de reacties – wordt uitgekeken:
Noten
1- Onder
substantie versta ik datgene wat in zichzelf is en door zichzelf wordt
geschapen (Definitie 3, 1).
Substantie wordt door zichzelf geschapen (Per se concipitur). Verwijzing naar de substantie als causa sui, oorzaak van zichzelf. Het Latijnse werkwoord concipere (concipio) is een met het voorvoegsel con- versterkte vorm van capere (capio), dat allerlei vormen van 'nemen' kan betekenen. Concipere kan betekenen 'nemen', 'ontvangen', 'zwanger worden', 'vatten', 'opvatten', 'begrijpen', '(iets als denkbeeld) vormen of opvatten', 'onder woorden brengen'. Spinoza bedoelt er in dit verband mee: 'begrijpen', maar ook: 'scheppen', 'verwekt worden' (denk aan 'conceptie'). Hij doelt met concipio op een combinatie van beide betekenissen (scheppen en begrijpen). In het Frans en Engels kan deze betekenis eenvoudig worden weergegeven door vrijwel letterlijke vertaling met concevoir, dan wel conceive, die weergeven wat Spinoza op het oog heeft, namelijk scheppend denken, oftewel concipiëren. Ik zal concipio in het algemeen vertalen met 'begrijpen', maar uitwijken naar 'scheppen' of 'voortbrengen' als de context daarom vraagt. Daarbij moet worden bedacht dat Spinoza met concipio een vorm van scheppend begrijpen bedoelt, op de precieze aard waarvan hij in Deel II (Over de geest) nader ingaat.
De implicatie van Spinoza's gebruik van concipitur in verband met de definitie van de substantie als 'datgene wat in zichzelf is en wat zichzelf heeft geschapen' is dat Spinoza de substantie van meet af aan identificeert met God, omdat God van oudsher gedefinieerd wordt als datgene wat in zichzelf is en door zichzelf wordt voortgebracht. Het enige, maar wezenlijke verschil met de traditionele opvatting van God schuilt daarin dat Spinoza het heeft over 'datgene wat' in zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen, niet over 'degene die' in zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen.
Voor de relatie tussen scheppen in de zin van 'zichzelf scheppen' en scheppen in de traditionele betekenis van een God (onderwerp) die de wereld schept als lijdend voorwerp zie noot 13 van dit Deel, naar aanleiding van Opmerking 2 bij Stelling 8 van Deel 1.
Substantie wordt door zichzelf geschapen (Per se concipitur). Verwijzing naar de substantie als causa sui, oorzaak van zichzelf. Het Latijnse werkwoord concipere (concipio) is een met het voorvoegsel con- versterkte vorm van capere (capio), dat allerlei vormen van 'nemen' kan betekenen. Concipere kan betekenen 'nemen', 'ontvangen', 'zwanger worden', 'vatten', 'opvatten', 'begrijpen', '(iets als denkbeeld) vormen of opvatten', 'onder woorden brengen'. Spinoza bedoelt er in dit verband mee: 'begrijpen', maar ook: 'scheppen', 'verwekt worden' (denk aan 'conceptie'). Hij doelt met concipio op een combinatie van beide betekenissen (scheppen en begrijpen). In het Frans en Engels kan deze betekenis eenvoudig worden weergegeven door vrijwel letterlijke vertaling met concevoir, dan wel conceive, die weergeven wat Spinoza op het oog heeft, namelijk scheppend denken, oftewel concipiëren. Ik zal concipio in het algemeen vertalen met 'begrijpen', maar uitwijken naar 'scheppen' of 'voortbrengen' als de context daarom vraagt. Daarbij moet worden bedacht dat Spinoza met concipio een vorm van scheppend begrijpen bedoelt, op de precieze aard waarvan hij in Deel II (Over de geest) nader ingaat.
De implicatie van Spinoza's gebruik van concipitur in verband met de definitie van de substantie als 'datgene wat in zichzelf is en wat zichzelf heeft geschapen' is dat Spinoza de substantie van meet af aan identificeert met God, omdat God van oudsher gedefinieerd wordt als datgene wat in zichzelf is en door zichzelf wordt voortgebracht. Het enige, maar wezenlijke verschil met de traditionele opvatting van God schuilt daarin dat Spinoza het heeft over 'datgene wat' in zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen, niet over 'degene die' in zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen.
Voor de relatie tussen scheppen in de zin van 'zichzelf scheppen' en scheppen in de traditionele betekenis van een God (onderwerp) die de wereld schept als lijdend voorwerp zie noot 13 van dit Deel, naar aanleiding van Opmerking 2 bij Stelling 8 van Deel 1.
* * *
…“wat
Spinoza op het oog heeft, namelijk scheppend denken, oftewel concipiëren,”
meent Van Buuren te weten. Waarmee niet bedoeld zal zijn het ‘scheppend denken’
van b.v. een Shakespeare, maar het vanuit denken door God scheppen van dingen ‘uit
het niets’. Laat Spinoza daar in de Ethica
op verschillende plaatsen nu net fel tegenin gaan. B.v. in het moeilijke
scholium bij 1/17, waarover het hier al in enige blogs ging, maar b.v. ook veel
duidelijker in 2/6 : “De modi van een attribuut hebben alleen God tot
oorzaak, wanner men hem onder het attribuut, waarvan zij de modi zijn, beschouwt
en niet onder een ander attribuut."
En
nog eens duidelijker in de nadere toelichting in 2/6c:
Hinc sequitur quod esse formale rerum quae modi non
sunt cogitandi, non sequitur ideo ex divina natura quia res prius cognovit sed
eodem modo eademque necessitate res ideatae ex suis attributis consequuntur et
concluduntur ac ideas ex attributo cogitationis consequi ostendimus.
Hieruit volgt dat het formele zijn van de dingen die
geen modi van denken zijn, niet uit de goddelijke natuur volgt omdat zij die
dingen eraan voorafgaand gekend heeft, maar dat de gedachte dingen (ideatae) op
dezelfde manier en met dezelfde noodzakelijkheid uit hun attributen voortvloeien
en afgeleid worden, als de ideeën uit het attribuut denken voortvloeien, zoals
we hebben aangetoond.
[Gebruik gemaakt van de vertalingen van Henri Krop, Corinna Vermeulen en Jakob Stern]
[Gebruik gemaakt van de vertalingen van Henri Krop, Corinna Vermeulen en Jakob Stern]
[Dat Spinoza hier een vergissing maakt, waar Wolfgang Bartuschat
op wees, daar de dingen die formeel uit het attribuut Uitgebreidheid volgen, op
dit niveau nog niet de ideatae zijn van
de ideeën die formeel uit het attribuut Denken volgen, daar ga ik hier aan
voorbij.]
Enfin,
wat voor de modi geldt (die in alio
zijn), zal niet gelden voor de substantie zelf (die in se is), kan Van Buuren gedacht hebben, dus die zou door ‘scheppend denken’ zichzelf veroorzaakt
kunnen hebben. Maar waarom dan ‘scheppen’ gebruikt als je dat verschil tussen
modi en substantie voor ogen hebt? Hoe kan Van Buuren vertalen “Onder substantie versta ik datgene wat in
zichzelf is en door zichzelf wordt geschapen.” Alsof God of de substantie eerst
zichzelf heeft gekend en daardoor zichzelf tot stand heeft gebracht. Ja, Causa sui blijft een zeer ingewikkeld
begrip, zeker als je althans van de Scholastieke betekenis uitgaat en niet van die van Spinoza (die overigens moeilijk genoeg blijft).
* * *
* * *
AANULLING
Gary Sugar, die zich sinds kort hier in de discussies mengt, attendeert op zijn twitterpagina op “a new version of my list of errors in Spinoza's Ethics and how they can be emended.”
Gary Sugar, die zich sinds kort hier in de discussies mengt, attendeert op zijn twitterpagina op “a new version of my list of errors in Spinoza's Ethics and how they can be emended.”
Ik
citeer hier zijn 6e error:
6. Spinoza explains the intellect and will of God, or
Substance, more or less adequately as the essence of God" and "cause
of all things" in parts of E1P17S, but inadequately and often falsely
everywhere else. Conception is neither a mode of Thought nor uniquely the
essence of Thought. A substance is that which is conceived through itself.
Therefore conception, or rather self-conception, is the essence and power of
Substance and each of its attributes, which conceive and thereby cause all
things.
Uit
1/17s blijkt nu juist het tegendeel en behoren
Gods intellect en wil (die overigens hetzelfde zijn) juist niet tot zijn essentie. [Daarover
is het hier - juist ook in recente blogs - vaak gegaan]. Dat wat het begin van deze bewering betreft. Wat het
vervolg van zijn bewering betreft zit Sugar er (dus) ook naast: “self-conception”
is NIET de essentie van de substantie. En echt helemaal ernaast is dat alle attributen
kunnen concipiëren en daardoor (dus na voorafgaand concipiëren) de oorzaak zijn
van alle dingen.
Als Spinoza in 1/10 (om een enkel voorbeeld te geven) stelt "Elk attribuut van een substantie moet door middel van zichzelf worden begrepen (concipi debet)" dan heeft hij het niet over de attributen die concipiëren, maar over hoe wij "aankomende filosofen" met ons verstand die attributen moeten begrijpen. Sugar zit er faliekant naast.
Hoe
onspinozistisch kun je zijn – en dan menen Spinoza te kunnen verbeteren… Ik zal
mij even (kort) verdiepen in wat Gary Sugar te bieden heeft en daarover met
een blog komen (ik vrees intussen wel het ergste, maar zal mij zo onbevangen mogelijk openstellen).
Ik plaats deze opmerking alvast in dit blog, daar Gary Sugar een aan die van Maarten van Buuren verwante vergissing maakt!
Ik plaats deze opmerking alvast in dit blog, daar Gary Sugar een aan die van Maarten van Buuren verwante vergissing maakt!
I'm sorry that you disagree, but I'm looking forward to reading your comments. I don't want to distract your discussions with tangential comments and will be careful to avoid doing so.
BeantwoordenVerwijderenHet is wel een mooi verhaal, die noot over de vertaling van 'concipere', en de relatie die wordt gelegd met de traditionele Godsopvatting, maar de vertaling van de substantie-definitie is gewoon fout, is niet zoals Spinoza het heeft bedoeld. De causa sui, die Van Buuren in de definitie van substantie legt, wordt bij Spinoza pas via een stelling, stelling 7, via een bewijs aan de substantie toegekend. Ook uit stelling 1/10, waarin Spinoza zich voor 'het begrepen worden door zichzelf' beroept op de definitie van substantie, blijkt dat daar hoort te staan 'wordt begrepen door zichzelf' en niet 'wordt door zichzelf voortgebracht'.
BeantwoordenVerwijderen